Direct naar artikelinhoud

Hoe robots ons dagelijks leven overnemen

Robots nemen ons leven over. Ze staan in ons huis, ze bepalen ons werk en beïnvloeden de manier waarop we samenleven. Deze keer: robots zijn al overal.

Hoe robots ons dagelijks leven overnemen
Beeld Yoko Heiligers

Robots sluipen niet langer ons leven binnen, ze marcheren. Niet zozeer de fysieke variant, maar ongrijpbare softwarerobots. Via smartphones bereiken robots onze oren, als spraakspeakers zoals Google Home en Amazon Alexa staan ze in onze huiskamer. Allemaal gedreven door zelf­lerende programmatuur, die aan de hand van ons menselijke gedrag steeds beter weet hoe je met ons om dient te gaan.

"Alles wat we kennen, zal worden ingebed in zelflerende computers," aldus Microsoft­topman Satya Nadella tijdens zijn recente bezoek aan Nederland. "Elk huis, elke auto, elke industrie. In apparaten zitten straks 9 miljard intelligente chips die ons dagelijks leven bepalen, van de magnetron tot de tv. Ik vind het soms zelf ook moeilijk om te gaan met de snelheid van die verandering. Maar we moeten zulke technologie zo snel mogelijk accepteren."

Fysieke robots domineren de industrie al ­decennia, tot voor kort vooral náást menselijke werknemers. Inmiddels worden steeds meer productieprocessen, zoals de fabricage van computerchips, volledig gerobotiseerd. De mens houdt nog slechts toezicht.

Zelfdenkende robots
In de logistiek, vaak het domein van de lager opgeleide werknemer, is robotisering de belangrijkste bedreiging van de werkgelegenheid. In de Rotterdamse haven werken container­terminals goeddeels geautomatiseerd en steeds meer gerobotiseerd, en ook in magazijnen en distributiecentra is de robot aan het oprukken.

In de financiële wereld zijn zelfdenkende softwarerobots al ingeburgerd. Beleggen wordt zelden nog handmatig gedaan, software bepaalt wanneer, waar en hoe gekocht of verkocht wordt.

Bij Albert Heijn beantwoordt software vragen van klanten. Tenminste, dat probeert het. "Wat vervelend dat je telkens moet wachten," fingeert AH's Whatsapprobot compassie na een hulpvraag. "Helaas heb ik nog geen definitieve reactie voor je, maar we zijn ermee bezig."

Ons liefdesleven kan door robots worden bepaald - iedereen die zich bij een datingdienst aanmeldt, geeft zijn relatiekeuze in handen van software. Hetzelfde geldt voor ons werk. De Uberchauffeur, de bezorger van Deliveroo en de schoonmaker van Helpling worden aangestuurd door softwarerobots.

Pratende speakers
Nieuw is het niet. Al twintig jaar leert Google van ­onze zoekopdrachten, of die nu om tekst, foto's of video's gaan. Sinds de introductie van sprekende hulpjes als Google Home en Amazon Alexa, staan de robots zelfs pratend in onze huis­kamer.

Ze dienen op het oog voor het uitvoeren van mondaine taken, zoals het weerbericht oplepelen of de sfeerverlichting aandoen, maar ongemerkt zijn ze ook in staat tot complexe opdrachten, die het begrip van de achterliggende software steeds verder verbeteren.

Doen ze dat eerlijk? Wie aan zo'n speaker vraagt of 'Google' een pak melk op het virtuele boodschappenlijstje van Albert Heijn wil zetten, zal uiteindelijk een pak Zaanse Hoeve thuisgeleverd krijgen; het systeem heeft die keuze gemaakt, terwijl de opdrachtgever misschien veel liever Melkuniemelk had gehad.

We zijn het zelf die zulke robots alsmaar slimmer maken. Op basis van alle vragen die we de afgelopen twintig jaar hebben gesteld aan Google, bepaalt de software van de zoekgigant nu geheel zelfstandig welke antwoorden we krijgen voorgeschoteld.

Als er geen breed vertrouwen is in deze technologie, dan leidt het allemaal tot niets
Hoe robots ons dagelijks leven overnemen
Beeld Yoko Heiligers

Die spraakhulpen leren bij elke vraag die we aan ze stellen van ons. Hoe we formuleren, of we doorvragen, of we tevreden zijn met de geboden hulp. Aan de hand van al die gebruikersgegevens wordt de onderliggende zelflerende software steeds slimmer.

Mensendata
Zo groot is de behoefte aan 'mensendata' dat universiteiten aansluiting zoeken bij bedrijven die over zulke gegevens beschikken. Zo zijn UvA, en VU met het in april opgerichte Innovation Center for AI (Icai) in zee gegaan met giganten als Elsevier, Qualcomm, Bosch en Ahold-Delhaize. Om hen te helpen met kunstmatige intelligentie, en tegelijkertijd om op basis van de gegevens wetenschappelijk onderzoek te doen.

Daarmee is onderzoek naar kunstmatige intelligentie toch vooral onderzoek dat wordt gestuurd vanuit commerciële motieven. Of dat wenselijk is voor toepassingen die gestaag menselijke taken overnemen?

Volgens Microsofttopman Nadella is voorzichtigheid geboden. "We moeten oog houden voor onbedoelde consequenties van deze technologie. Als er geen breed vertrouwen is in deze technologie, dan leidt het allemaal tot niets."

"Als techindustrie moeten we samenkomen om inwoners, bedrijven en de politiek gerust te stellen en om de gevoelige populatie die niet kan meekomen, te beschermen. Er is nu geen overkoepelende technologie, waarover we ethische besluiten nemen. We hopen dat behalve de techindustrie ook landen zich erbij ­aansluiten."

In een serie van zeven verhalen schetst Het ­Parool de voordelen en valkuilen van kunstmatige intelligentie. Maandag: hoe intelligent is die eigenlijk?

Enquête-uitslag Schiphol komt van robot

Kunstmatige intelligentie sluipt ook de democratie binnen. Bij de recente internetconsultatie over de toekomst van Schiphol bepaalde tekstsoftware de uitslag van een bewonersenquête aan de hand van lappen tekst die waren ingeleverd.

"Soms waren het hele epistels," zegt Arno Gudden van Exocortex, het ­bedrijf achter de software. "Er zaten zelfs handgeschreven brieven bij. We hebben al die ongestructureerde ­teksten met kunstmatige intelligentie gecatalogiseerd." Daaruit bleek dat een derde voor groei is, 38 procent de boel op slot wil en 25 procent de voorkeur geeft aan krimp van de luchtvaart.

Gudden erkent dat de software zijn beperkingen heeft. Zo kan het systeem slecht sarcasme herkennen. "Als iemand schrijft 'groei van Schiphol is écht geweldig', weet het systeem niet of dat oprecht is, of sarcastisch. Dan is er een kans dat de opmerking wordt gezien als steun voor groei."

"We zitten nu op ten minste 80 procent betrouwbaarheid qua teksten, ­afhankelijk van de vraag loopt het zelfs op tot 90 procent. Die 80 procent is de ondergrens. Als we die niet halen, verbinden we er nog geen conclusies aan."