Direct naar artikelinhoud
Column

Commentator Frank Kramer scoorde hattrick na hattrick

James WorthyBeeld Agata Nowicka

Dat hij gedurende mijn jeugd mijn buurman was, heb ik nog nooit tegen iemand gezegd, maar vandaag zeg ik het met trots. Frank Kramer was mijn buurman.

Als mijn buurtvrienden en ik aan het voetballen waren en meneer Kramer kwam in zijn Citroën 2CV de straat ingereden, gebeurde er iets. Dan deden we iets meer ons best of zo, want meneer Kramer was onze Willy Wonka. Ja, we dachten altijd dat hij weleens een goed woordje voor ons zou kunnen doen bij een profclub.

Ik weet nog dat al mijn buurtvrienden een keer op vakantie waren en ik in mijn eentje op straat probeerde de bal zo vaak mogelijk hoog te houden. Het was mooi weer, want mijn moeder was de ramen aan het lappen. "Pas als de zon schijnt, zie je hoe vies de ramen zijn," had ze die ochtend tegen me gezegd.

Bij 3000 hoorde ik de voordeur van meneer Kramer dichtslaan. Ik keek naar de bal die van voet naar voet ging, maar ondertussen zag ik de buurman in mijn ooghoek opdoemen. Wollen trui, trainingsbroek, wild haar, tennisracket. Hij bleef eventjes naar me kijken en stapte toen in zijn Eend.

"Die bal is te licht," schreeuwde hij net voordat hij wegreed. En ik voelde de bal lichter worden. Mijn voeten begrepen er niets van. Meneer Kramer had de bal lichter geschreeuwd.

De bal stuiterde tweemaal op de grond. Het geluid van leer op asfalt. De bal stuiterde, en voor het eerst in mijn leven wist ik dat ik geen profvoetballer zou worden. De dromen van gras zouden voor altijd dromen blijven. 

Zaterdagnacht, toen ik mezelf in slaap probeerde te zappen, hoorde ik ineens de stem van mijn oude buurman. Meneer Kramer becommentarieerde een voetbalwedstrijd, maar sprak niet over de wedstrijd. Hij sprak over vroeger. De actualiteit betekende niets meer. 

Op het veld probeerden de voetballers te scoren, maar zaterdagnacht was het de commentator die hattrick na hattrick scoorde. Meneer Kramer zong en dichtte en sprak over het leven terwijl hij in de achteruitkijkspiegel van zijn ziel keek. Dit ging niet meer om winnen, nee, dit ging om een commentator die er in zijn allerlaatste uitzending voor koos om zo mooi mogelijk te verliezen.

Zaterdagnacht werd er op het allerhoogste niveau buiten de lijntjes gekleurd. De vreemde eend veranderde in een prachtige middelvinger met veren. Zijn werkgever wilde met hem stoppen, maar meneer Kramer trok aan de handrem en ontwierp zijn eigen einde.

Als ik ooit van een man in een witte jas te horen krijg dat ik nog maar vier maanden te leven heb, neem ik na drie maanden een overdosis in de Eftelingattractie Droomvlucht. 

Ga zoals je wilt gaan en stop zoals je wilt stoppen. 

Iedereen mag zeggen hoe je aan iets moet beginnen, maar niemand heeft het recht om te zeggen hoe je met iets moet eindigen.

Als Het Parool over 33 jaar met mij wil stoppen, zal ik in mijn laatste column 250 keer 'Meneer Kramer' schrijven. Met de allerlichtste balpen.

De vreemde eend veranderde in een prachtige middelvinger met veren

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (1980) probeert in zijn columns iets van het leven te begrijpen. Lees al zijn columns hier terug. 

james@parool.nl