Direct naar artikelinhoud

'Het is nergens goed voor, die drugs'

Het was het jaar waarin de rockband Wild Romance een comeback maakte. Gitarist David Hollestelle (62), inmiddels helemaal clean: 'Herman had dit te gek gevonden.'

David HollestelleBeeld Ernst Coppejans

Er zijn T-shirts te koop waarop gitarist David Hollestelle is te zien met zijn middelvinger omhoog. Wie de documentaire Buying the band zag, herkent het beeld. Het komt uit de scène waarin de gitarist het voorstel om een afkick­kliniek te bezoeken fel afwijst. "What the flying fuck. Ik functioneer fucking goed!"

De docu uit 2014, waarin vastgoedmagnaat Jan 't Hoen probeert de oude begeleidingsband van Herman Brood weer tot ­leven te wekken, werd al een paar jaar geleden ­gedraaid. Inmiddels is alles anders. Mede door de documentaire, die jaren op de plank lag en plots een culthit werd, staat de Wild ­Romance weer volop in de belangstelling.

En David ­Hollestelle, lang grootverbruiker van harddrugs, is clean.
Ja, goed jaar wel, dat 2018, vindt Hollestelle, die zich voor het interview in 'bedrijfskledij' meldt: blouse met ­ruches, strakke broek, leren jack, alles zwart. De enige kleur komt van de panterschoenen aan zijn voeten.

"Het was een heel productief jaar. Nieuw album gemaakt, heel veel opgetreden. We zijn terug. Laatst nog in Bergen op Zoom: gillende mensen, we werden bijna gelyncht. ­Ouderwets."

Wie komen er op de optredens af?
"Aan de ene kant heb je de oude fans, onlangs zelfs een vrouw van zeventig, een hele leuke dame. Wij zijn een wat oudere band, dat kun je gerust stellen; dino's. Maar we staan ook veel op festivals. Daar komen jonge mensen op af, en die vinden het echt tof hoor, wat wij doen. Eigenlijk willen we weer een keer op Pinkpop staan."

Is Herman Brood in geest aanwezig als jullie ­optreden?
"Het is als met een overleden familid: we hebben zijn dood een plek gegeven. Maar ik denk wel vaak aan hem, zeker nu we weer zo met elkaar zijn. Dan hoor ik de stem van Koos van Dijk, onze manager, of kijk ik op het podium naar gitarist Dany Lademacher en denk ik toch effe: hé, waar is-ie? Dat je lekker staat te spelen en voelt: goh, dit had hij te gek gevonden. Confronterend, maar wel mooi."

Hoe hoorde u het indertijd?
"Van mijn dochter, die het op internet had gezien, maar toen was alleen nog maar bekend dat hij dood was, niet wat er precies was gebeurd. De week ervoor was ik nog bij hem geweest. Zúlke dunne armpjes, hij kon ook bijna niet meer lopen.

Dus ik dacht: die is ingeslapen of heeft een overdosis genomen, of zo. Hoe die man het met dat zwakke lijf voor elkaar heeft gekregen in het Hilton boven op het dak te komen. Zijn laatste drankje aan de bar heeft hij keurig afgerekend.

Niemand die het had zien aankomen. Terwijl hij het er toch vaak over had, hij zong er ook over. Herman was gebiologeerd door zelfmoord. Maar ik dacht altijd: mensen die erover praten doen het niet."

David Hollestelle komt uit een muzikale familie. Zijn ­vader, die ook David heette, was in de jaren vijftig en zestig een succesvolle klassieke zanger. Zijn broers Hans en Jan zijn als gitarist en bassist veteranen in de Nederpop.

Zelf begon hij pas op zijn vijftiende, toen zijn broers het huis uit waren, gitaar te spelen. Als gitarist van de groep Roberto Q & The Boppers werd hij ontdekt door Herman Brood.

Wat zag of hoorde Brood in u?
"We stonden vier keer achter elkaar in zijn voorprogramma, maar wist ik veel dat hij me aan het uitchecken was. Hij vond het interessant hoe ik eruitzag, misschien. En hoe ik bewoog op het podium.

Hoe ik lóós ging op het ­podium, dat vooral. Waar het hem om ging: de go van
een muzikant. En die go, die heb ik. Ik ben een podiumbeest. En ik heb de techniek - mijn diploma heb ik niet, maar ik heb wel vier jaar klassiek gitaar aan het conservatorium ­gedaan - om als gitarist bijdehand uit de hoek te komen."

Maar in de Wild Romance moest u de grote Dany ­Lademacher opvolgen.
"Ja, hou op. Hoe moest ik het aanpakken om in de voetsporen van Dany te treden? Ik kon zijn solo's wel naspelen, zoals ik ook Hendrix kon naspelen, maar dan was het ook niet meer dan dat, weet je wel: náspelen.

Dus Herman zei: doe het maar gewoon op je eigen manier. En dan kreeg je weer van die lui die zeiden: kun jij die solo's van Dany niet spelen, of zo?"

Wat maakt Lademacher zo goed?
"Ik heb die opleiding, hij is autodidact. Hij heeft het ­allemaal zelf moeten uitzoeken en is daardoor tot een echt ­eigen stijl gekomen. Helemaal in het begin heeft
hij wel wat tips gehad van een jazzgitarist, dat hoor je ook."

David Hollestelle

3 mei 1956, Hilversum
1972 Begint gitaar te spelen
1975 Conservatorium
Vanaf 1978 Speelt in de groepen Bruno Basta! en Roberto Q & The Boppers
1981 tot 2001 Lid van de band Wild Romance, daarna sessiewerk en theaterpoducties
2018 Albumpresentatie No time

Later keerde hij terug bij Brood en had de Wild ­Romance twee gitaristen. Leverde dat geen rivaliteit op?
"Nee, nooit. Nou ja, een gezonde rivaliteit, dat misschien. Ik was het lievelingetje van Herman, maar dat was Dany op zijn manier ook.

En hij was de stergitarist, natuurlijk. In Stones-termen: Dany was Mick Taylor en ik Keith ­Richards. Hij was van de solo's, ik van de riffs."

En nu?
"Nu we weer samenspelen, gaat het net zo. Het is echt niet zo: jij een solo, ik een solo. Sterker: voor ons nieuwe ­album, No time, stond ik erop dat in elk nummer een solo van Dany zou komen, of op zijn minst een herkenbaar riffje. Het gevolg is dat ik op die plaat niet één solo speel, but I don't care, weet je.

Het gaat om de song, om de band."Als een serveerster komt vragen of we nog iets willen drinken, bestelt hij een witte wijn. "Ik heb al 85 koppen koffie op vandaag. Ik heb twee jaar lang helemaal niets ­gedronken, nu sta ik mezelf af toe een wijntje toe. Maar de drugs zijn voorbij. Ik zie het nog vaak genoeg voor mijn neus gebeuren, maar het doet me geen reet meer. Het is gewoon: wég."

Wat gebruikte u?
"Speed en cocaïne. En niet zo'n klein beetje ook. Stoer, hè? Ik schaam me inmiddels dood."

Tegenover wie?
"Tegenover mezelf vooral. Voor wat ik mijn gezin heb aangedaan: mijn kinderen, mijn ex-vrouw. Ik ben echt een ontzettende eikel geweest. Maar het is voorbij. Ik ben communicabel, fit."

Uw kinderen zijn ook actief in de muziek. Waarschuwt u ze voor de gevaren van de rock-'n-roll?
"Het enige goede wat ik in mijn verrotte leven heb kunnen doen, is die kinderen laten zien hoe het níet moet. Wat dat betreft hebben ze een degelijke opvoeding.

Ik hoef ze niet te waarschuwen, ze weten dat ik ze in de ­gaten houd. Ik herken alles als het om drugs gaat. Als­ ­iemand binnenkomt, weet ik precies hoe het zit. Het is nergens goed voor, die drugs. De eerste tien jaar bij ­Herman gebruikte ik niets."

Echt niet?
"Echt niet! En Herman vond dat te gek. Eerst dacht hij dat ik zwaar aan de dope zat. Ik had zo'n ingevallen bekkie. Na een tijdje vroeg hij: '­David, wat is jouw geheim, wat neem je?' Ik durfde het bijna niet te zeggen: 'Nou, uh, niks.'

Hij schreeuwde meteen: 'Koos! David is helemaal clean!' I'm out, dacht ik, maar hij vond het geweldig."

Wanneer bent u drugs gaan gebruiken?
"Na tien jaar was er een bandwisseling, waarbij Dany ook weer terugkeerde in de band. Ik geef niemand de schuld, ik heb het allemaal zelf gedaan, maar die jongens namen van alles mee en ik ging meedoen. We weten hoe dat is ­afgelopen: de drugs zijn me bijna fataal geworden."

Hoe is het om tegenwoordig nuchter op het podium te staan?
"Nou ja, het had ook wel wat natuurlijk, met dope op het podium op, helemaal loose. Nu ben ik voor elk optreden schijtzenuwachtig. Ik ben echt heel stil dan, trek me ­terug.

Maar als het zover is, functioneer ik wel. Als je die drempel eenmaal over bent, is het of je in een warm zwembad springt. Dat is mijn leven: het podium.

Ik raak helemaal in trance van de muziek. Als ik mezelf terugzie op foto's of film, kan ik me voorstellen dat mensen ­denken: die is op de speed of de tequilla."

Mensen verwachten dat waarschijnlijk ook van de Wild Romance.
"Schijt aan. Ik proost vanaf het podium demonstratief met een spaatje blauw."

Lees ook: Buying the Band is terug, zonder die scène met Nina Hagen

Terugblik 2018

Mijn hoogtepunt: “De presentatie van ons nieuwe album No time in Q-Factory.”
Dieptepunt: “Het wereldnieuws. Aanslagen en dat soort dingen, verschrikkelijk.”
Mijn persoon van het jaar: “Giel Beelen. Wij zaten ’s ­ochtends bij hem in de uitzending en vertelden dat we druk bezig waren met ons album. Zei hij: ‘Dus jullie schrijven elke week een nieuw nummer?’
Waarop ik zei: ‘Ja, en wat jij nog niet weet, Giel, is dat je de komende tijd elke week live de ­primeur van zo’n nieuw nummer krijgt.’ Hij meteen, in de uitzending hè, ‘Is goed.’ We zijn nog drie keer te gast geweest.”
Dit zal me het meest bijblijven: “De festivals die we met de band hebben gedaan, een stuk of twintig wel.”
Dit hoop ik niet meer terug te zien: “Ziektes, weg ermee.”