Direct naar artikelinhoud

Waternet plaatst massaal tappertjes, tegen obesitas

Waternet plaatst 280 nieuwe watertappunten in de stad, zodat mensen verleid worden om water te drinken in plaats van frisdrank.

In alle stadsdelen worden extra tapkraantjes geplaats om mensen te verleiden water te drinken in plaats van frisdrankBeeld -

Tappers - witte of grijze drinkfonteintjes - schieten uit de grond als paddenstoelen. Dat water stroomt recht naar beneden - ideaal om een zelf meegebrachte fles bij te vullen, zoals de naam al doet vermoeden. De afgelopen tijd werden er door Waternet overal in de stad 280 geplaatst.

Ze vullen de 300 'happers' aan: donkergroene fontein­tjes met water in een krul naar boven. Die happers bestaan al sinds 1903, toen de overheid besloot dat drinkwater voor iedereen beschikbaar moest zijn. Straks staan er 500 watertappers en -happers in de stad.

Flesje vullen
Happers zijn vooral veel te vinden in parken en het Amsterdamse bos. Het moderne zusje van de happer staat binnen, bijvoorbeeld in Carré en de Stopera, maar ook op straathoeken, het Museumplein en schoolpleinen. De tappers zijn praktisch om flesjes mee bij te vullen.

Het idee achter de tappers is dan ook onder andere om overgewicht en obesitas bij kinderen tegen te gaan, legt woordvoerder van de gemeente Margreet Hoedjes uit. "De bedoeling is dat kinderen die buiten spelen of naar huis lopen zo verleid worden om water in plaats van frisdrank te drinken."

De goede oude happer heeft meermaals onder vuur gelegen om de inefficiëntie van het ontwerp: de happer spuwt acht maanden lang voortdurend een straaltje water. Alles wat niet gedronken wordt gaat zo het riool in. 

Verdubbeling
Bij de tapper moet je een knop indrukken, waarna er gedoseerd water uit de kraan komt. De gemeente is niet van plan de happertjes weg te halen. Hoedjes: "We willen vooral meer watertappunten creëren. De oude happers willen we dus laten staan." 

Deze verdubbeling van waterpunten is voor zover Hoedjes weet een eenmalige impuls; de hoeveelheid fonteintjes zal niet zo extreem blijven groeien. Amsterdammers hoeven dus niet bang te zijn dat zij straks struikelen over drinkfonteintjes. 

Hoedjes: "Er wordt nog wel wat bijgeplaatst, maar niet zoveel als de afgelopen tijd. Ik weet ook niet of de wens moet zijn dat we straks op elke straathoek zo'n ding hebben staan."

Een happer in de stadBeeld -