Direct naar artikelinhoud
PS

Nederlands op z'n Noémie's: geen klompen, wel Ajax

Amsterdam is André Hazes en Ajax, Nederland niet het clichébeeld van klompen, tulpen en kaas, en zo moet je hier flirten. Noémie Winkel (27) helpt op haar taalschool More than Les vluchtelingen en expats op weg met Nederlands waar ze wél wat aan hebben.

Noémie Winkel met cursisten Amro (l) en OmranBeeld Dingena Mol

Kom niet aan met klompen of tulpen, Goudakaas of molens. Alsof Nederland dááruit bestaat. Noémie Winkel hangt juist Peruaanse hoedjes en Syrische petjes aan de muur. Om maar te zeggen: we zijn allemaal wereldburgers. Nederland is al lang niet meer het clichébeeld dat toeristenwinkels en taalcursussen graag verkopen.

Winkel heeft een talenschool in een vleugel van de voormalige Bijlmerbajes. Een jaar geleden begonnen, is ze nu al uit de rode cijfers. More than Les heet de school - een speelse naam die verraadt dat ze humor heeft en ook goed begrijpt wat taal kan doen. Als kind zat ze al bij haar moeders taallessen - een Française die Nederlandse les gaf aan expats. Nu geeft haar moeder lessen bij haar.

De wereld van Winkel was altijd al groter dan het Amsterdam-Centrum en Zuid van haar jeugd. Na het Hervormd Lyceum Zuid studeerde ze international development studies in Wageningen. Daarna deed ze in Mexico een jaar onderzoek naar conflictsituaties in dorpjes en werkte op de Nederlandse ambassade in Mexico-Stad.

Danny de Munk en Ajax
In een broekpak zonder mouwen - buiten haalt het kwik krap de vijf graden - beent Winkel door de lange gang. More than Les beslaat bijna een verdieping van de voormalige kantoren van de gevangenis. De ruimtes die ze als leslokalen en kantoor gebruikt zijn vrolijk ingericht met verzamelde souvenirs - van gevlochten manden tot houten gedroogde bonen uit Mexico.

Zestig inburgeringsstudenten heeft More than Les inmiddels, voornamelijk hoogopgeleide Syriërs. "Mensen die ook dromen hebben om te reizen naar Canada of Zuid-Amerika." Vandaar ook de wijde blik: wat heb je aan lessen Nederlands en lessen Nederland met klompen en tulpen, als je in een kosmopolitische stad als Amsterdam woont? Liever integreert Winkel Danny de Munk, André Hazes en Ajax in het curriculum. "Ik probeer juist Amsterdam mee te geven."

De ene helft statushouders, de andere helft is expat bij een van de vele internationale bedrijven in de stad. De 'in company'-lessen zijn er voor buitenlandse werknemers, nu zo'n 75, die graag een beetje Nederlands meekrijgen. Dankzij die combinatie draait More than Les goed.

"Wat is flierefluiten?" vraagt leraar Bart van Aert (34), één van de elf docenten, het kleine clubje studenten. De twee mannen en een vrouw, in de twintig en dertig, kijken vragend op. Dat woord kennen ze nog niet. Andere gooien ze er zo uit. Vandaag behandelen ze tegenstellingen: zelfstandig en afhankelijk, zich ontspannen of inspannen, stijgen en dalen.

Marcus Ebsai (23) heeft vandaag zijn hakken niet aangetrokken, constateert Winkel, terwijl ze de les binnenvalt. "En wat is het hier warm!" roept ze. De jonge Syriër lacht. "Ik kom uit het Midden-Oosten, ik heb het graag warm," reageert hij. "Noémie en de andere docenten zijn leuk." De manier van met elkaar omgaan is vriendschappelijk. Winkel is ook weleens met hen gaan dansen.   

Vrijwilligerswerk
Deze nieuwkomers kunnen net als andere vluchtelingen een beroep doen op een Duo-lening om Nederlands te leren en hun inburgeringscursus te halen. De meesten hebben al de nodige taalscholen versleten en kwamen via via bij More than Les. Het zijn ambitieuze jonge mensen, die graag willen studeren en nuttige woorden willen leren. Die meer willen dan het papiertje dat het inburgeringsdiploma is.

Winkel is eerlijk over de studenten die hier het beste tot hun recht komen: hoogopgeleide vluchtelingen, die gemakkelijk leren. Gemiddeld zijn ze 33 jaar. Ze doet een intake om te kijken wat voor niveau ze hebben. "We geven ook les op het laagste niveau, maar niet aan analfabeten, daarin zijn andere taalscholen gespecialiseerd."

Noémie Winkel is betrokken bij alle vluchtelingen. Dat komt doordat ze in 2015, terugkomend uit Mexico, midden in de vluchtelingenstroom terechtkwam. Vijf maanden, op het hoogtepunt van de golf nieuwkomers op Amsterdam-Centraal, deed ze vrijwilligerswerk op het station. Met andere vrijwilligers zette ze Refugees Welcome Amsterdam op. Ze hielp gedesoriënteerde vluchtelingen naar de noodopvang. De scriptie die ze had moeten schrijven, kwam even op de tweede plaats.

"Het klinkt misschien hippie, maar ik vind dat iedereen een eerlijke kans verdient op een goed leven. Door mensen op weg te helpen, maak je de wereld een beetje beter."

Zij hebben ook dromen om te reizen naar Canada of Zuid-Amerika
Noémie Winkel

Toen de vluchtelingenstroom na de Turkijedeal opdroogde, wilde Winkel niet stoppen. Ze hoorde van de ruimtes in de Bijlmerbajes, dat een azc was geworden, en begon haar talenschool in februari 2017. "Ik hoorde van mijn moeder, die al lang NT2-docent was, dat veel vluchtelingen niet blij waren met hun taalscholen. Ze vonden de klassen te groot, de niveaus binnen een groep te uiteenlopend."

More than Les heeft groepen van maximaal acht cursisten. Er moet ruimte zijn voor individuele begeleiding, voor vragen en specifieke, alledaagse verzoekjes. Hoe bestel je in een restaurant, hoe voer je een sollicitatiegesprek, hoe flirt je eigenlijk? "Op mijn vorige talenschool was geen plek voor persoonlijke vragen," zegt Mary Farwy (25) uit Syrië.

Laptop
Sinds 2013 moeten vluchtelingen hun inburgering zelf betalen, met een lening van Duo van 10.000 euro, die wordt omgezet in een gift als binnen drie jaar het inburgeringsexamen wordt gehaald. Dat veroorzaakte een wildgroei aan talenscholen. Scholen die cursisten werven met een laptop, maar zonder garantie op goed onderwijs, met contracten van twee jaar.

Winkel wil dat niet. Ze houdt haar klasjes klein, vraagt 15 euro per uur. Contracten zijn er voor maximaal drie maanden. Je weet namelijk nooit of cursisten dan nog tevreden zijn, is haar gedachte.

Dankzij de expats kan Winkel het tarief laag houden. Die expats vragen wel een andere benadering bij het lesgeven. "Daar zitten managers van grote bedrijven bij uit Argentinië voor wie ik me echt niet als juf opstel. We hebben een leuke regel: wie geen huiswerk maakt, moet twee euro in de pot doen. Van dat geld gaan we dan een biertje drinken. Dat blijft dan niet bij één biertje."

Leuk detail: de expats leren geen Nederlands om mee te komen, want iedereen hier spreekt toch Engels. Ze doen het 'vooral uit respect voor Nederland'.

Winkel vindt het belangrijk dat de docenten en cursisten zich gelijkwaardig voelen. "Ik geef ze tips waar ze kunnen uitgaan. Ik leer ook van hen." Ze wordt geregeld uitgenodigd om bij haar leerlingen te komen eten. "Ze noemen me gauw 'schat', zijn extreem gastvrij. Vaak stellen ze me voor aan hun hele familie via Skype."

Noémie Winkel: 'We zijn allemaal wereldburgers.'Beeld Dingena Mol

Soms is het dan moeilijk om streng te moeten zijn over toetsen. "Maar dat moet wel, want uiteindelijk moeten ze de examens halen."

Cheerleader
Tijdens haar les - 'ik krijg het altijd zo warm van lesgeven' - horen de studenten (zes uit Syrië, één uit Eritrea) haar ook uit over haar persoonlijke leven. Hoe oud is ze? Waar woont ze?

Ze lacht, geeft vrolijk antwoord. Humor in de lessen is belangrijk. "Anders val ik zelf ook in slaap." Ze heeft veel affiniteit met deze studenten, die vaak bezig zijn met toelatingen tot bachelorstudies.

Terwijl ze samengestelde zinnen op het bord uitlegt, klinken onder de Syrische jongens Arabische zinnen. Omran, Ronnie, Amro en Ali leggen elkaar uit wat wordt gezegd. Gevatte jongens, die al werken. Geen vluchtelingen die het moeilijk hebben.

Natuurlijk hebben ze veel narigheid meegemaakt. Daarvan is Winkel zich ook bewust, maar daar hoeft het niet de hele tijd over te gaan. Ze lachen om de zinnen die ze maken om het woord 'maar' goed te gebruiken. "Ik eet Nederlands eten, maar vind het niet lekker." Hilariteit alom.

"Noémie is een fantastische docent," zegt Ronnie, eigenlijk Rami, die binnen twee maanden naar een moeilijkere cursus kon. Terwijl Winkel als een cheerleader haar cursisten aanmoedigt om te praten, vliegt de anderhalf uur les voorbij.

Zestig uur per week werkt Winkel nu en ze vindt het prachtig. Ze weet echter niet hoe lang ze het kan blijven doen. De plannen van de regering om bij aankomst asielzoekers te laten inburgeren, kunnen ingrijpende gevolgen hebben.

Andere vergezichten heeft ze gelukkig al: het verduurzamen van de kledingindustrie.

Ik geef ze tips waar ze kunnen uitgaan. Ik leer ook van hen
Noémie Winkel