Direct naar artikelinhoud
PS

De fiets is niet simpelweg een vervoersmiddel meer

De degelijke zwarte fiets, nogal eens verwaarloosd, maakt in Amsterdam plaats voor stijlvollere, kleurrijkere modellen, bedoeld om mee te pronken. Toon me uw fiets en ik vertel u wie u bent.

De fiets is niet simpelweg een vervoersmiddel meer
Beeld Ivo van der Bent

De fiets is een handtasje geworden. Een accessoire. Een praktisch ding nog altijd, maar vooral een ding met een onderscheidende functie. Natuurlijk, de fiets is een vervoermiddel, maar hij is ook iets geworden om onderweg mee te pronken.

Fietsen zijn felgekleurd of juist niet. Ze zijn retro of juist hypermodern. Hebben dikke buizen of juist van die enge geknepen stuurpennetjes. Italiaanse snit, Scandinavisch design of Amsterdamse bluf - het is er allemaal. Een fiets, die moet tegenwoordig bij je passen, die zegt iets over de berijder. Toon me uw fiets en ik vertel u wie u bent.

Stop in Amsterdam bij een stoplicht en je maakt tegenwoordig deel uit van een rij bontgekleurde vervoermiddelen. Terwijl auto's hoe langer hoe meer zwart, donkerblauw en grijs zijn, is de fietsvloot in toenemende mate roze, oranje of felgeel.

Een blauwe voorband, groene velgen of een vuurrood frame, daar kijkt niemand meer van op. Stoere fietsen, verfijnde fietsen, domme fietsen, botte fietsen: zo veel mensen zo veel fietsen.

Zwart en verwaarloosd, dat was decennialang de standaard in Amsterdam. Een fiets moest niet mooi zijn, dan werd ie maar gestolen. Een beetje beschadigd en het liefst zo onopvallend mogelijk, dat bood de grootste kans op voortdurend fietsgeluk.

Dat zwarte dat ging vanzelf; andere kleuren werden nauwelijks aangeboden. En dat beschadigde was een kwestie van tijd: Amsterdamse fietsen werden (en worden) intensief gebruikt en waardeloos onderhouden. Eigenaren boeide het niet en medegebruikers van de fietsenrekken nog veel minder.

Chopperzadels
Maar de barrels maken plaats. Fietsen is een ding geworden en de fiets niet meer simpelweg een vervoermiddel. Dat was natuurlijk al een beetje zo. Je had altijd die enthousiastelingen en die fanaten die er eer in stelden om met hun fiets niet onder te duiken in de massa. Die trots waren op hun wielen, die ze koesterden en vertroetelden, en niet zomaar de eerste de beste fiets uit de rekken van de winkel trokken.

Je had ze, de hipsters die echt niet dood gevonden wilden worden op de Batavus of de Gazelle waarmee hun vader ook naar kantoor reed, een broodtrommeltje onder de snelbinders. Die kochten een ouwe racefiets van Peugeot en lieten die reviseren, waarna ze door de stad reden met een air van: kijk mij hier mezelf eens zijn.

De techneuten zijn ook van alle tijden. De types die graag iets beters wilden dan wat iedereen al had en dan desnoods zelf maar een ossenkopstuur op hun stadsfiets monteerden. Extreem brede banden of chopperzadels met onderrugondersteuning.

Die pioniers, dat was toen. Die voorhoedefiets rukte op en zette door, sinds een jaar of wat geleden. Logisch ook: de fiets is een gezond product. Hij stelt je in veel gevallen in staat om op de snelst mogelijke manier je bestemming te bereiken en je moet er ook nog wat voor doen. Plus: fietsen worden nog wel gestolen, maar lang zo vaak niet meer als in het verleden.

Fietsen werd een lifestyle in plaats van een armeluisactiviteit. Je fietst niet meer omdat je geen auto kunt betalen, je fietst omdat je nu eenmaal wilt fietsen.

Vrijheid
Zit je in de bus of stap je op de fiets? Het is een vraag waar ongeacht het antwoord veel in verscholen ligt. Laat je je samen met een groep onbekende stadgenoten openbaar vervoeren, waarbij iemand anders uitmaakt wanneer je reist en waar je eruit moet? Of kies je voor de vrijheid om te gaan en te rijden waar je wilt op de momenten dat jij een nijpende vervoersvraag hebt?

Amsterdammers willen fietsen en de vraag werd de afgelopen jaren steeds meer: hoe dan? Het antwoord kwam van de industrie, die op vol vermogen inspeelt op de toenemende behoefte aan net even iets anders.

Want hoe massaler het vervoermiddel wordt gebruikt, hoe groter de vraag naar onderscheidende vormen, kleuren of uitstraling. Willen mensen een gekke fiets, dan kunnen ze hun gekke fiets krijgen. U vraagt, wij draaien.

Lost Boys
De fiets vertelt een verhaal. Met de fiets laat de berijder zien wie hij of zij is, of misschien in veel gevallen ook wie hij of zij zou willen zijn. Dat zagen ze twintig jaar geleden goed bij softwarebedrijf Lost Boys, dat nieuwe werknemers geen leaseauto cadeau deed, maar een rode Kronan.

De Zweedse legerfiets werd een onvermijdelijk onderdeel van het Amsterdamse straatbeeld en wie er rijdend op werd gespot, oogstte bewondering. Tegenwoordig zie je de oorspronkelijke Kronans niet meer en is ook Lost Boys alweer jaren verdwenen.

Ook op andere plekken wordt de kracht van de fiets als onderdeel of uiting van een identiteit erkend en gebruikt. Fietsen hangen niet meer alleen gepoetst en al in huiskamers aan de muur, waar eerst nog kunst hing of een filmposter. Fietsen rukken op in etalages van brillenwinkels, kledingzaken en zelfs in doorsnee bakkerijen.

Stoere fietsen, verfijnde fietsen, domme fietsen, botte fietsen: zo veel mensen zo veel fietsen

Er zijn ondernemers die een kekke fiets voor hun zaak zetten, omdat het type fiets afstraalt op het imago dat ze graag zich graag aanmeten.

Daarmee is de hippe fiets de hipster voorbij. Het was erop en erover. Er is geen eenzame fietser meer, ontsnapt uit het peloton, kromgebogen over zijn stuur tegen de wind, die voor de meute uit rijdt. De eenling is bijgehaald. Opgeslokt door de groep waarin iederéén een aparte fiets heeft.

Zoals dat gaat met mode: vlak nadat het in is geworden, is het uit. Wat dat betreft, maar alléén wat dat betreft, is het maar goed dat veel populaire fietsen slecht scoren in kwaliteit.

De Kronan bleek geen fiets voor het leven, het gros van de Parool- en de Trouw-fietsen kwamen hun eerste winter niet door en veel fietsen die online kunnen worden geassembleerd, zijn ronduit onbetrouwbaar.

Niets onbespotens aan
De doorloopsnelheid neemt toe, de stad draagt in steeds rapper tempo bij aan de berg afgedankte fietsen. Het is daarom fijn dat ook daarop al wordt ingesprongen, bijvoorbeeld door het Amsterdamse bedrijf Roetz, dat oude fietsen uit elkaar haalt en bruikbare onderdelen een tweede leven geeft. Het zijn geen reformfietsen, er is niets onbespotens aan: Roetz heeft stevige, moderne fietsen in fraaie vormen.

Terwijl de fiets-voor-het-leven nu langzaam maar zeker plaatsmaakt voor een fiets-voor-heel-even, zijn bedrijven als Roetz echter nog in de minderheid.

Een fietsenverkoper in het centrum van de stad verzuchtte onlangs: "Als mensen dan per se een fiets willen die bij hen past, wat zegt het dan over die mensen dat ze zulke waardeloze troep kopen? Wegwerpkwaliteit. Hebben die mensen dan ook een wegwerpkarakter?"

De eenling is bijgehaald, opgeslokt door het peloton, waarin iedereen een aparte fiets heeft
Thierry Boeckholtz met zijn Veloretti.Beeld Ivo van der Bent

'Ik fiets in stijl'

Thierry Boeckholtz (28) is creatief ondernemer. Hij rijdt op een fiets van het Amsterdamse merk Veloretti, type Berlin.

Die fiets is er in donkergroen en lichtblauw, maar Boeckholtz wilde per se de gele uitvoering, oftewel Savana Yellow (vanaf €399): dan valt ie namelijk pas écht op.

Over aandacht heeft Boeckholtz dan ook niet te klagen: zijn Veloretti wordt bij stoplichten geregeld bewonderd en becommentarieerd. "Het is een fiets met stijl en klasse. Ik ben iemand die houdt van mooie kleding, daar past geen doorsnee fiets bij. Deze Veloretti maakt het plaatje compleet."

Myriam Corzilius met haar Bough Bike.Beeld Ivo van der Bent

'Boost voor mijn ego'

De eerste jaren 'kampeerde' de Bough Bike in de huiskamer van Myriam Corzilius (57), bevreesd als ze was dat haar geliefde fiets (ruim €1500) zou worden gestolen.

Niet dat dat een last was voor de documentairemaakster, integendeel: "Ik kijk er graag naar." Zes jaar oud is ie, de eikenhouten fiets, en achttien kilo zwaar.

Jan Gunneweg, hij produceerde er driehonderd, bedacht hem toen zijn zoontje uit zijn loopfiets was gegroeid, en dat zie je eraan af. Écht hout, daar houdt Corzilius van.

Ze heeft er bekijks mee. "Als mijn ego een boost nodig heeft, fiets ik door de Damstraat. Dan hoor je de bewondering in vijf talen."

Aart Roelandt met de door hemzelf en Bram Moens ontworpen Minimal.bike.Beeld Ivo van der Bent

'Snel en in balans'

Ontwerper Aart Roelandt (63) vond nergens de fiets die hij écht zou willen hebben, dus besloot hij er, met fietsontwerper Bram Moens, één te ontwerpen.

Het resultaat is de Minimal.bike (rond de €3000). Een vouwfiets zonder toeters en bellen. Minimaal, zeg maar. Zesenhalve kilo, slechts een beetje zwaarder dan het slot dat Roelandt erbij gebruikt.

Opvallen is niet de bedoeling ('zwart is een mooie kleur'), maar dat doet hij natuurlijk wel. "Hij kan heel snel, ik fiets zomaar 35 kilometer per uur. Maar ook als ik door een mensen­menigte fiets, stapvoets, is hij perfect in balans."

Anne van der Marel met haar Roetz.Beeld Ivo van der Bent

'Dit is geen flutproduct'

De houten spatborden, dat is het pronkstuk van de fiets waarmee Anne van der Marel (32) dagelijks pendelt tussen huis en haar baan als docent Engels op het Cartesius Lyceum.

Een Roetz is het, model Road Ladies (vanaf €569). Pastelgroen en met een, vanwege haar lengte, extra lange stuurpen. "Zodat ik niet als een gnoom voorovergebogen op mijn fiets zit."

De fiets is online samen­gesteld, maar gemaakt in Amsterdam. Door mensen met een 'rugzak'. Maar vooral: door herproductie van afgedankte oude fietsen. "Geen flutproduct uit China, maar een goeie, leuke fiets."

Robert Voges met zijn Monster Cross.Beeld Ivo van der Bent

'Eén van mijn twaalf fietsen'

De achternaaf van Robert Voges' (32) Soma Wolverine maakt herrie. Dat ergert de fietsenmaker allerminst, hij is er zelfs wel een beetje trots op. Het hoort bij deze fiets (tussen de €2000 en €3000), zoals het geplopplop hoort bij de motoren van Harley.

Fietst hij op zijn 'Monster Cross'-fiets door Amsterdam, dan gaat ie nooit of te nimmer onopgemerkt. "Met deze fiets heb ik echt beláchelijk veel bekijks."

Voges bouwde hem zelf op, hoewel de banden bij nader inzien zó breed zijn, dat ze soms aanlopen. Dit is een van de twáálf fietsen die Voges bezit. "Staan allemaal bij mij op de galerij. Andere mensen hebben er een picknicktafel, ik heb twaalf fietsen."