Direct naar artikelinhoud

Dione de Graaff: 'Dit werk voelt soms wat ondankbaar'

Met het startschot van het schaatsseizoen is voor Studio Sportpresentatrice Dione de Graaff (49) de tweede piekperiode in het jaar begonnen. Voor het laatst? 'Soms denk ik: ik zal hier mijn pensioen toch niet halen?'

Dione de Graaff: 'Ik had best eerder zelfverzekerd kunnen zijn. Ik heb lang gewacht mezelf dat zelfvertrouwen toe te staan'Beeld Linda Stulic

Ze zal niet elk groot schaatstoernooi meer naast het ijs plaats­nemen aan de analysetafel. Dione de Graaff - en in haar kielzog analytici als Rintje Ritsma, Mark Tuitert en Annette Gerritsen - blijft dit seizoen vaker thuis. Een studio in de schaatshal is er alleen tijdens wedstrijden in Heerenveen. De andere internationale toernooien presenteert De Graaff, afgewisseld door Henry Schut, vanuit de studio in Hilversum.

Wat is de reden? Bezuinigingen?
"De tijdverschillen met Canada en Japan zijn ongunstig voor de uitzendingen. En het is goedkoper, ja. De Publieke Omroep moet snijden. En dan draagt ook Studio Sport bij. En dus ook het schaatsen."

Terecht?
"Dat weet ik niet. Ik schik me vrij makkelijk in dat soort dingen: als het moet, dan moet het. Het maakt je ook creatiever. Want de kijker mag er geen last van hebben. Henry en ik reizen nu om de beurt naar pakweg Calgary af om als presentator ter plekke de sfeer te laten zien."

En de analytici blijven per definitie thuis?
"Die missen wat vaker wedstrijden, ja."

De Olympische Winterspelen zijn net geweest. Wordt dit een onopvallend jaar?
"Dat denk ik eigenlijk elke zomer: 'Och ja, dat schaatsen.' Maar zodra het weer begint, ben ik net zo fanatiek als anders. Vanochtend vroeg zat ik weer op de livestream naar wedstrijden in Japan te kijken. Ik ben toch weer benieuwd hoe de schaatsers uit de zomer komen."

U heeft schaatsers al best vaak uit de zomer zien komen. Dat blijft spannend?
"Dat soort vragen stel ik mezelf ook, hoor. Is dit nog steeds interessant? Weet ik het niet allemaal al? Maar als ik eind september terug kom van vakantie is het enthousiasme er weer. Waardoor? Ik weet het niet. Maar ik ben er ontzettend blij mee."

Hoe houdt u uzelf scherp?
"Ik ben dan misschien 23 jaar bezig, maar ik probeer nog steeds beter te worden. En mijn werk is nooit hetzelfde, hè? Een live-uitzending van vier uur is altijd dynamisch. Natuurlijk, het Sportjournaal is ook live en daarvoor vertrek ik heus niet elke dag in polonaise van huis. Maar zo'n groot programma, met alle lastminutewijzigingen, blijft spannend."

Wordt u inderdaad nog beter in uw werk?
"Mart Smeets had gelijk toen hij me na een paar jaar Studio Sport toesprak. Ik vond dat het al best aardig ging, hij zei: 'Ik spreek je over 15 jaar. Want zo lang duurt het om je vak echt goed te verstaan.' Het klopte. Sinds een jaar of vijf, zes heb ik inderdaad het gevoel dat ik het beheers. Nu kan tijdens een live-uitzending de studio in elkaar storten, maar je krijgt mij niet meer gek."

Waarom staat u dan nooit tussen de kans­hebbers op de Zilveren Televizierster voor de beste presentatrice?
"Er gaat bij mij ook weleens een wenkbrauw omhoog als ik de nominaties zie. Maar dan eigenlijk nog meer voor mijn collega's die nieuws presenteren. Astrid Kersseboom of Pieter Jan Hagens, echt fantastische presentatoren. Maar goed, wij zijn blijkbaar een beetje als het water dat uit de kraan stroomt: we zijn er altijd, het valt niet op."

"Aan de ene kant is dat prettig: het is niet de bedoeling om enorm de aandacht te trekken. Toch moet ik eerlijk zeggen dat het soms ook een beetje ondankbaar voelt. Alsof we meubelstukken zijn. Terwijl ik denk dat wie bij Studio Sport zo'n grote liveshow heeft gepresenteerd, goed genoeg is om overal te werken."

Zou u dat ook willen, ergens anders werken?
"Niet vanuit die gedachte. Maar ik ben wel meer dan ooit bezig met mijn andere interesses. Mensen denken toch dat ik me de hele dag onderdompel in de sport, maar ik houd ontzettend van muziek en ben enorm geïnteresseerd in politiek. Dat werpt de vraag op of ik daarmee ook werktechnisch iets wil doen."

En daarop luidt het antwoord?
"Dat dat nogal wisselt. Ik kan me vaak goed voorstellen dat ik nog lang bij Studio Sport blijf. Maar soms denk ik: 'Ik zal hier mijn pensioen toch niet halen?'"

En als ik het u vandaag vraag?
"Nu denk ik nog wel een paar jaar te blijven. Kijk, het hoeft ook geen totale ommekeer te zijn, hè? Misschien zijn er dingen te combineren, zoals Tom Egbers laatst deed bijvoorbeeld met die prachtige serie over Engeland. Zoiets vind ik een aantrekkelijke gedachte."

Wordt u weleens benaderd in die richting?
"Vrij weinig. In het verleden wel, maar misschien denken ze wel: 'Die is nu eenmaal sport'. Dat is dus niet zo."

Zes jaar geleden presenteerde u voor het eerst op locatie de Olympische Spelen. U liet toen doorschemeren dat u dat eigenlijk vier jaar eerder had gewild. U was op de redactie nogal afwachtend geweest bij het verdelen van de klussen, vond u zelf.
"Ja, dat is zo. Mijn geduld is vaak een voordeel, soms ook een groot nadeel. Als ik terugkijk denk ik: ik had best eerder zelfverzekerd kunnen zijn. Ik heb lang gewacht mezelf dat zelfvertrouwen toe te staan."

Moet u dan niet uw vinger opsteken bij de ­bevoegde instanties en zeggen: doe mij maar zo'n Egbersachtige serie.
"Dat komt wel, hoor. Dat moet je echt van me aannemen. Als ik het juiste plan heb, maak ik er werk van. Daarin ben ik echt veranderd."

Waardoor is dat gebeurd?
"Ik denk door Hansje Bunschoten, regisseur bij Studio Sport. Een fantastische vrouw. Zij was ernstig ziek, is inmiddels helaas overleden. Mijn hele carrière heeft ze tegen me gezegd: 'Je bent goed, kom voor je zelf op.' Ik dacht vaak: jaaahaaa, dat komt wel."

CV

Geboren
9 juni 1969 in Bussum

Opleiding
School voor ­Journalistiek in Tilburg

Loopbaan
Begint in 1993 bij ­Omroep Amersfoort. Wordt in 1995 stagiair bij Studio Sport. Komt daarna in dienst als presentator. Presenteert in 2010 voor het eerst Radio Tour de France. Sinds 2016 presentatrice De Avondetappe.

"Twee jaar geleden was ik bij Hansje thuis. Haar gezondheid ging achteruit. Maar ze was nog wel met mij bezig. Bozig was ze zelfs, maar dan op een liever manier: 'Het is nu echt afgelopen met onzekere gedoe. Jij gaat ophouden met afwachten.' Dat maakte zoveel indruk op mij. Dat was precies de manier om mij te raken. Ineens dacht ik: je hebt gelijk, ik ga zeggen wat ik wil."

Dat was in eerste instantie De Avondetappe?
"Die stap was al in de maak. Het werkte vooral in mijn hoofd. Ik dacht ineens: gastvrouw zijn aan zo'n grote tafel, dat kan ik gewoon."

U heeft sinds enige tijd gehoorproblemen. Belemmeren u die niet aan zo'n gesprekstafel?
"Het is onder controle. Ik heb tinnitus. Zeven jaar terug had ik van de ene op de andere dag een heel harde ruis in mijn rechteroor. De eerste maanden was die voor mijn gevoel allesoverheersend."

"Ik heb volledig in paniek thuis gezeten. Ik vreesde nooit meer te kunnen werken. Heb bijna met mijn kop tegen de muur zitten bonken van ellende. Ik ben in verscheidene ziekenhuizen geweest, maar de artsen kwamen steeds tot dezelfde conclusie: het is gewoon pech."

Hoe is het nu?
"Ik ben in dat oor 70 procent van mijn gehoor kwijt. Ik heb een tijdje gedacht dat ik op die manier geen interview of presentatie meer kon doen, maar gelukkig helpen je hersenen je je aan te passen. En in mijn werk houd ik er rekening mee."

"Het oortje met het geluid van de uitzending en het contact met de regisseur moet in mijn goede oor. Dat betekent dat ik ben afgesloten van de rest van de studio. Een cameraman die wat tegen me zegt of een studiogast die naast zijn microfoon praat. Die hoor ik niet. Da's echt een handicap."

Iets anders. Uw vriend Nando Boers schreef een boek over Ireen Wüst. Op het laatste moment, de eerste oplage was al gedrukt, schrok Wüst van haar openhartigheid en besloot het boek niet te willen uitbrengen. Tot teleurstelling van de schrijver. In hoeverre ligt dit gevoelig wanneer Wüst straks bij u aan tafel schuift?
"Ik heb met Nando afgesproken dat ik daarover niet praat. Het is zijn boek, zijn verhaal. Ik ben er slechts toevallig bij betrokken."

Toch ben ik wel benieuwd wat u doet met de infor­matie uit het boek, dat u ongetwijfeld heeft gelezen, wanneer u Wüst spreekt.
"We zijn volwassen mensen. En beiden professioneel. Daar komen we uit. En meer zeg ik er niet over."

Recent stond u in de rubriek Schuim van deze krant. Op een feestje rond een tijdschrift voor 'stoere vrouwen' zei u: 'Dit is een schaam­ochtend voor mij'. Was dat een grapje?
"Schamen is een groot woord, maar het voelde een beetje ongemakkelijk. Zo stoer vind ik ­mezelf niet. Ik stond tussen allemaal vrouwen die onderzoek doen naar kanker of geld inzamelen voor een ander goed doel. Dan is Studio Sport presenteren niet erg stoer. "

Ging het er niet om dat u zich als vrouw handhaaft in een door mannen gedomineerde ­wereld?
"Op die manier denk ik er zelf niet over na. Ik heb die wereld nooit als mannenwereld, maar als een wereld vol sporters en sportliefhebbers ervaren. Maar tegenwoordig ligt dat onderwerp ineens weer gevoelig, merk ik. 23 jaar lang is mij door iedere journalist gevraagd: 'Hoe is het als vrouw in een mannenwereld?' En 23 jaar lang heb ik gezegd wat ik net zei."

Dione de Graaff: 'Ik dacht ineens: gastvrouw zijn aan zo'n grote tafel, dat kan ik gewoon'Beeld Linda Stulic

"Nu ik hoor dat er een big deal wordt gemaakt van een vrouw, Hélène Hendriks, als verslaggeefster in het voetbal, denk ik: 'Hè, zijn we dan geen centimeter opgeschoten?' Dat debat is achterhaald. Blijkbaar hebben de media het geheugen van een mug."

"Kom op, waar was ik dan al die jaren? Of Annette van Trigt? Die deed bijna alleen maar voetbal. Of iets verder terug: Marga van Arnhem.  Even voor de duidelijkheid: Helène zwengelt die discussie niet zelf aan, hè? En daarbij is zij oprecht heel goed. Maar wat ze doet, is niet nieuw."

Heeft u echt nooit iets gemerkt van verschillen tussen mannen en vrouwen in uw wereld?
"Met terugwerkende kracht kijk ik er iets anders naar. Ik ben inmiddels helemaal klaar met het weglachen van stomme opmerkingen. Ik ben vrolijk van aard en lach veel, maar echt niet meer om seksistische grappen."

Hélène Hendriks werd door Johan Derksen altijd 'onze collega met tieten' genoemd.
"Echt? Dat verhaal ken ik niet. Dat vind ik best heftig. Derksen zegt natuurlijk vaak dingen om te provoceren, maar wat mij betreft is het afgelopen met dat soort taal. Er zijn naar mij ook weleens dat soort opmerkingen gemaakt."

"Dat ging bij mij het ene oor in het andere oor uit. Of ik probeerde door er om te lachen de situatie minder lullig te maken. Daarmee ben ik echt opgehouden. Ik zou er nu resoluut wat van zeggen. Alleen dan stopt het."

Ik heb een tijdje gedacht dat ik op die manier geen interview of presentatie meer kon doen

Opgebiecht

Leermeester
"Da's makkelijk: mijn vader (Achter het Nieuws-journalist Jan de Graaff, red.). Van hem heb ik zo ontelbaar veel geleerd. Zelfs nu, vier jaar na zijn dood, denk ik soms nog: dit heb ik óók van hem. Bijna alles uit het vak heeft hij me laten zien. Alles wat ik in het vak tegenkom kan ik toetsen aan hoe hij er mee is omgegaan. Altijd met menselijkheid en zonder poeha."

De beste uit het vak
"Internationaal zou ik zeggen: Sue Barker van de BBC. Haar rust is onge-evenaard. In Nederland vind ik Pieter Jan Hagens ontzettend goed. Rustig, oprecht geïnteresseerd, geen kijk-mij-eens-type, geeft nooit een ongevraagde mening. Je merkt dat 'je werk goed doen' voor hem het belangrijkste is. Daar houd ik van."

De slechtste uit het vak
"Ik kan slecht tegen gemakzuchtig gedrag. En dat zie ik in de tv-wereld toch vaak. De houding 'Ik sta hier voor een camera, dus ik heb het gemaakt.' Nee, dan begint het pas. Ook als je een quizkandidaat naar zijn hobby's vraagt, moet je uitstralen dat je echt benieuwd bent naar het antwoord."

Het beste advies gegeven
"Zijn belangrijkste advies gaf mijn vader me vlak voor zijn dood: ' Wat er ook gebeurt, blijf nieuwsgierig.' En zo is het ook. Op het moment dat je ­achterover leunt en denkt dat je het wel weet, ga je de fout in.''

Het slechtste advies
''Op de School voor Journalistiek zeiden ze over een stage bij Studio Sport: 'Doe dat maar niet. Daarvoor moet je écht verstand van sport hebben.' Daar heb ik gelukkig niet naar geluisterd.''