Direct naar artikelinhoud

Steeds meer baby's geboren in gezin met één ouder

Steeds meer kinderen worden geboren in een eenoudergezin. De belangrijkste oorzaak blijft dat stellen uit elkaar gaan, maar ook vrouwen van rond de veertig die geen partner hebben, kiezen vaker voor het moederschap.

en
Steeds meer baby's geboren in gezin met één ouder
Beeld ANP

Het aantal kinderen dat wordt geboren in een gezin met één ouder, is toegenomen van 12.000 in 2000 naar 15.200 vorig jaar, een toename van ruim een kwart. In 2017 ging het om 9 procent van de geboren kinderen.

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), vrijdag gepresenteerd in de Landelijke Jeugdmonitor. In Amsterdam werden vorig jaar 40.000 eenoudergezinnen geteld, ongeveer 10 procent van alle huishoudens in de stad.

Volgens hoogleraar sociale demografie Jan Latten van de Universiteit van Amsterdam heeft deze groei mede te maken met het ontstaan van nieuwe normen over kinderen krijgen. "Vroeger was het heel strikt: je moest als koppel getrouwd zijn om kinderen te krijgen. Het denken over gezinnen is veranderd."

Wensbaby's en liefdesbaby's
Twintigers stellen het krijgen van kinderen eerder uit, maar vrouwen die de veertig naderen juist niet. Latten: "Vrouwen denken: heb je je grote liefde niet op je veertigste, dan is het misschien toch handig om maar vast dat kind te nemen." Volgens de hoogleraar worden 'er steeds meer wensbaby's en steeds minder liefdes­baby's geboren'.

Ook door de toename van co-ouderschap (waarbij ouders die géén relatie met elkaar hebben een omgangsregeling treffen over de kinderen) verandert volgens de bevolkingsexpert het beeld dat mensen van gezinnen hebben. Latten verwacht dat die groei aanhoudt.

Los van deze ontwikkeling blijft de echtscheiding de grote generator van het aantal een­oudergezinnen. In 2017 woonde 30 procent van de 15-jarigen niet met beide ouders op hetzelfde adres. In 2000 was dit nog 22 procent. In verreweg de meeste gevallen was een scheiding de oorzaak.

Ook zijn er grote verschillen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Van de kinderen van Antilliaanse en Surinaamse herkomst groeit respectievelijk 47 en 38 procent op in een eenoudergezin. Bij kinderen van Marokkaanse en Turkse komaf ligt dat percentage rond de 15, vergelijkbaar met het percentage kinderen die opgroeien met één Nederlandse ouder.

Groot risico op armoede
Het risico in de bijstand te geraken, is aanzienlijk hoger voor eenoudergezinnen, vooral voor alleen­staande moeders. "Veel alleenstaande moeders zijn prima in staat in hun levensonderhoud te voorzien," zegt Tanja Traag van het CBS. "Maar in veel gevallen betekent een scheiding dat de vrouw in de bijstand belandt, met een groot risico op armoede."

Dat heeft gevolgen voor de kinderen. Traag: "De kwetsbaarheid zit hem vooral in het beschikbare inkomen. Gezinnen met een bijstandsuitkering moeten rondkomen van ongeveer 22.000 euro per jaar. Bij reguliere gezinnen is dat bijna 55.000 euro. Moeders in bijstands­gezinnen moeten elk dubbeltje omdraaien, en dat ervaren kinderen aan den lijve."

Rotterdam telt relatief de meeste kinderen in bijstandsgezinnen: 16,7 procent. Amsterdam volgt met 13,4 procent.

15.200

Het aantal kinderen dat wordt geboren in een gezin met één ouder, is toegenomen van 12.000 in 2000 tot 15.200 vorig jaar.

Aandeel jeugd daalt

- Op 1 januari 2018 telde Nederland 4,9 miljoen kinderen en jongeren tot 25 jaar.

- Het percentage jongeren daalt licht. In 2018 is 28 procent van de bevol­king jonger dan 25 jaar. In 2008 was dit 30 procent.

- Urk heeft de meeste jongeren binnen de gemeente: 45 procent. In Amsterdam is dit 28 procent.

- Een kwart van de jongeren in Nederland heeft een migratieachtergrond. Van deze groep is 20 procent van Marokkaanse herkomst.

- Meer dan 600.000 kinderen onder de 16 jaar wonen niet in een gezin met twee ouders. In 1995 was dit ruim 400.000.