Direct naar artikelinhoud
James Worthy
Column

'Ik ga niet oud worden, broer'

We werkten samen in de garderobe van de Melkweg. Drie nachten per week hingen we de jassen op van de mensen die zich voor een paar uur op de dansvloer wilden verstoppen.

We zagen de bezoekers verdwaald en onrustig binnenkomen en in de ochtend verlieten ze nog verdwaalder het pand. Volmaakt verdwaald en op de grens van onbezorgdheid. Een zweetlaagje liet de voorhoofden glimmen.

Ze hadden zichzelf gelukkig ­gedanst op muziek die zo hard stond dat ze hun problemen niet meer konden horen. Ivan en ik stonden vaak samen op het rooster. We hielden allebei van de nachtdiensten.

Onze liefde voor de nacht had overigens niets met romantiek te maken, nee, in de nacht kregen we gewoon meer fooi. In de nacht werd niet gespaard. Alimentatie en hypotheek stonden nooit op de gastenlijst.

Ik voelde me altijd veilig als ik met hem achter de ­balie stond. Hij was niet groot en hij was niet breed, maar het leek alsof zijn aura op bodybuilden zat. Als er problemen waren, sprong hij over de balie en bluste hij de nacht.

Als er geen jassen meer waren om op te hangen, stroopte hij zijn mouwen op en liet hij mij zijn armen zien. Ivan zette af en toe tatoeages op zijn eigen huid. Hij was geen Michelangelo, maar ik was jaloers op hoe onbevreesd hij was.

Hij had zo veel maling aan alles dat zijn maling met gemak het plafond van de kapel aan kon raken. De laatste keer dat ik hem zag, was voor de ingang van het AMC.

Hij zat op de armleuning van een rolstoel een jointje te rollen. Hij was erg afgevallen en woog denk ik net iets meer dan de kettingen om zijn nek.

"Jimma!" schreeuwde hij. Zo noemde hij me. Jimma.

"Hoe gaat het met je, Ivo?" vroeg ik. Zo noemde ik hem. Ivo. Hij was een jongen van de straat en ik een jongen uit de Valeriusbuurt. Ivan werd Ivo en James werd Jimma.

Hij was geen Michelangelo, maar ik was jaloers op hoe onbevreesd hij was

"Ik ga niet oud worden, broer."

"Hoe lang heb je nog?"

"Kort. Het is wat het is en het is niet anders. Het is ­gelukkig niet heel ver lopen van de Melkweg naar de ­hemel. Mis jij de Melkweg, Jimma? Die nachten?"

"Ik mis die ochtenden. Dat we om zes uur naar buiten liepen en alles gewoon al zonder ons begonnen was. En de mannen en vrouwen die voor de deur aan het spijtzoenen waren."

"Wat is spijtzoenen?"

"Je gaat uit, je wordt verliefd op iemand in de nacht, en dan is het opeens ochtend. Verliefdheid die in de nacht ontstaat, kan alleen in de nacht voortbestaan. Spijtzoenen doe je als je die verliefdheid alsnog mee de ochtend in probeert te nemen."

"Dat gevoel ken ik, man. Dat is precies wat ik elke dag aan het doen ben sinds ik ziek ben. Ik probeer alles wat ik heb mee naar morgen te nemen. Maar wil je een trekje van mijn joint?"

"Ik blow niet. Dat weet je, Ivo."

"Eén trekje. Laten we samen stoned worden. Net zo stoned als mijn grafsteen."

Ik nam een trekje en probeerde niet flauw te vallen. Daarna gaf ik hem een knuffel.

"Wie was dat?" vroeg mijn vrouw toen we naar de auto liepen.

"Dat was Ivan. De nieuwe baas van de Melkweg."

Vanaf deze week verschijnt James Worthy op maandag, woensdag en vrijdag. Op dinsdag schrijft journalist Natascha van Weezel op deze plek en op donderdag leest u hier Femke van der Laan.

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (1980) probeert in zijn columns iets van het leven te begrijpen. Lees al zijn columns hier terug. 

james@parool.nl