Direct naar artikelinhoud

Bewoners willen nooit meer weg uit de Molenwijk

Van droomlocatie naar een wijk met een slecht imago. Toch tekent zich verbetering af. 'We hebben ervoor geknokt het leefbaarder te maken.'

Een van de vijftien flatgebouwen die, samen met vier grote parkeergarages, de Molenwijk in Noord vormenBeeld Dingena Mol

'Avond: u staat voor het raam van uw kamer. In de verte twinkelen de lichtjes van de haven. Rood en groen van de boordlichten. Geel: het natriumlicht op de kaden. Wit: de schijnwerpers van de kranen. Lichten, weerspiegeld in donker golvend water. De zitkamer met dat sprookjesachtige uitzicht over de haven van Amsterdam kan de uwe worden.'

Deze tekst komt uit een boekje van woningstichting ­Patrimonium, die vijftig jaar g­eleden alles uit de kast trok om de nieuwe woningen in de Molenwijk zo dichterlijk mogelijk aan te prijzen. Een beetje poëzie kon Noord wel gebruiken, want erg geliefd was de plek destijds niet.

'Voor veel Amsterdammers is het woord "Noord" genoeg om ze koude rillingen te bezorgen. Amsterdammers die zo denken, moeten nodig uit die droom worden geholpen,' schrijft Patrimonium in hetzelfde boekje.

Ten noorden van Amsterdam, in Oostzanerwerf, aan de uiterste rand van de stad, verrijst in 1968 de modernste woonwijk van Amsterdam. Een wiekvormig complex met in totaal vijftien flatgebouwen en vier grote parkeergarages. De Molenwijk kenmerkt zich door veel groen en volop ruimte, net als de evenoude Bijlmermeer.

Kale zandvlakte
Rob Opentij (79) had nooit kunnen bevroeden dat hij er zou gaan wonen. Wél maakte hij in 1966 als bouwkundige een tekening van het rioolgemaal. Daar moesten in de toekomst 1256 gezinnen uit de Molenwijk op worden aangesloten. "De eerste paal op mijn tekening, werd de eerste paal van de Molenwijk," vertelt Opentij trots.

Freeda Verburg, geboren en nog altijd woonachtig in de Molenwijk, met haar man Henk Veen. Verburg: 'Natuurlijk is er veel veranderd'Beeld Dingena Mol

Twee jaar later woonde hij er zelf met zijn vrouw en twee dochters. "Toen de Molenwijk klaar was en ik er doorheen reed, dacht ik: verrek, daar wil ik wonen!" Zijn vrouw Juul weet nog hoe ze over de kale zandvlakte naar de melkboer liep. "De struiken en bomen die er nu staan, waren nog sprietjes en lage stronken."

De Molenwijk grossiert in dit soort herinneringen. Veel bewoners van het eerste uur zijn nooit meer vertrokken. Alex Kolderman (90), destijds boekhouder van beroep, ­betrok samen met zijn vrouw en vier zonen een vierkamerwoning in de Standerdmolen. 

"We wisten een flat op de bovenste verdieping te bemachtigen. Nog elke dag geniet ik van het uitzicht. En alles is op loopafstand: het winkelcentrum, de dokter, de tandarts. Zolang ik mezelf nog goed kan redden, ga ik hier niet weg."

De onderwijzersflat
Hoewel de Molenwijk tegenwoordig, al dan niet terecht, kampt met een negatief imago van criminaliteit, verloedering en armoede, stond hij in de beginjaren vooral bekend als een plek voor intellectuelen. Niet voor niets heette een van de flats in de volksmond 'de onderwijzersflat'.

"In de Molenwijk woonden veel leraren, tandartsen, artsen en dat soort hoogstaande figuren. Snobs werden die genoemd. Mijn vader had een prima baan op een administratiekantoor, maar snobs waren wij zeker niet," zegt Freeda Verburg (47).

Desondanks werd ze door de kinderen uit Tuindorp Oostzaan regelmatig in haar nek gespuugd. "De Tuindorpers waren van een heel ander slag. Die liepen in trainingspakken, hadden een grote bek en moesten niets van ons hebben."

Toch trouwde Verburg uiteindelijk met Henk Veen (50), een echte Tuindorper. "Ik plaag haar wel eens met 'Hé, ­rare Molenwijker!'" zegt Veen lachend. Verburg haalt haar schouders op: "Ik ben gemaakt op driehoog in de Petmolen en daar ben ik heel trots op."

Met liefde kijkt Verburg terug op die bijna vijftig jaar in de Molenwijk. "Natuurlijk is er ook veel veranderd. Vroeger barstte het van de kinderen op straat. Toen Henks dochter er dertien jaar geleden bij kwam, was het voor haar veel moeilijker om vriendjes te maken. De wijk is ­behoorlijk vergrijsd. Doordat de woningen gelijkvloers zijn, blijven ouderen er lang wonen."

Mix van culturen 
Ook de samenstelling van de wijk veranderde. Recente cijfers tonen aan dat 39,8 procent van de Molenwijkbewoners autochtoon is, tegenover 60,1 procent bewoners met een migratieachtergrond. 

Joop Visser (71), een noorderling in hart en nieren, juicht dat alleen maar toe. "Die mix van culturen vind ik prachtig. Ik heb met iedereen goed contact, óók met onze Afghaanse, Iraanse en Turkse ­buren. Laatst was ik nog bij een Iraanse bruiloft."

Visser verhuisde dertig jaar geleden met zijn gezin naar een woning in de Standerdmolen. "We kozen voor een lage verdieping, zodat we de kinderen goed in de gaten konden houden. 's Zomers speelden ze vlak onder ons balkon in een opblaasbadje."

Joop Visser en zijn vrouw Eva zetten zich al jaren in voor de wijk. "Voor de oudjes maakten we bijvoorbeeld een grote pan soep. Ook heb ik de muren van de Molenwijkkamer behangen."

Eva Visser riep deze Molenwijkkamer in 2015 samen met andere bewoners in het leven. Het is een zaaltje onder de parkeergarage Paltrok waar elke dag iets te doen is: van ­samen eten tot naailessen en kookclubs. "Mijn vrouw is daar heel druk mee. Ik zie haar nog maar af en toe. Soms stelt ze zich voor," zegt Visser schaterlachend.

Onveilig gevoel
Er zijn ook nadelen aan de hoogbouw. "Lange tijd leefden veel mensen op hun postzegel," zegt Verburg. "Ze hadden nauwelijks contact met hun buren. Bovendien voelden mensen zich onveilig."

Doordat de woningen gelijkvloers zijn, blijven ouderen er lang wonen

Dat wordt bevestigd door de gemeentelijke veiligheidsindex van 2016. Daaruit bleek dat de Molenwijk weliswaar veilig was, maar dat het veiligheidsgevoel veel slechter scoorde en ver boven het regionale gemiddelde zat.

Vooral ouderen durfden 's avonds hun huis niet meer uit. De duistere parkeergarages onder de flats en de overlast van hangjongeren waren daar onder meer debet aan.

Een alternatief
Erna Berends, voorzitter van het dagelijks bestuur van stadsdeel Noord erkent dat: "Twee jaar geleden zorgde een groep jongeren continu voor overlast. We hebben de rotte appels eruit gehaald en de rest een alternatief geboden.

Dock Jongerenwerk rijdt nu met een bus door de buurt en helpt jongeren onder andere met het organiseren van activiteiten, zoals een voetbaltoernooi of een barbecue."

Al jaren eerder, in 2013, bedachten Freeda Verburg en Henk Veen het project SMS-alert Onze Molenwijk. De ­bewoners organiseren en beheren het project zelf en waarschuwen de politie als ze die nodig hebben.

Veen, werkzaam als kunstenaar, maakte 68 kunstborden. Die werden op strategische plekken geplaatst om wildplassen, dierenmishandeling of zwartrijden tegen te gaan. De maatregelen wierpen hun vruchten af.

Kunst in de wijk

Stichting Framer Framed, een kunst- en cultuurplatform, huist tot 2020 in een atelier naast de Molenwijkkamer. Kunstenaars zullen daar samen met de ­buurt­bewoners projecten en activiteiten ontwikkelen.

Werkplaats ­Molenwijk wordt een ontmoetingsplek voor de buurt. In de ruimte worden wisselende tentoonstellingen gehouden. De eerste gaat over vijftig jaar Molenwijk. Op 30 september wordt de werkplaats geopend.

"We werden een veilige wijk. Je kunt hier nu met een gerust hart om twee uur 's nachts je hond uitlaten. We hebben er echt voor geknokt om de Molenwijk leefbaarder en veiliger te maken," verklaart Verburg.

De laatste tijd is ze wat minder actief voor de Molenwijk. "Deze Don Quichot wordt een dagje ouder en doet een stapje terug. Ik hoop wel dat de Molenwijk niet inzakt en ook écht veilig blijft."

Als het aan Erna Berends ligt, hoeft Verburg zich daarover geen zorgen te maken: "De Molenwijk staat hoog op ons prioriteitenlijstje. Niet alleen als het gaat om een ­opknapbeurt van de openbare ruimte, maar vooral ook op sociaal vlak. Het is een fijne wijk, maar er zat altijd een 'maar' aan. Met de bewoners en organisaties werken we er hard aan om die 'maar' weg te krijgen en op een positieve manier samen te leven."

"Prima," vindt Rob Opentij, als ze de prachtige eik voor zijn flat maar laten staan. "In deze eik kwam de eerste grote bonte specht van de Molenwijk wonen. Het stikt in die boom van de mooie vogels. Toch geen onbelangrijke ­bewoners!"

Buurt­bewoners in de Molen­wijk­kamer, het ontmoetings- en activiteiten­zaaltje onder parkeergarage PaltrokBeeld Dingena Mol