Direct naar artikelinhoud

Wat vinden Jordanezen van het taalgebruik van Holleeder?

Hoerenbak, tyfushond, pleurislijer, vuile kankergluiperd: dat is volgens Willem Holleeder de manier van praten in 'zijn' Jordaan. De ouwe Jordanezen vinden het jammer. 'Niet iedereen is hier zo grof.'

Voor Bertus Witsel voelt de Jordaan altijd als thuiskomme.Beeld Rink Hof

Ze heeft het ook gezien natuurlijk: hoe Willem Holleeder tijdens zijn proces steeds verwees naar zijn Jordanese afkomst.

Marietje Mulder (75) begrijpt het wel een beetje. "Zoals hij, zo praten wij echte Jordanezen soms. Maar we bedoelen het anders, niet zoals hij."

Het kan soms grof zijn, maar over het algemeen komt het bij iedereen uit een goed hart, wil ze er maar mee zeggen.

"Wij noemden een vrouwtje uit de straat vroeger Fie-kut. Maar dat bedoelden we niet vervelend hoor. Een andere noemden we altijd de Hoerendoos. Lachen toch?" Als haar echtgenoot ertussendoor komt, wordt hij direct afgepoeierd. "Je ken de pestpleuris krijgen jij."

Hij woont in Purmerend, zoals het een rechtgeaarde Jordanees betaamt, maar als het maar even kan, dan komt Bertus Witsel (75) over voor 'een middaggie in Mokum'. "Je bent er in een scheet en drie knikkers. Het voelt altijd als thuiskomme."

"Purmerend is leuk hoor, er wonen gelukkig een boel Jordanezen, maar als ik hier rondloop, dan gaat me hartje sneller kloppen. Jaren ben ik al weg en wennen zal het nooit. Maar achteraf kijk je de koe in zijn reet: het heb allemaal geen zin. Je mot eerlijk wezen: de gewone man ken de Jordaan met geen mogelijkheid betalen. Helaas, maar waar."

We zijn echt niet allemaal zo, zeggen Cor (70) en Lenie de Vent (68). "Het is zo grof de hele tijd, zo ordinair," zegt Lenie. "Het is een kwestie van opvoeding om te zorgen dat het niet uit de hand loopt."

Volgens Cor kenmerkt het Jordanees zich soms door ruwe omgangsvormen, maar zijn er ook heus wel 'aardige woorden' in het woordenboek van de Jordaanbewoner.

"Wij liepen vroeger de hele dag tegen iedereen ome en tante te zeggen. Het was nooit wij of zij, maar altijd hullie en zullie. We wisten niet beter. Ook dat is de taal. Wat we ook zeiden als iemand er netjes uitzag: die is helemaal opgedoft en afgestoft."

Lenie: "Dan was ie helemaal buks, zeiden wij dan."

Marietje MulderBeeld Rink Hof

De hele zooi gaat naar de filistijnen, zegt Kasper Willemsen (68), Jordanees in hart en nieren. Ook hij zegt dat Holleeder weliswaar Jordanees praat, maar dat hij niet per se maatgevend is hoe de Jordanezen met elkaar omgaan. "We zijn niet allemaal criminelen hier."

Wel praat hij nog geregeld 'echt Jordanees'. "Als er eentje in de gracht is gedonderd, zeggen wij: hij is in de majem gepleurd. En als het regent majemt het. En ik heb nogal een behoorlijke neus. Mensen zeggen dan: kijk hem nou, met zijn zinksnijder." Soms krijgt hij wel eens reacties. "Dan reageren ze: wat bedoel jij nou?"

Kennen, kunnen en kannen, het loopt bij Hans (52) precies door elkaar heen. "Ze begrijpen me meestal wel hoor. Zo moeilijk is het ook allemaal weer niet, toch? Als ik zeg: die gozer heb een tiet met geld, dan weet toch iedereen dat ik bedoel dat het een rijke gast is?"

Het Jordanees zoals Holleeder dat spreekt, hij mist het soms wel eens in de buurt waar hij heel zijn leven is blijven wonen.

"Maar ja, die yuppies, die hebben het hier overgenomen. Van die types met een aardappeltje in hun keeltje, die jou effe gaan staan uitleggen hoe het allemaal werkt in deze buurt. Dan zeg ik: je ken de klere krijgen. Moet je zien hoe ze kijken."

Cor en Lenie de VentBeeld Rink Hof
Kasper WillemsenBeeld Rink Hof
HansBeeld Rink Hof

Meer over het proces tegen Willem Holleeder

Meer over het proces tegen Willem HolleederRuim drie jaar na zijn aanhouding en na veertien inleidende zittingen is de rechtbank in Amsterdam maandag gestart met de inhoudelijke behandeling van het megaproces tegen Willem Holleeder.

Volg het op de voet in ons dossier over het megaproces, of lees terug hoe de eerste dagen verliepen.