Direct naar artikelinhoud

Gelukkig hebben we de expats nog

Techstad Amsterdam barst uit zijn voegen. Slot van een serie over hoogopgeleide kenniswerkers. Hoe hebben expats de stad veranderd?

Gelukkig hebben we de expats nog
Beeld Yoko Heiligers

Economie: Groei dankzij India en de VS

Even voor de goede orde: als expats niet naar de stad zouden komen, was Amsterdam een van de vele krimpgemeenten in Nederland, zoals Delfzijl of Heerlen. Veel Amsterdammers vertrekken uit de stad, en dan hebben we het vooral over gezinnen, die in Amsterdam geen betaalbaar huis kunnen vinden.

Amsterdam mag bekendstaan als een magneet die talent uit andere gemeenten aantrekt, maar intussen vertrokken vorig jaar 43.000 mensen naar een plek elders in Nederland, een record, en 15.000 meer dan in 2010, blijkt uit de jaarcijfers van onderzoeksdienst OIS.

Daartegenover stond de komst van 35.000 mensen uit een andere gemeente in Nederland, minder dan de twee jaren daarvoor.

Hiervoor zijn allerlei redenen te bedenken: Amsterdam is voor mensen van buiten nog minder te betalen dan voor Amsterdammers.

Iedereen kent de ellende van krimpgemeenten: jongeren vertrekken, de bevolking vergrijst, winkels gaan failliet, restaurants lopen leeg. De economie holt achteruit, want er blijven minder mensen over om geld uit te geven.

Gelukkig heeft Amsterdam de expats nog. Want als we alles bij elkaar optellen en aftrekken groeit de stad met ruim 10.000 inwoners per jaar. In 2017 kwamen 37.000 mensen uit het buitenland naar Amsterdam, dat zijn er meer dan uit Nederland. Volgens OIS zijn dat vooral expats en internationale studenten.

De top 3-landen van herkomst: India, Amerika en Engeland. Expats zijn belangrijk voor de economie: ze geven makkelijk geld uit, gaan vaak uit eten en doen hun boodschappen in de buurt. Geen wonder dat in hun omgeving nieuwe restaurants en koffietentjes opengaan.

Natuurlijk heeft de komst van expats een keerzijde: ze verhogen de druk op de huizenprijzen. Slecht nieuws voor Amsterdammers die de stad worden uitgedrukt, goed nieuws voor de economie. De economische groei drijft, ook in Amsterdam, al jaren voor een belangrijk deel op stijgende huizenprijzen.

Michiel Couzy

Economie: Groei dankzij India en de VS
Beeld Yoko Heiligers

Horeca: Meer service zou leuk zijn

Eén ding hebben expats gemeen: ze blijven niet graag binnen. Je verhuist tenslotte niet helemaal naar Amsterdam om alleen maar te werken en Netflix is er in het moederland ook.

Expats zoeken elkaar per definitie op en dan kom je al snel uit in de horeca. Maar de vraag of ze ook echt een stempel drukken op het Amsterdamse uitgaansleven is geen eenvoudige.

Neem Drovers Dog, café en restaurant speciaal voor Aussies. Sfeer, menu, speciale avonden, het is allemaal down under. Er zijn er drie van in Amsterdam. Maar daarmee is nog niet vastgesteld dat Drovers Dog er is gekomen voor mensen uit Australië. Ze zijn er voor liefhebbers van Australië. Die doelgroep is meteen een stukje groter.

In 2008 begon Summer Souleyman met The Amsterdam Expat Meetup Group. Nu heeft hij 19.000 leden, later deze maand 20.000. Ze begonnen in Molly Malone's, maar die Ierse pub werd al snel te klein. Souleyman: "We zitten allemaal in hetzelfde schuitje: je kent niemand."

Maar dat willen ze graag veranderen, dus ze organiseren wekelijks events, etentjes, bijeenkomsten. In het begin moest hij zelf goed zoeken naar een geschikte - steeds grotere - locatie, maar sinds twee, drie jaar komen horecabedrijven naar hem.

"Ze willen geen toeristen meer, ze willen expats. Maar ze weten niet hoe ze ons moeten binden, dus vragen ze: wat moeten we doen?"

Simpel. Iets meer luxe, iets meer service. "Een bruine kroeg is leuk met een vriend. Maar als we als expats bij elkaar komen, zoeken we toch iets dat meer classy is. En dat is moeilijk hier. En ook service minded scoort Amsterdam nog altijd laag."

Hans van der Beek

Horeca: Meer service zou leuk zijn
Beeld Yoko Heiligers

Sport: Engelstalig sportteam zoekt spelers

Je kunt zeggen dat sport verbroedert, maar vooralsnog speelt Netball Amsterdam elk weekend een intern toernooi en eens in de maand tegen Utrecht - waar ook alleen expats spelen.

Netball, een soort korfbal maar dan met internationale allure, is vooral populair in landen die ooit bij het Verenigd Koninkrijk hoorden. De bestuursleden komen uit Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika.

De club doet een dappere poging een landelijke competitie op te starten, maar dat gaat moeizaam, aldus bestuurslid Delle Benton (31): "We hebben echt nog een paar steden nodig die het zelf moeten oppakken."

Bij Netball spelen alleen expats. Bij cricketvereniging Qui Vive in Nieuw-West spelen vrijwel alleen Indiërs - alleen doen zij wel mee in de competitie. Een ideale manier om te integreren, aldus cricketer en stadsdeelvoorzitter van Zuid Sebastiaan Capel.

Zijn club VRA, in het Amsterdamse Bos, heeft speciale bedrijfsteams met veel expats, en de captain van het Nederlandse cricketelftal, Peter Borren, is een Nieuw-Zeelander die al jaren in Buitenveldert woont.

Verscheidene voetbalclubs hebben teams met expats: bij Fortius spelen Italianen en Zuid-Amerikanen, AFC heeft een team met vooral Chinezen, en Arsenal Amsterdam heeft twee expatteams.

Die aantrekkingskracht voor expats heeft niets met de clubnaam te maken, bezweert de trainer van Arsenal Zaterdag 3, Leigh Ireland (uit Birmingham). In 2008 zag hij dat de groei stokte, toen door de crisis de internationale banen verdwenen.

En nu, de laatste jaren, komen er weer steeds meer goede buitenlandse spelers bij. Nog niet genoeg, overigens, want zoals zoveel expatteams kampt Arsenal 3 met een gebrek aan continuïteit. Dat probleem laat zich natuurlijk niet zomaar oplossen.

Vera Spaans

Sport: Engelstalig sportteam zoekt spelers
Beeld Yoko Heiligers

Straatbeeld: Fietshelm? Expat!

Vraag op een fietspad aan een volwassen fietser met een helm op of je hem iets mag vragen en je wordt vrijwel altijd onbegrepen aangekeken. Meestal volgt: "Eh, do you speak English?" Een enkele keer: "Parlez-vous Francais?"

Het leek zo'n leuk onderwerp voor een stukje: dat hoe langer hoe meer mensen zich met een fietshelm op het hoofd in het Amsterdamse verkeer begeven. Geen kinderen met bloemetjeshelmpjes dus en ook geen e-bikers, nee: echte volgroeide Amsterdamse fietsers. Als dat zou kloppen, zou dat een leuk verhaal zijn, toch?

Zeker. Want Amsterdammers fietsen zónder helm. En toch rukt de fietshelm op in het straatbeeld.

Het is hier nog geen Londen of New York, waar alleen levensmoeie fietsers (opvallend vaak Amsterdammers) zich blootshoofds tussen het overige verkeer wagen, maar het is onmiskenbaar dat er tegenwoordig meer mensen zijn die de hoon voor lief nemen en gewoon een fietshelm aanschaffen.

Na zeker 15 keer vragen zonder ook maar één onvervalste Amsterdammer te treffen, belandde het leuke idee op de gestaag groeiende berg 'leuke ideeën, maar helaas niet waar'. Het aantal helmpjes neemt toe, maar het lijkt erop dat die groei één op één wordt veroorzaakt door de toename van het aantal expats.

Maar is de expat gewoon niet verstandiger? Ís een helm veiliger? Daarover zijn de meningen verdeeld. Het meest verstandige onderzoek daarnaar zou weleens de studie kunnen zijn waaruit bleek dat helmen vooral zoden aan de dijk zetten in steden waar nauwelijks gefietst wordt. Aha! Níet Amsterdam dus.

Marc Kruyswijk

Straatbeeld: Fietshelm? Expat!
Beeld Yoko Heiligers

Huizen: Voor hen is de markt even oververhit

Tijd om een vooroordeel weg te nemen. De expat die drie-, vier-, vijfduizend euro per maand te besteden had, bestaat nauwelijks meer. De grote groep heeft het niet veel breder dan de gemiddelde Amsterdammer: met een budget van 1000 of 1500 euro per maand beginnen de eerste stappen op de Amsterdamse woningmarkt met een slechtnieuwsgesprek.

Een huis op de gracht, dat bij expats toch het meest geliefd is, ligt voor de gemiddelde techneut die bij Booking.com werkt ook niet binnen handbereik.

Dat expats mede de huizenmarkt omhoog hebben gestuwd, klopt op zich wel - maar inmiddels is die voor hen even oververhit als voor de gewone Amsterdammer.

Edzard Bijvoet, commercieel directeur van de Makelaarsvereniging Amsterdam en aanspreekpunt voor de expatafdeling, schetst het beeld van een jonge wereldburger, die rustig 320.000 euro neertelt voor een tweekamerwoning binnen de Ring.

Waar expats tegenaan lopen, is de aanvraag van een burgerservicenummer - dat nodig is voor een hypotheek. De gemeente heeft nu een wachttijd van vier à vijf weken.

En dan moet je nog een huis kunnen vinden, natuurlijk. Bijvoet verwacht dit jaar 18.000 nieuwe expats in Amsterdam. Vorig jaar waren het er ongeveer 16.000. Ze komen via de grote internationale bedrijven, zoals Booking.com, en ook via het Europees Medicijn Agentschap (EMA).

"Dat zijn 900 gezinnen, en dan hebben we het nog niet eens over de honderd toeleveranciers die met het EMA meekomen."

Eén ding is zeker: deze mensen gaan lang niet allemaal een huis vinden binnen de Ring. De metropool Amsterdam wordt psychologisch steeds groter.

Vera Spaans

Huizen: Voor hen is de markt even oververhit
Beeld Yoko Heiligers

Onderwijs: Meer betaalbare scholen graag

Ooit gingen expats uit Engeland naar the British School, met de kinderen in klassieke schooluniformpjes, de Fransen naar de Franse school en de Amerikanen naar de International School of Amsterdam.

Duurder dan reguliere scholen, maar dat was nooit een probleem: expats verdienden toch meer dan gewone werknemers. De enige openbare internationale school was sinds 2003 de Amsterdam International Community School (AICS), maar daar is de ouderbijdrage nog een paar duizend euro per jaar.

Inmiddels zijn expats minder kapitaalkrachtig. Niet arm, maar met een middeninkomen, waardoor de roep om betaalbare, openbare internationale scholen luider wordt.

Internationale scholen kampen al jaren met wachtlijsten. Volgens de gemeente zijn er 1500 plekken te weinig. Amsterdam wil meer internationale scholen, maar dat gaat langzaam. Ook de relatief nieuwe, openbare internationale school DENISE kan de vraag niet aan.

Op stapel staat een tweede vestiging van het AICS in Zuidoost en in september vorig jaar opende de privéschool van de Indiase scholen­keten Amity, in Amstelveen. Het kabinet maakte vorig jaar 11 miljoen euro vrij voor internationale scholen, waarvan 4 miljoen voor de regio Amsterdam is bedoeld.

Bovendien wordt de behoefte aan internationalisering ook onder Nederlandse ouders groter. Steeds meer ouders willen tweetalig onderwijs voor hun kind. Tot nu toe mag alleen de Visserschool in West in het kader van een pilot volledig tweetalig basisonderwijs aanbieden.

Op middelbare scholen is het aanbod groter: het St. Nicolaas Lyceum, het Berlage Lyceum, de Bredero Mavo en SG Reigersbos hebben tweetalige programma's.

Ook steeds meer basisscholen geven al vanaf de kleuters Engels. Om meer expats voor regulier onderwijs te laten kiezen, helpt het al de website van de school in het Engels aan te bieden. Want inschrijven op een gewone Nederlandse school is het probleem niet, zeker niet voor wie langer in de stad blijft, maar je moet wel weten wat je kiest.

Lorianne van Gelder

Lees ook:
Deel 1: Techbedrijven in de verdrukking in Amsterdam
Deel 2: Expats in Amsterdam: 'Je zult je hier never, ever thuis voelen'
Deel 3: 'Amsterdam moet oppassen dat het imago bij bedrijven niet verliest'
Deel 4: Expats van de Gouden Eeuw: Amsterdam was altijd al migrantenstad
Deel 5: Amsterdam moet flexibele millennial omarmen

Onderwijs: Meer betaalbare scholen graag
Beeld Yoko Heiligers