Direct naar artikelinhoud

David Byrne: 'Amerika is zijn inspirerende rol kwijtgeraakt'

David Byrne (65), oud-voorman van Talking Heads, komt na veertien jaar met een nieuw soloalbum: American Utopia. 'Wat ik ook doe, er is altijd een link met muziek.'

David ByrneBeeld Jody Rogac

Tussen de middag is hij nog even snel naar het Tropenmuseum geweest. Op de fiets.

David Byrne doet het graag, een dagje interviews geven in hotel The Grand, maar een beetje afwisseling is welkom.

De musea in de Amsterdamse binnenstad kende hij al, nu is hij die daarbuiten aan het verkennen. "Fascinerend museum, dat Tropenmuseum. Nu is het een ode aan alle volkeren over de hele wereld, maar je voelt ook nog dat het ooit het Nederlandse kolonialisme vierde."

In dezelfde buurt pikte hij ook nog het microbenmuseum van Artis mee. "Ze verkopen zichzelf als het enige ­microbenmuseum van de wereld. Hoe zou ik die lokroep kunnen weerstaan?" zegt David Byrne, waarna hij een keiharde, tikje zenuwachtige lach door de hotelsuite laat schallen.

Hij is grijs geworden, maar ziet er verder niet heel veel anders uit dan toen hij in de jaren tachtig de voorman was van Talking Heads, van alle New Yorkse newwavebands uit die tijd de meest intellectuele en kunstzinnige.

In de omgang is hij ook precies zoals je verwacht: aardig en geïnteresseerd, maar ook een beetje maf.

Die harde lach laat hij vaak schallen. In een ouderwetse Hollywoodfilm zou hij geknipt zijn voor de rol van verstrooide professor.

De dag voor het interview hield hij in De Balie een lezing over zijn project Reasons to Be Cheerful. Op een website met dezelfde naam verzamelt hij ideeën, berichten en verhalen waar hij blij van wordt.

Het gaat niet goed met de wereld, maar met alleen maar zwartkijken komen we ­zeker niet verder.

Dat is, heel kort door de bocht, ook de boodschap die Byrne uitdraagt op zijn nieuwe album American Utopia. Op die plaat typische David Byrne-­muziek: swingend en arty ineen.

U vertelde in De Balie depressief en boos te worden van het lezen van de krant.
"En toch doe ik het elke ochtend weer. Je wilt toch weten wat er gebeurt in de wereld. Maar slechts heel af en toe kom ik in de krant iets tegen dat ik kan gebruiken voor Reasons to Be Cheerful."

Journalisten doen hun werk niet goed?
"Slecht nieuws is groter nieuws dan goed nieuws. Slecht nieuws wordt belangrijker geacht, serieuzer ook. Ik zeg niet dat het verkeerd is. Ik weet wel dat ik er somber van word. Heel af en toe kom ik iets tegen waarvan ik denk: ja, zo kan het ook, hier word ik blij van."

David Byrne: 'Amerika is zijn inspirerende rol kwijtgeraakt'
Beeld Jody Rogac

"Van de week las ik over een Afrikaanse tv-spelshow met als thema corruptie. Deelnemers moeten het hoofd zien te bieden aan omkoping. Degene die het schoonst blijft is de winnaar. Is dat geen geweldige manier om zo'n zwaar onderwerp aantrekkelijk te maken voor tv-kijkers? Zo'n verhaal neem ik graag op in mijn verzameling Reasons to Be Cheerful."

Die titel ontleende u aan een song van de in 2000 overleden Britse zanger Ian Dury. Heeft u hem ooit ontmoet?
"Ja, toen wij in 1977, op het hoogtepunt van de punk, voor het eerst in Londen speelden, samen met The Ramones, kwam hij kijken. Er waren overeenkomsten tussen zijn band The Blockheads en Talking Heads. Ook hun ­muziek had een element van funk. Geweldige muzikanten."

Uw nieuwe album wordt aan de man gebracht als uw eerste soloalbum sinds 2004. Maar u zat al die tijd bepaald niet stil, toch?
"Nee, nee, ik maakte muziek met Brian Eno en St. Vincent. Ik heb ook twee musicals gemaakt, over Imelda ­Marcos en over Jeanne d'Arc. Ik heb het boek How Music Works geschreven. Ik ontwierp fietsenrekken voor de ­gemeente New York. Ik... Nou ja, ik deed heel veel."

Wat ik ook doe, er is altijd een link met muziek

Als iemand die geen idee heeft wie u bent, vraagt wat u doet voor de kost, wat antwoordt u dan?
"Dan zeg ik meestal toch maar dat ik muzikant ben. Wat ik ook doe, er is altijd een link met muziek. Hoewel ik ook even niet weet wat muziek en fietsenrekken met ­elkaar te maken hebben."

"Het gebeurt overigens vaak genoeg dat mensen geen idee hebben wie ik ben. Net als in Amsterdam rijd ik in New York gewoon op de fiets rond, bijna niemand die me herkent. Mijn theorie is dat als je transparant en beschikbaar bent, mensen je niet lastigvallen. Pas als je je probeert te verstoppen, komen ze op je af."

Uw album heet American Utopia. Fantaseert u veel over een ideaal Amerika?
"Nee. Ik weet dat veel mensen niet tevreden zijn met het huidige Amerika, maar ik heb geen pasklaar alternatief voor handen. Ik ben ook helemaal niet zo'n dromer. Maar ik heb soms wel ervaringen waarvan ik denk: ja, dit is het, dit is ideaal. Een echt inspirerend gesprek met iemand die ik op straat in New York tegenkom kan al zo'n ­ervaring zijn. Maar vaak is ook hier weer een link met ­muziek."

"Onlangs was ik in Brooklyn op een festival voor balkanmuziek. In het midden van de zaal stond een brassband, daaromheen dansten honderden mensen in een cirkel. Het was wild, het was extravagant, het was geweldig. Dat zijn de momenten dat ik denk: dit is ook Amerika."

In De Balie beschreef u een soortgelijke ervaring in een club in Harlem.
"The Shrine, vernoemd naar de legendarische nachtclub van Fela Kuti in Lagos, Nigeria. Er speelde een band een heel opwindende mix van afrobeat, latin en funk, helemaal mijn smaak. Ik voelde een echte connectie. In extase keek ik omhoog. Het plafond bleek beplakt te zijn met de hoezen van de meest exotische platen. En daartussen zag ik ineens de hoes van Remain in Light van Talking Heads hangen. Magisch."

In de hoestekst van American Utopia beschrijft u het ­ontstaan van de Verenigde Staten als een utopisch ­experiment.
"Er was slavernij, er was genocide, maar tegelijk bood het land een voor die tijd ongekende vrijheid. De Franse filosoof Alexander de Tocqueville bezocht rond 1830 Amerika. De slavernij vond hij verschrikkelijk, hij voorspelde op grond daarvan zelfs de Burgeroorlog, maar de Amerikaanse democratie vond hij heel inspirerend. En hij was de enige niet."

"Lang is Amerika een grote inspiratie voor veel andere landen geweest. Die rol is Amerika kwijtgeraakt. Aan ­Europa, maar ook aan China. In China is het verschrikkelijk gesteld op het gebied van mensenrechten, maar de snelle economische vooruitgang is inspirerend voor veel derdewereldlanden."

Was Amerika ten tijde van Obama ook weer niet even een lichtend voorbeeld voor de wereld?
"Obama deed wat hij kon, maar hij heeft slechts een fractie bereikt van wat hem voor ogen stond. Al sinds de jaren tachtig inspireert Amerika de rest van de wereld steeds minder. Obama heeft dat proces hooguit even vertraagd. De huidige president zet er weer vaart achter."

Heeft u de bewerking gezien van de videoclip van Once in a Lifetime van Talking Heads waarin u bent vervangen door Donald Trump?
"Jazeker. Mensen zeiden: 'Je moet zorgen dat die verboden wordt.' Maar nee, ik vind hem erg grappig. Ik vind het ook heel bijzonder dat iemand er zo veel tijd in steekt. Hoe lang moet die persoon er wel niet mee bezig zijn geweest om in toespraken van Trump precies de woorden uit Once in a Lifetime te vinden?"

U bent geboren in Schotland. Wat verwachtten uw ­ouders van Amerika toen ze emigreerden?
"Welvaart vooral, denk ik. Er was na de oorlog heel weinig werk in Glasgow. De industrie raakte in het slop, scheepswerven gingen dicht. Mijn vader, die was opgeleid tot ­ingenieur, kon werken voor een Amerikaans bedrijf. Eerst in Canada, daarna in Amerika."

"Maar er was volgens mij nog een reden dat ze weg wilden uit Schotland. Mijn vader was katholiek, mijn moeder protestant. Zo'n gemengd huwelijk lag in die tijd nog heel gevoelig in Glasgow. Familieleden wilden niet meer met mijn moeder spreken omdat ze met 'die man' was ­getrouwd. Ik weet zeker dat die toestanden een rol hebben gespeeld bij de emigratie, maar toen ik daar eens over begon, zeiden mijn ouders: 'Goh, zo hebben we het nog nooit bekeken'."

Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel ­tussen, zeggen ze in Nederland.
"Haha. Die ga ik onthouden."

Obama deed wat hij kon, maar hij heeft slechts een fractie bereikt van wat hem voor ogen stond