Direct naar artikelinhoud

De Dakloze Dichter heeft een huis: 'Het moest stap voor stap'

Na 36 jaar op straat te hebben geleefd, heeft Hilmano van Velzen (51), bekend als De Dakloze Dichter, nu een eigen woning. Een huis voor zijn poëzie. 'Ik moest leren dat ik mijn spullen kan achterlaten.'

Hilmano van Velzen met vriendin Iris in zijn woning in de Jordaan. 'Extra kamers maken me bang.'Beeld Dingena Mol

'Mijn poëzie is eindelijk thuis." Het was het eerste wat Hilmano van Velzen zei toen hij eind oktober zijn nieuwe huis in de Goudsbloemstraat in de Jordaan binnenstapte. In zijn jaren op straat verloor hij vaak gedichten.

"Toen ik in de woonkamer stond, heb ik al mijn blaadjes met gedichten in de lucht gegooid. Dat kan gewoon. Als ik wegga en ik kom terug, liggen alle blaadjes nog precies hetzelfde. Ik moest het echt tot me laten doordringen. Ik sta niet vaak met mijn mond vol tanden, maar toen wel."

Het is inmiddels een maand geleden dat hij de sleutel van zijn woning kreeg. De blaadjes liggen nog steeds op de grond. Een deel heeft hij op het raam geplakt als gordijn. Meubels heeft hij nog niet. Hij slaapt op een tweepersoonsluchtbed in de hoek van de kamer. Kaarsen moeten zorgen voor wat verlichting. Als het aan hem ligt, blijft dat zo. Het is zijn vriendin Iris (46) die hem heeft verteld dat hij een bed moet kopen. En dat de muren wel een likje verf kunnen gebruiken. Hij grijnst. "Ik dacht: die muren zijn toch wit genoeg? Niet dus."

De rondleiding door het huis is kort. De woonkamer is niet meer dan vijftien vierkante meter met daarnaast een klein keukentje. Hij lacht en zegt: "En ik heb een patio. Geinig, hè? Ik wist niet eens wat een patio was." Dan serieus: "Ik wilde een kleine ruimte. Ik moet het kunnen overzien. Extra kamers maken me bang. Daar kan iemand zitten. Ik heb ook veel in jeugdgevangenissen gezeten, dus ik voel me comfortabel in kleine ruimtes. Daarom wil ik ook niet te veel meubels. Ik wil me vrij voelen."

Wennen aan Nederland
Over het levensverhaal van Hilmano van Velzen zou je een boek kunnen schrijven. Hij komt uit de binnenlanden van Suriname. Zijn familie behoort tot de marrons, slaven die de plantages wisten te ontvluchten en zich vestigden in het oerwoud. Na de onafhankelijkheid besloten zijn ­ouders naar Nederland te emigreren. Eerst kwamen ze in Leiden terecht, daarna in Maartensdijk op de Utrechtse Heuvelrug. Het was geen prettige plek. "Als er iets was ­gestolen, had ik het altijd gedaan."

Van Velzen had moeite om te wennen aan Nederland. Aan de kou, de mensen, de taal. Als hij thuis creools sprak, kreeg hij klappen van zijn vader. Tot zijn twaalfde plaste hij in bed. "Dan kwam mijn vader met een riem." Op school deed hij het wonder boven wonder goed. Hij las graag boeken. Op die manier leerde hij een andere kant van taal kennen.

Dat hij accentloos Nederlands spreekt, komt door zijn basisschoolleraar uit die tijd. "Die zei dat ik te dom was om het ooit goed te leren. Ik heb me dat zo erg aangetrokken dat ik dacht: ik ga het zo goed leren dat ­iedereen perplex staat als ik begin te praten."

Na een uit de hand gelopen conflict met zijn vader ­belandde Van Velzen op zijn vijftiende op straat. Een vriend nam hem mee naar Amsterdam. In de jaren die volgden, leidde hij een dubbelleven. Hij speelde in theatergezelschappen en was naar eigen zeggen bevriend met kunstenaars als Karel Appel, Ramses Shaffy en Simon Vinkenoog.

Aan de andere kant omringde hij zich met criminelen ('de oude Amsterdamse penoze') voor wie hij klusjes deed om zijn drugsverslaving te bekostigen. "Ik pleegde bankovervallen en ben door de Turkse maffia een keer gevraagd om ­iemand te liquideren. Gelukkig is dat nooit doorgegaan," vertelt hij droog.

Vijf jaar geleden veranderde zijn leven drastisch. Hij ontdekte het dichten. Het begon allemaal met een meisje. Hij stond 's nachts op de Dam toen hij haar zag. "Ik vond haar leuk en wilde indruk maken. Maar hoe doe je dat als je niets te bieden hebt? Vrouwen lopen altijd meteen weg als ze horen dat ik dakloos ben." Hij liep op haar af en sprak zomaar wat zinnen uit.

"Ik ben niets. Val uit jouw lucht. Leer mij les. Teder zal ik alles ondergaan..."

Het meisje bleef staan en luisterde, samen met andere voorbijgangers. Een man was zo onder de indruk dat hij Van Velzen meenam naar een geldautomaat en vijftig euro voor hem pinde. "Ik dacht: hier zit meer in. Ik moet hier iets mee." Het werd een verdienmodel. Op terrassen en uitgaanspleinen droeg Van Velzen gedichten voor aan ­iedereen die maar wilde. "Ik verdiende er best goed mee."

Nog steeds verslaafd
Ineens stopt hij met praten. "Vind je het erg?" Hij pakt een pijpje uit de vensterbank, steekt het in zijn mond en houdt er een aansteker bij. Van Velzen is nog steeds verslaafd aan crack, al noemt hij het zelf liever 'wit'. Of hij ooit wil afkicken? Hij weet het nog niet. "Ik doe het om de pijn in mijn voeten te verdoven. Die pijn komt doordat ik 36 jaar lang op straat heb gelopen."

Dan vertelt hij verder. Over het moment dat de rest van ­Nederland hem leerde kennen. In 2016 waren er een paar jongens die een filmpje van hem naar Dumpert stuurden. Het ­leverde duizenden reacties op. Sindsdien is hij bekend als De Dakloze Dichter. Er volgden optredens in de Tolhuistuin, Radion en op Keti Koti. In de voormalige schietbaan op het Marineterrein hostte hij een eigen poëzieavond.

De Dakloze Dichter heeft een huis: 'Het moest stap voor stap'
Beeld Dingena Mol

Er is een documentaire over hem in de maak en zijn eerste dichtbundel is gepubliceerd. Vorig jaar tekende hij een platencontract bij producer Renaldo van Tuil, beter ­bekend als Brownie Dutch, met wie hij momenteel zijn ­debuutalbum opneemt.

Van Velzen is er nog steeds niet aan gewend. "Ik ben een superster. Een vip. Echt ongelooflijk. Dat had ik toch nooit kunnen denken?" Superster of niet, ondertussen leefde Van Velzen nog ­altijd op straat. Hij sliep afwisselend bij kennissen ('als je drugs bij je hebt, kun je altijd wel ergens logeren'), de nachtopvang of in hotels die toeristen voor wie hij drugs regelde voor hem boekten. Sinds hij zijn vriendin Iris een jaar geleden leerde kennen, sliep hij daar ook steeds vaker.

Stap voor stap
Via het project Housing First regelde HVO-Querido na lang wachten de woning in de Goudsbloemstraat voor hem. "Ik ben zo blij. Ik wil niet weten wat er anders met mij was ­gebeurd. Op straat word je omringd door mensen die geen dromen hebben. Voor creativiteit is geen plek. Je gaat niet aan een dealer een gedicht voordragen."

Van Velzen kon niet van de ene op de andere dag in een huis wonen. Iris, die hij steeds liefkozend zijn 'muze' noemt, heeft een eengezinswoning op IJburg. Daar was hij steeds vaker, om te wennen aan vier muren om zich heen. "Het moest stap voor stap, anders ben ik zo weer weg. Ik moest leren om een deur te sluiten, dat ik mijn spullen kan achterlaten en hoe ik huur moet betalen.

Ze heeft me ook ­geleerd wat Netflix is en hoe ik moet internetten. Ik heb nu zelfs mijn eigen Facebookpagina en Twitter." En de drang om steeds naar buiten te gaan? "Die wordt minder." Van Velzen voelt zich thuis, maar moet ook nog steeds wennen. "Laatst hadden Iris en ik een discussie. Toen zei ik dat ik weg zou gaan als ze niet zou ophouden. Toen zei ze: het is jouw huis. Daar moesten we om lachen. Ik was ­altijd gewend om als bezoeker ergens te zijn. Ik had ook een keer vrienden over de vloer. Die heb ik op een gegeven moment weggestuurd. Gewoon omdat ik wilde slapen. Dat kan dan ineens."

Hij ziet er niet tegenop om het huishouden te doen of te koken. "Ik zorgde vroeger altijd voor mijn broertjes en zusjes. Ik eet het liefst rijst met bruine bonen. Als mijn huis klaar is, maak ik dat als eerste."

In de eerste week in zijn nieuwe huis werd Van Velzen meteen ziek. Voor het eerst in zijn leven. "Alsof ik alles los kon laten. Ik moest 36 jaar lang elk moment van de dag voorbereid zijn om weer weg te gaan. Dat hoeft niet meer."

Voor creativiteit is geen plek op straat. Je gaat niet aan een dealer een gedicht voordragen

Droomvanger

Zo vroeg ik mijzelf af
Slaap ik, droom ik
of ben ik in de aap gelogeerd
Zo kneep ik mijzelf
En de pijn
deed mij beseffen
dat ik wakker was.
Klaar wakker.
Zo bedacht ik mijzelf
hoe in hemelsnaam is dit mogelijk?
Ik ben wakker
maar leef nu echt in een droom
Zoals er maar weinige zijn
die dit ooit gedroomd hebben
of misschien ooit echt zullen dromen
Zonder de ogen gesloten te hebben
leef ik in zo'n
Mooie droom

Hilmano van Velzen