Direct naar artikelinhoud
Column

Een paar keer per jaar zegt mijn moeder het. Eist ze het

James WorthyBeeld Agata Nowicka

Een paar keer per jaar pakt mijn moeder mijn hand vast en dan zegt ze het. Eist ze het. Het is de enige missie die nog over is. "Als ik niet meer wil leven, als ik alleen nog maar naar genade zoek, moet jij me helpen. Beloof het. Zweer zachtmoedigheid."

"Ik zweer het, ma."

"Beloof het en zweer het."

"Ik zweer het en ik beloof het. Als jij naar genade hunkert, zal ik haar zoeken. En als ik haar gevonden heb, zal ik vrienden met haar worden en haar aan je voorstellen."

Soms zie ik die dag voor me en de dingen die ik dan zie boezemen me geen angst in. Liefde is gunnen. Liefde is genade en genade staat boven de wet. Als mijn moeder geen zin meer heeft, zal ik naar een punt zoeken. Ik hoop dat ze 99 zal zijn op de dag van mijn missie, maar ze kan net zo goed 71 zijn. Of 68.

Mijn moeder zit in een rolstoel. Ik duw haar door het Vondelpark. Er liggen twee dekentjes over haar benen. Ze heeft al drie keer tegen me gezegd dat ze het niet koud heeft, maar ik geloof haar niet. Ik denk dat ze te oud is om het niet koud te hebben. Ze is 87.

Mama rolt over de paden waarop ze mij lang geleden leerde fietsen. Ze leerde me fietsen in de maand mei. Ik weet nog goed hoe ze voor me liep met een sigaret in haar mond.

Hoe ze zei dat ik het goed deed, terwijl ik het niet goed deed. Het lila sjaaltje in haar haar. Haar ogen die me voorlogen, die naar me ­keken alsof ik alles kon worden.

"Ik ben blij dat je dit doet. Ik wil helemaal geen kaarsjes meer uitblazen, echt waar, jongen, ik wil dat alles dooft. Het is mooi geweest. Heel mooi. Twee kinderen, drie kleinkinderen, vijf achterkleinkinderen, ikzelf, je vader. Voor een meisje uit de Jordaan heb ik het nog best aardig gedaan, toch?"

"Teuntje, je was geweldig."

Ik parkeer de rolstoel in het gras en kijk naar de grote vijver die voor ons ligt.

"Je weet dat dit strafbaar is, hè?" lacht ze. Mijn moeder lacht haar laatste woorden. Ik duw de rolstoel richting het water en ga op een donkergroen bankje zitten.

Ik kijk naar het water. Er verschijnen geen bubbels. Mijn moeder hapt niet naar adem.

Een jongen komt naast me zitten. Hij vraagt of ik een sigaret wil hebben. Ik knik. Samen roken we een sigaret. Achter ons rolschaatsen volwassen mannen tussen paaltjes door.

"Hier heeft ze mij leren fietsen, maar vandaag was ik haar zijwieltjes," zeg ik.

"En dit wil jij later ook?"

"Ja, zweer zachtmoedigheid."

"Ik zweer het, pa."

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (1980) probeert in zijn columns iets van het leven te begrijpen. Lees al zijn columns hier terug. 

james@parool.nl

Hier heeft ze mij leren fietsen, maar vandaag was ik haar zijwieltjes