Direct naar artikelinhoud

Wie mag voor je kind zorgen als jij er niet meer bent?

Het is een vraag waar niemand aan wil denken, maar die toch moet worden gesteld: wie mag voor je kind zorgen als jij er niet meer bent? 'Vergeet niet als je wordt gevraagd als voogd: het is geen erebaantje. Wat je jezelf aandoet, is heel heftig.'

Wie mag voor je kind zorgen als jij er niet meer bent?
Beeld XF&M

De dag dat Else-Marie van den Eerenbeemt voor de eerste keer zonder haar kinderen op reis ging, liet ze een briefje achter op de keukentafel. 'Ik hou van jullie, ik hou van jullie, ik hoop maar dat ons niets overkomt.'

Met daaronder een handgeschreven mededeling over wie wat haar betreft de zorg voor de kinderen op zich moesten nemen als zij en haar man onverhoopt toch met hun vliegtuig zouden neerstorten: één naam van haar kant, één naam van zijn kant.

Haar kinderen zijn inmiddels groot, en ze leeft nog - dat scheelt. Want zo'n kattebelletje op de keukentafel, daar heb je, als het erop aankomt, niets aan. "Mijn kinderen hebben de brief bewaard als een kostbaar bezit," zegt Van den Eerenbeemt. "Ze moeten er nu enorm om lachen."

Gedachtegoed
Regelen wie de voogdij krijgt, de zeggenschap over minderjarige kinderen als opeens beide ouders wegvallen, is iets wat je in theorie eindeloos voor je uit kunt schuiven. Wat is nu helemaal de kans dat de kinderen van het ene op het andere moment niemand meer hebben die voor ze kan zorgen?

"Veel mensen stellen het uit," zegt Van den Eerenbeemt, in het dagelijks leven familietherapeut. "Die kunnen zich niet voorstellen dat ze er ooit beiden niet meer zullen zijn. Of ze vinden niemand goed genoeg voor hun kinderen." Vaak is het een taboe, zegt ze. "Je wilt er niet aan denken. Mensen nemen zich voor de voogdij te regelen, maar doen het niet."

"Wij hadden nog net gedeeld ouderschap geregeld," zegt Christa Compas (55). Ze is directeur van het Humanistisch Verbond en moeder van twee inmiddels volwassen kinderen.

"We hadden natuurlijk wel nagedacht wat we wilden voor de kinderen als wij er niet meer zouden zijn. Opvang binnen de familie lag niet voor de hand - we wilden wel dat ons gedachtegoed zou worden voortgezet. Een gezin dat zich zou kunnen verplaatsen in wat voor opvoeding jij voor je kinderen wilt."

"Toen kwamen we uit bij vrienden van mijn partner die ik ook goed ken. Zij hadden creatieve beroepen, heel antroposofisch, met kinderen iets jonger dan die van ons. In hun gezin wilden we wel dat onze kinderen zouden opgroeien."

Hun vrienden woonden in Hilversum, dus de kinderen zouden Amsterdam moeten verlaten. "Maar dat vonden we minder belangrijk."

Ze hadden deze vrienden gevraagd tijdens een weekend weg, rond Kerstmis. Typisch zo'n moment, zegt ze, dat je dit soort dingen bespreekt. Het ging heel informeel, ze hadden ook niks vastgelegd. Later dacht Compas wel dat ze er eigenlijk werk van moest maken.

Het voelt alsof je, als je alles regelt, het onheil over je afroept

"We wilden dat zij konden beschikken over de opbrengst van ons huis, dat moest dan ergens zwart op wit, maar voor die laatste stap deinsden we toch terug. Het was heel irrationeel: alsof je, als je alles regelt, het onheil over je afroept. Grote onzin natuurlijk."

"En we waren bang dat als we die mensen om een handtekening zouden vragen, dat ze dan terug zouden krabbelen. Terwijl we er tegelijk van overtuigd waren dat onze boodschap destijds duidelijk genoeg was overgekomen, voor als het echt aan de orde zou zijn."

Oftewel: ze hebben het er nooit meer over gehad.

Ongegronde angst
Als Compas naar een notaris was gegaan, had ze geweten dat haar angst ongegrond was geweest. Wie wordt gevraagd als voogd, hoeft daar helemaal niet voor te tekenen. "Als het zover is, kan die persoon de voogdij aanvaarden, of niet," zegt Gerben Gramser, notaris bij Spier & Hazenberg.

"Een testament is een eenzijdige wilsverklaring: ik bepaal dit en dit. De ander kan daarin meegaan, maar die kun je nergens aan houden. Het gaat soms natuurlijk over de heel, heel lange termijn. De situatie kan in de tussentijd zo zijn veranderd dat de voogdij overnemen, laat staan kinderen in huis nemen, echt niet meer te doen is."

Vergeet niet: voogdijschap is geen erebaantje

"Vergeet niet: het is geen erebaantje. Wat je jezelf aandoet, is heel heftig. Een belangrijke reden dat veel mensen ja zeggen als ze worden gevraagd, is dat de kans zo onwaarschijnlijk klein is dat het gebeurt."

Gehuild van ontroering
"Het is een enorme eer," zegt familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt. Ze sprak een keer een man die jaren ervoor gevraagd was als voogd door zijn broer.

"Dat was geweldig, een enorme blijk van vertrouwen. Iedereen had die avond gehuild van ontroering. Maar zeven jaar later was het aan de orde. Hij was totaal in paniek. Ik wil het niet, ik kan het niet, zei hij alsmaar. Uiteindelijk heeft hij het gedaan: hij is van baan gewisseld en in het huis van zijn overleden broer gaan wonen. Het heeft zijn leven op zijn kop gezet."

In haar praktijk ziet Van den Eerenbeemt dat vooral de mensen die zelf vroeg hun ouders zijn verloren, gebrand zijn op het goed regelen van de voogdij. "Ik sprak een vrouw die jong haar ouders verloor en op een kostschool terechtkwam, met een voogd die ze nauwelijks kende. Ze was daar erg verdrietig over, en was dus nu heel alert dat ze het zelf anders zou doen."

Dat leeft ook bij veel Joodse families, ziet Van den Eerenbeemt. "Met hun geschiedenis weten zij als geen ander hoe het is als je kinderen ergens anders moeten worden opgevangen."

Eva is een Joodse vrouw van begin 40. Ze is moeder van drie jongens in de basisschoolleeftijd, en wil niet herkenbaar in de krant uit angst voor antisemitische reacties. "We vinden het belangrijk dat onze kinderen in een Joods gezin opgroeien," zegt ze. "Ze gaan naar Joodse les, we eten geen varkensvlees. Ik wil dat wat wij ze meegeven, niet meteen overboord wordt gegooid als wij er niet meer zijn."

Of de Tweede Wereldoorlog een rol speelt bij het regelen van de voogdij, daar moet ze even over nadenken.

"Misschien in mijn achterhoofd. Ik wil het niet te groot maken, ik wil niet dat de zorg voor mijn kinderen daarover gaat. Maar als er opnieuw oorlog uitbreekt en de Joden zijn weer de klos, dan wil ik dat ze in een Joods gezin zijn, zodat ze samen zijn. Dat is misschien minder veilig, maar ik wil niet dat mijn kinderen het gevoel hebben dat ze op hen uit zijn en niet op hun pleegouders."

In scenario's denken
Eva heeft haar oudste broer gevraagd, en - als die niet in staat is de kinderen op te vangen - de broer van haar man. "Mijn broer is advocaat, die kan dit heel zakelijk bekijken. Overigens ging dat vragen bij ons gewoon tussen neus en lippen door. Hij zei dat ik het moest regelen, en toen zei ik: prima, o en by the way, wil jij het doen? Ik vond het vanzelfsprekend dat ik hem zou vragen."

"Het is ook niet zo'n feestelijke gebeurtenis, je vraagt iemand voor iets waarvan je wilt dat het nooit gebeurt. En als je niets regelt, gaan de kinderen naar de kinderbescherming hè, dat wil je niet."

Voor notaris Gramser is het vastleggen van de voogdij dagelijkse kost. Mensen met kleine kinderen: peuter op schoot, baby in de Bugaboo. "Ik probeer cliënten in scenario's te laten denken, ze mee te nemen in wat de voogdij kan betekenen. Een voogd krijgt het hele takenpakket van de ouders, dus inclusief het bewind over het vermogen van de kinderen. Dat is nogal wat."

Mensen gaan nooit geordend dood

"En er kan nogal wat veranderen: wil je je ouders, nu nog vitale zestigers, over tien jaar ook nog opzadelen met de zorg voor pubers? En je feestende kleine broertje is misschien nu nog niet zo geschikt als voogd, maar kan over tien jaar een prima kandidaat zijn. Dat soort dingen kun je allemaal vastleggen."

Geen garantie
Het is natuurlijk vragen naar de bekende weg als je van een notaris wilt weten of een briefje op de keukentafel ook goed is.

"Nee! In het buitenland geldt vaak de regel: als het maar ergens staat, is het in orde," zegt Gramser. "Dat is in Nederland niet zo. Met een briefje heb je geen enkele garantie. Alleen als je het vastlegt, staat er ondubbelzinnig vast dat dit je wens is."

Bij overlijden, zegt hij, komen zo veel grote krachten kijken waar je je nu nog niets bij kunt voorstellen. "Dan gaan opeens de ouders zich ermee bemoeien, of verre familie waar de kinderen toevallig net hebben gelogeerd. Het is een rommelig gebeuren, mensen gaan nooit geordend dood. Je kunt het echt niet overzien."

Wij nemen een briefje in een keukenla wel serieus, zegt Ingeborg Galama, jurist van de Raad voor de Kinderbescherming.

"Dat kan genoeg zijn als iedereen het erover eens is. Maar in veel gevallen is dat niet zo: zelfs als de kinderen bijvoorbeeld liever naar de buurvrouw gaan, en de buurvrouw instemt, is het goed mogelijk dat daar meer waarde aan wordt gehecht. Ook naar jonge kinderen wordt geluisterd. Uiteindelijk bepaalt de rechter."

Ook naar jonge kinderen wordt geluisterd

De rechter schakelt de kinderbescherming in wanneer er geen voogd is aangewezen en niemand inspringt om de kinderen op te vangen. "Dan kan het zijn dat de rechter in het gezag moet voorzien, en dat de voogdij dan naar een gecertificeerde instelling gaat," zegt Galama.

"Maar meestal worden kinderen opgevangen in het directe netwerk, en komen wij pas later in beeld, na een paar dagen, als bijvoorbeeld de ouders van een vriendje zich afvragen hoe het nu verder moet."

De Raad voor de Kinderbescherming doet dan onderzoek: wie in het netwerk van de kinderen zit, met wie ze een band hebben, wie er nu voor ze zorgt en of die dat wil blijven doen, of die persoon ook de zeggenschap zou willen. En soms wordt de raad ook ingeschakeld als ouders een voogd hebben aangewezen met wie de kinderen grote moeite hebben.

Beste bestemming
Vanaf hun twaalfde hebben kinderen het recht te worden gehoord. "Dan heb je een rotsituatie," zegt Galama. "Stel: de kinderen willen absoluut niet naar tante. De rechter kan tante dan ter overweging geven de voogdij niet te aanvaarden. Maar als zij wel aanvaardt, en de rechter hoort dingen waarvan hij denkt: holy moly, dan kan hij de raad opdracht geven nader onderzoek te doen."

Niet iedereen zit te wachten op een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming, merkt Galama. "Dat komt doordat wij vaak in beeld komen als er problemen zijn. Maar als het gaat over voogdij na overlijden, is het vaak een neutrale situatie."

"Dus wees niet bang voor de Raad voor de Kinderbescherming! We helpen alleen bij het vinden van de beste bestemming voor de kinderen. Dat is echt niet zomaar een vreemd pleeggezin - daar zijn er al veel te weinig van."

Wie mag voor je kind zorgen als jij er niet meer bent?
Beeld XF&M

In een enkel geval kan het wel heel naar lopen. Galama: "Stel: de ouders zijn uit elkaar, vader heeft het kind erkend maar moeder heeft als enige het gezag, omdat vader langdurig buiten beeld is geraakt. Wanneer zij komt te overlijden, zal de vader worden opgeroepen door de rechtbank, want hij is juridisch vader. Dan heeft hij voorrang boven de eventuele testamentair voogd. Dat kan veel ruis geven."

Geweldsverleden
Het kan tot dramatische situaties leiden, zegt Galama. "Ik heb wel meegemaakt dat moeder kanker had en al heel lang wist dat ze dood zou gaan. Ze had een testamentair voogd geregeld, bij wie de kinderen ook al woonden. Na haar overlijden werd de vader opgeroepen met wie de kinderen helemaal geen contact meer hadden. Dat werd een vreselijke situatie."

"Soms verliezen ouders het gezag na bijvoorbeeld een geweldsverleden, maar dat moet dan wel worden aangetoond. Vaker verliest de vader 'gewoon' het contact. Als hij zegt: ik was buiten beeld, maar ik ben er nu, kan het goed zijn dat de kinderen naar hem toe gaan."

"Het is de uitzondering op de uitzondering, maar het kan wel gebeuren: het recht van de ouder is nu eenmaal een heel hard recht. Dat is ook logisch. Het is toch je kind."

Hoe werkt het?

Je kunt de voogdij laten vastleggen via de rechtbank, door naam en adres van de beoogd voogd in te laten schrijven in het gezagsregister. Met DigiD is dat gratis, als de stukken moeten worden opgevraagd bij de gemeente zijn daar administratiekosten aan verbonden. 

Wie advies nodig heeft of meer wil bepalen dan alleen een naam van een voogd, kan dat doen bij de notaris, als onderdeel van een testament of als losse akte. Kosten beginnen bij 350 euro, en variëren per notaris. Je kunt daar ook andere bepalingen opnemen, zoals wanneer het kind de zeggenschap krijgt over het vermogen. Als je niets regelt, is dat bij 18 jaar - maar het kan wijs zijn dat uit te laten stellen tot 25 jaar, als de hersenen echt tot volle rijping zijn gekomen. 

De voogd krijgt de zeggenschap over het kind en het financieel bewind, maar die twee verantwoordelijkheden kun je in een akte ook aan verschillende mensen toewijzen, bijvoorbeeld als opa wel goed weet wat goed is voor zijn kleindochter, maar een tante echt verstand heeft van geld. Die kun je dan testamentair bewindvoerder maken. 

Als je niets nader specificeert, beheert de voogd het vermogen van het minderjarige kind. Vaak is er een huis, een overlijdensrisicoverzekering of overwaarde. Hij of zij mag dat niet zomaar uitgeven; daarvoor is toestemming nodig van de kantonrechter. Dat kan zonder tussenkomst van een advocaat. De kantonrechter zal per geval kijken of de uitgave in het belang is van de kinderen. Bijvoorbeeld: de aanvraag voor een uitbouw om ruimte te maken voor extra slaapkamers zal waarschijnlijk worden gehonoreerd, een vakantiehuis vermoedelijk niet.

--

'Je beseft pas achteraf dat ons huis ook hun ouderlijk huis is geworden'


Claudia (54) en Marc Omes (53) werden de voogden van de dochters van Claudia's zusje na haar overlijden.

"Mijn zusje overleed zes jaar geleden vrij onverwachts. Zij en haar vriend waren toen al een tijd uit elkaar. Hij had hun twee dochters, toen net 13 en 16, niet wettelijk erkend. We kwamen vrij snel tot de conclusie dat wij de voogdij op ons wilden nemen. We hebben een brief opgesteld waarbij de vader van de kinderen hiervoor toestemming gaf. Die heeft hij ondertekend. Hij kon door zijn handicap - hij woont in een zorginstelling - niet voor de meisjes zorgen. Ook niet in financieel opzicht."

"Mijn zusje en ik hadden het er nooit over gehad en niets vastgelegd. Wij hadden zelf al vier kinderen: drie jongens van toen 10, 13 en 19 en een meisje van 16. De voogdij over de dochters van mijn zusje heeft de rechter ons toegekend na het schrijven van een motivatiebrief en de toestemming van de vader. En we hebben het bij de notaris laten vastleggen. Dat ging allemaal vrij vlot en makkelijk, we kregen het idee dat de overheid het wel fijn vond dat er mensen waren die hen konden opvangen."

"Bovendien is het voor de kinderen beter ze onder te brengen bij bekenden.
Omdat wij toen in het buitenland woonden, konden ze niet meteen met ons mee. Ze woonden zolang bij hun oudtante in Nederland om hun school te kunnen vervolgen."

"In het nieuwe schooljaar is de jongste is met ons meegegaan naar Dubai. De oudste koos ervoor in Nederland te blijven en haar examenjaar af te maken. Later verhuisden we naar Argentinië met de jongste. Dat ging allemaal goed: als je de overlijdensakte hebt en de voogdij is uitgesproken door de rechtbank, mag je de kinderen meenemen naar het buitenland. Zolang je de papieren maar bij de hand hebt bij de paspoortcontrole."

"Wat ons heeft verbaasd, is dat de kinderen door de Sociale Verzekeringsbank als half­wezen worden gezien omdat zij nog een vader hebben. Maar hij heeft de kinderen niet erkend en hij zal nooit voor hen kunnen zorgen. Toch kwamen zij niet in aanmerking voor een volledig wezenpensioen. Wij als familie moesten alle kosten op ons nemen. Uiteindelijk hebben we wel kinderbijslag gekregen, maar we werden daar zo onaardig te woord gestaan - na het plotseling overlijden van een dierbare een bijzonder onplezierige ervaring."

"Toen het gebeurde, beseften veel mensen om ons heen dat het goed is om over dit soort dingen na te denken. Er verandert dan veel. De jongste van mijn zusje moest opeens een expatleven leiden. Je beseft pas achteraf dat ons huis ook hun ouderlijk huis is geworden. Alle grote gebeurtenissen in hun leven ga je samen beleven. Het is een commitment for life. We raden alle ouders aan om het vast te leggen. Je weet dat je kinderen in goede handen zijn als je er niet meer bent. Mijn zusje heeft nooit geweten waar haar kinderen terechtkwamen."

Joanne van Gool