Direct naar artikelinhoud
Column

Nu hapert elke dagdroom

Femke van der LaanBeeld Oof Verschuren

Het is stil in mijn hoofd. Ik rijd naar het zuiden van de stad. Op het fietspad. Naar beneden. De man die voor mij reed, is net rechtsaf geslagen. Ik fietste in zijn luwte.

Het waait hard. In zijn wiel hoefde ik niet zo mijn best te doen. Niet zo hard te trappen. Hij fietste een beetje voorovergebogen. Af en toe keek hij achterom. Misschien wilde hij weten wie zijn luwte stal.

Hij stak keurig zijn hand uit voor hij rechtsaf ging. Een aankondiging. Ik bedacht of ik met hem mee zou kunnen. Ook naar rechts. In zijn luwte. Maar ik ga een andere weg. Ik moet een andere kant op. Rechtdoor. Nu voel ik de spieren in mijn benen werken. Ik voel hoe mijn hart sneller slaat.

Ik voel de warmte onder mijn jas. Maar in mijn hoofd gebeurt er niets.

Het fietspad voor me is leeg. Niemands luwte om me windstil in te wanen. Ik heb eventjes geprobeerd met mijn armen op het stuur te fietsen. Te bukken. Mijn eigen luwte te maken. Het hielp maar weinig. Nu fiets ik weer rechtop. Op een leeg fietspad. Met een leeg hoofd.

Er was een tijd dat de verhalen zich aaneenregen. Fietstochtlange dagdromen, naar het zuiden. Naar beneden. Terwijl mijn benen rondjes draaiden en ik de luwte had. Ik fantaseerde me een wereld. Nu hapert elke dagdroom. Nu is het stil in mijn hoofd.

Ik laat een hand los en kijk even schuin naar achteren. Naar beneden. Naar mijn achterwiel. Het is een beetje zacht. Ik denk aan de fietspomp thuis in de meterkast. 

Aan hoe ik niet de moeite neem om ermee naar beneden te lopen. Trappen af en even pompen. Voorwiel. Achterwiel. Het zou zo veel schelen, wat lucht in mijn banden. Ik kijk weer naar voren. Het fietspad is leeg zo ver ik kan kijken.

Soms, op lange stukken, probeer ik het nog weleens. Een dagdroom. Dan laat ik me meevoeren. Dan kijk ik naar de verhalen in mijn hoofd. Naar een wereld die er ook zou kunnen zijn. Die misschien wel om de hoek ligt. Zich morgen aankondigt. Of volgende week. Ik dagdroom tot mijn fantasie een fout maakt. Tot mijn ­fantasie iemand tot leven wekt die er niet meer is. 

Dan gaat het niet meer en stopt het verhaal. Dan is er alleen nog maar werkelijkheid en ben ik weer uit de luwte. Met te weinig lucht in mijn banden.

Mijn benen blijven rondjes gaan. Ik luister naar de wind die langs mijn oren waait. En naar de stilte in mijn hoofd.

Straks is er een terugweg. Dan heb ik wind mee.

Femke van der Laan (40) schrijft wekelijks over haar leven in de stad na de dood van haar echtgenoot Eberhard, de burgemeester van Amsterdam die op 5 oktober 2017 overleed.

Ik dagdroom tot mijn fantasie een fout maakt