Direct naar artikelinhoud
Column

Homoseksualiteit geen ziekte? Sommigen kunnen dat niet aan

Theodor HolmanBeeld Wolff

Wat is het toch dat ik al jaren het gevoel heb dat het 1966 is?

Ik stel me zo voor dat als mijn kleinzoon over veertig jaar op zijn computer iets over deze tijd opzoekt, dat hij dan hoort en ziet dat Frans Bauer in ­China een razend populair programma was, zoals wij keken naar Ontdek Je Plekje, en dat Marc-Marie Huijbregts het toppunt van humor was, zoals wij keken naar The Mounties, en dat de verklaring van Nashville zoiets is als monseigneur Gijsen die ook niets moest hebben van homo's.

Mijn kleinzoon lacht zich dan een ongeluk.

Soms heb ik het gevoel dat ik loop aan de binnenkant van een wiel wanneer ik spreek over de tijd die voortschrijdt; er gaat iets vooruit, maar ik keer steeds terug op hetzelfde punt.

Het gaat mij ook vaak te snel. Mijn lichaam begint tekenen van verval te vertonen en ik weet niet of dat nog te herstellen is.

Ik wil soms dat alles stilstaat.

Dat ik rustig naar de telefoon in de gang kan lopen om mijn moeder te bellen, dat ik op een schrijfmachine mijn artikelen op een A4'tje kan tikken, dat mijn vader, om televisie te kijken, het dak op moet om de antenne in de juiste richting te zetten.

Ik heb daar zelfs grote ­behoefte aan, maar ik weet dat voorbij voorbij is.

Er zijn zaken die we hebben overwonnen.

De ziekte die homoseksualiteit heet, bijvoorbeeld. Dat bleek helemaal geen ziekte te zijn. Zo er al sprake was van iets abnormaals bij homofilie, dan waren het bepaalde - meestal religieuze - sub­culturen die eisten dat het een ziekte was.

Je kunt nog zo hard ­roepen dat homoseksualiteit geen ziekte is, dat het normaal is, maar sommigen kunnen dat niet aan.

De binnenkant van het wiel is een aantrekkelijke wandelroute voor wie in de tijd wil ­teruglopen en toch vooruit moet.

En daardoor heb je nu weer een stel diepgelovigen die ­homoseksualiteit een straf van God vinden.

Hoe kun je zo'n subcultuur overtuigen?

Het beste zou zijn als God even op aarde kwam om een en ander te verklaren, maar Hij bestaat niet. Wetenschap helpt ook niet, goed onderwijs evenmin.

Niks helpt.

Op een dag wordt zo'n reli-jongere verliefd op iemand van zijn eigen geslacht en vlucht hij weg van zijn milieu.

Dat helpt.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl

Het beste zou zijn als God even op aarde kwam om een en ander te verklaren