Direct naar artikelinhoud

Oorlogsverleden GVB: 'Er heerste een wegkijkcultuur'

Na de NS is nu ook het Amsterdamse vervoerbedrijf GVB gedwongen zich te verdiepen in zijn oorlogsverleden. Er zou klakkeloos zijn meegewerkt aan het afvoeren van Joden. 'Er heerste een wegkijkcultuur.'

Onder dwang van Duitse militairen worden in april 1943 Joden per tram van de Hollandsche Schouwburg naar het Muiderpoortstation gebracht, waar de trein naar Westerbork wachtBeeld Collectie Verzetsmuseum Amsterdam

Het GVB zegt dat de geschiedenis van het vervoerbedrijf tijdens de Tweede Wereldoorlog 'onvoltooid' is en wil samen met de gemeente onafhankelijke deskundigen onderzoek laten doen. Dat schrijft directeur Alexandra van Huffelen aan advocaat Herman Loonstein, voorzitter van Federatief Joods Nederland (FJN).

Onlangs maakte de NS bekend individuele schadevergoedingen te betalen  voor het transport van Joden tijdens de oorlog. Het GVB zegt door de reacties van de Joodse gemeenschap daarop te beseffen dat er nog steeds veel pijn is bij de overlevenden van de Holocaust.

Klakkeloos gehoor
Volgens Van Huffelen zijn er nog onduidelijk­heden over wat er precies is gebeurd tijdens de beslissingen die zijn genomen om Joden te vervoeren naar onder meer de Hollandsche Schouwburg en het Muiderpoortstation. Een woordvoerder van het GVB zegt niet vooruit te willen lopen op een uitkomst van het onderzoek en op de vraag of er, net als in het geval van de NS, schadevergoedingen worden betaald.

Het verleden van de voorloper van het GVB lijkt omstreden: er werd min of meer klakkeloos gehoor gegeven aan het wegvoeren van 60.000 Amsterdamse Joden. Historici verweten eerder de directie zonder protest te hebben toegekeken hoe de Duitsers hun gang gingen. 

In de beeldvorming overheerste de meer heroïsche rol die trampersoneel speelde bij het ontketenen van de Februaristaking in 1941.

Dat is precies het punt van FJN, dat zich eerder bezighield met de Joodse banktegoeden die tijdens de oorlog op de rekeningen stonden bij de Gemeentegiro Amsterdam. 

Volgens Victor Loonstein, die namens zijn vader het woord voert, is het onderzoek een goede eerste stap. "Het moet leiden tot erkenning van het feit dat er fouten zijn gemaakt door de Amsterdamse Gemeentetram."

Het moet leiden tot erkenning van het feit dat er fouten zijn gemaakt door de Gemeentetram

Eerder was er discussie over de openstaande rekeningen, plus boetes, die Joden die terugkwamen uit de kampen moesten betalen voor erfpacht. De gemeente trok hiervoor 10 miljoen euro uit.

Immateriële schade
Het gaat niet om het geld, zegt Loonstein. "Maar we sluiten niet uit dat er smartengeld moet worden uitgekeerd. Er is immateriële schade ge­leden, geld geeft daar een duiding aan. Wij verwachten dat het niet om miljoenen zal gaan."

Loonstein is kritisch over de GVB-opstelling tot nu toe. Volgens hem is zijn vader al jaren bezig excuses te krijgen van het vervoerbedrijf. "We hebben al in 2010 een verzoek daartoe gedaan. Er heerste jarenlang een wegkijkmentaliteit, maar dit gaat de goede kant op."

Er heerste jarenlang een wegkijkmentaliteit, maar dit gaat de goede kant op

Zuiveringscommissie

Amsterdamse Gemeentetram, de voorloper van het GVB, heeft een controversieel oorlogsverleden. Medewerkers speelden een rol bij de Februaristaking, maar anderhalf jaar later werden Joden weggevoerd met trams van het bedrijf.

De toenmalige directeur, Willem Hofman, moest zich na de oorlog verantwoorden voor een zuiveringscommissie. De medewerking aan de Jodendeportaties bleef ­tijdens dit proces echter onbesproken, ontdekte historicus Tim van der Steen enkele jaren geleden, die stelt dat Hofman zich 'volgzaam' zou hebben opgesteld.

Hierdoor was het oordeel destijds dat een juiste afweging was ­gemaakt.