Direct naar artikelinhoud
Column

Ik hoop dat hij over 50 jaar deze column leest en het dan begrijpt

James WorthyBeeld Agata Nowicka

Mijn zoon fietst rondjes over het dakterras. Ik doe alsof ik een boek lees, terwijl ik naar hem kijk.

Dat is wat het vaderschap voor mij is, ik doe alsof ik dingen doe, terwijl ik onophoudelijk naar hem kijk. Hij schreeuwt dat hij een brandweerman is en dat hij ergens een brand moet blussen. Ik hoop dat zijn fantasie nooit zal doven.

Drie minuten later staat hij in de huiskamer. Hij schopt de kaplaarzen van zijn blote voeten. De laarzen landen in de buurt van zijn hobbelpaard, dat Galahad heet.

Soms wil ik hem op een lepel neerleggen en een aansteker onder de lepel houden. Soms wil ik hem als crack roken en in de allerpuurste walm vluchten.

Hij zit op de bank met de iPad. Met zijn linkerduim bestuurt hij een slang die gekleurde bolletjes moet eten om langer te worden. Ik ga achter hem staan en snuif zijn hoofdhuid op. Hij draait zich om en kijkt me boos aan. Mijn zoon kan nog niet begrijpen hoeveel ik van hem houd. Ik begrijp het zelf vaak niet eens.

Mijn vrouw vergelijkt haar houden van geregeld met het uitdoen van een beha na een zware dag.

Ik denk meer aan krekels op de camping of bliksem als je in bed ligt. Blote kindervoeten in kaplaarzen. De geur van zonnebrand. Een gapende kat. Een tosti na de seks. Een wesp die uit je blikje cola kruipt en heel ver wegvliegt. Zien dat de eerste koffer die op de bagageband verschijnt jouw koffer is. Uitslapen op een zondag.

Ik betwijfel of mijn zoon ooit zal begrijpen hoeveel ik van hem houd. Ik hoop dat hij over vijftig jaar deze column leest en het dan begrijpt.

Misschien heb je een klotedag, jongen. Misschien is het jaar 2068 wel heel slecht begonnen en is de Zesde Wereldoorlog aanstaande. Als het goed is ben je nu 54 jaar oud. Ik wil alleen even aan je vragen of je ooit echt hebt begrepen hoeveel ik van je heb gehouden?

De eerste keer dat ik je zag, maakte je een zeppelin van mijn hart. Niets of niemand heeft mij ooit gelukkiger gemaakt dan jij. Ik heb je tot je achtste levensjaar iedere avond op bed gebracht. Dit was altijd het hoogtepunt van mijn dag. Je sloeg je linkerarm om mij heen en dan legde je je hoofd tegen mijn hoofd aan.

Dat heerlijke ronde hoofd, met wangen zachter dan brillendoekjes. Eigenlijk had ik je nog veel langer op bed willen brengen. Minimaal tot je dertigste of zo. Ik meen het. Jij was altijd de eerste koffer op de bagageband. Jij was de bliksem die achter de gordijnen van je slaapkamer danste. Weet je dat nog? Die eerste keer bliksem?

"Wat was dat?" vroeg je, terwijl je als een splinter in me kroop. Op je pyjama stonden raketten en je voeten voelden ijskoud aan.

"Nou, pappa heeft aan de baas in de hemel gevraagd of hij een foto van ons wilde maken."

En sinds die avond lach je naar de bliksem.

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (1980) probeert in zijn columns iets van het leven te begrijpen. Lees al zijn columns hier terug. 

Reageren? james@parool.nl

Ik wil alleen even aan je vragen of je ooit echt hebt begrepen hoeveel ik van je heb gehouden?