Direct naar artikelinhoud

Wie betaalt voor de overlast van toeristen?

Backpackers, Airbnb'ers of dagjesmensen? Wie moet gaan opdraaien voor de overlast die het toerisme veroorzaakt? En wie gaat meer betalen? Amsterdammers mogen kiezen.

Wie betaalt voor de overlast van toeristen?
Beeld ANP

Het heffen van toeristenbelasting is op zich niet ingewikkeld. Elke hotelgast die Amsterdam bezoekt, betaalt een bedrag om de kosten die hij veroorzaakt te compenseren.

Het bedrag dat hier jaarlijks mee opgehaald wordt, stijgt de laatste jaren mee met de enorme groei die het toerisme doormaakt. Werd in 2015 nog 45 miljoen euro opgehaald, vorig jaar was dat al bijna verdubbeld naar rond de 80 miljoen euro.

Buitenlandse toerisme
De ambitie is om de komende jaren nog eens 105 miljoen euro extra op te halen. Meer geld voor handhavers en schoonmakers voor de stad die kraakt onder de populariteit.

Die inkomstenstijging van de laatste jaren is vooral te danken aan de enorme groei van het buitenlandse toerisme.

In Amsterdam was de toestroom de laatste jaren veel hoger dan in vergelijkbare Europese steden, blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau SEO. Tussen 2009 en 2016 groeide het toerisme elders met gemiddeld 35 procent, deze stad kreeg een stijging van 58 procent van het aantal bezoekers te verwerken.

Dubbeltjes
"Voor veel Amsterdammers is de stad er de afgelopen jaren eenvoudigweg niet leuker op geworden, terwijl de stad opdraait voor de kosten om de stad, met al die miljoenen bezoekers, leefbaar te houden," zegt wethouder Udo Kock (Financiën).

Toch zit een derde van het totaal aantal toeristen nu nog voor een paar dubbeltjes op de eerste rang. Dagjesmensen die niet in een hotel overnachten, ontlopen de toeristenbelasting grotendeels en dragen slechts 66 cent af als zij een rondvaart of bustoer door de stad maken.

Het gaat grotendeels om Nederlanders uit alle delen van het land. Kock breekt zich al een tijdje het hoofd over de vraag hoe hij deze categorie bezoekers, 5 van de 18 miljoen (cijfers uit 2016), meer kan laten betalen.

Anne Frankhuis
De wethouder speelt met het idee om alle attracties in de stad een bedrag per bezoeker te laten afdragen, zoals het Anne Frankhuis, het Rijks of de Amsterdam Dungeon. Die maatregel kan veel geld opleveren, het nadeel is dat inwoners het ook zullen voelen.

De stad mag juridisch gezien geen onderscheid maken tussen Amsterdammers en bezoekers. De maatregel is daarom ook niet erg populair (zie kader). Bezoekers van festivals en stadsgidsen belasten lijkt wel haalbaar.

En wat te denken van de gasten die via Airbnb of andere digitale platforms in woonhuizen overnachten? Circa 20.000 Amsterdammers verhuren hun huis wel eens. De gemeenteraad wil het verhuren van woningen aan toeristen verder terugdringen.

Volgens Kock is het juridisch houdbaar om deze groep, samen met bed & breakfasts en shortstay-appartementen, een hoger tarief op te leggen dan hotels, om vakantieverhuur onaantrekkelijker te maken.

Keuzes, keuzes
En dan zijn er de hotels. Het huidige tarief, 7 procent per nacht per kamer, zorgt ervoor dat de gasten in het hogere segment de meeste toeristenbelasting ophoesten. Hun kamers zijn immers duurder. Wie in een hostel slaapt, betaalt minder.

Door elke toerist een vast bedrag te laten afdragen, bovenop een variabel percentage, gaan de inkomsten omhoog en is de verdeling eerlijker. Maar wat is dan een eerlijk bedrag? En moet je solidair zijn naar toeristen, of juist niet? Keuzes, keuzes, keuzes.

Het einddoel, 105 miljoen euro extra inkomsten uit het toerisme vanaf 2021, staat vast. Maar hoe het verder moet, wil Kock van de stad horen. In februari volgen vier bijeenkomsten met elk 50 willekeurig geselecteerde Amsterdammers. Onder leiding van een gespreksleider wil Kock weten hoe zij aankijken tegen alle opties.

Ook gaan ambtenaren in gesprek met hoteliers en ondernemers in de attractiebranche om hun bedenkingen en bezwaren te horen. Zij zullen de heffing immers moeten doorbelasten aan hun gasten en klanten. Daarnaast verricht de gemeente een digitaal onderzoek naar de wensen van Amsterdammers.

In mei moet duidelijk zijn wie er gaat opdraaien voor de rekening.

Heffing
Amsterdammers kijken nu overwegend negatief naar een heffing op attracties, zoals musea. Uit onderzoek door het gemeentelijke OIS in opdracht van Het Parool en AT5 blijkt dat 52 procent van de ondervraagden een fictieve heffing van 75 cent per toegangskaartje afkeurt. 33 procent staat er (redelijk) positief tegenover.

Volgens wethouder Kock van Financiën kan de maatregel 37 miljoen euro opleveren, maar het nadeel is dat er aan de kassa geen onderscheid kan worden gemaakt tussen inwoners en bezoekers van buiten de stad. Kock waarschuwt ook dat het belasten van attracties een enorme administratieve opgave betekent. Wel loont het om de taks uit te breiden naar festivals en gidsrondleidingen.