Direct naar artikelinhoud

Amsterdamse kerken weer gevuld door toeristen en expats

Praise the Lord! Dankzij diensten in het Engels trekken katholieke kerken in de Amsterdamse binnenstad meer gelovigen: toeristen en expats. 'De kerk is soms te klein.'

Sint NicolaaskerkBeeld Iris Bergman

'Lord hear our prayers.' Ongeveer veertig kerkgangers knielen eerbiedig neer op de houten banken van de Sint-Nicolaasbasiliek. Het is een bont gezelschap van mensen met diverse achtergronden en leeftijden. Aan de bungelende camera's op enkele buiken te zien, is de mis voor sommigen onderdeel van hun vakantie in de stad.

Anderen lijken hun weg hier al te kennen, ze worden bij de ingang persoonlijk begroet. Pastoor Gerard Weijers (63) staat met zijn armen gespreid voor het altaar. In zijn dictie klinkt subtiel door dat Engels niet de taal is waarin hij altijd bidt. Weijers komt uit Zuid-Limburg.

Niet blind voor verandering
Vijf jaar geleden begon de rooms-katholieke Sint-Nicolaasbasiliek als een van de eerste in de binnenstad met ­Engelstalige missen. "Want de kerk loopt misschien niet altijd voorop bij nieuwe ontwikkelingen, ze is niet blind voor verandering," licht Hennie Alberts van de Nicolaasparochie toe.

Daarmee doelt hij op de miljoenen toeristen die Amsterdam jaarlijks bezoeken. Bij aankomst op het Centraal Station kunnen ze het statige gebedshuis aan de Prins Hendrikkade direct zien liggen.

Natuurlijk bezoeken veel toeristen de stad juist om eens flink van God los te gaan, maar de Nicolaaskerk kreeg ook steeds meer vragen van vakantiegangers die God tijdens hun stedentrip wilden opzoeken.

Verstaanbaar
Ook onder de groeiende groep expats in de stad bleek behoefte te zijn aan een toegankelijke kerkdienst. Zo werd het idee voor een Engelse mis geboren.

Het was wel even zoeken naar een pastoor die de taal machtig is. Het gaat de relatief jonge voorganger ­Weijers goed af.

"Natuurlijk merk ik dat Engels niet mijn moedertaal is," zegt hij met Limburgse tongval. "Ik kom soms niet op een woord, maar door het te omschrijven praat ik me er meestal wel uit, hoor."

Het helpt bovendien dat de katholieke liturgie - het geheel aan teksten en rituelen van een dienst - al vaststaat. Weijers: "Als je die van tevoren zorgvuldig leest, krijg je het voldoende onder de knie om het goed verstaanbaar uit te spreken."

Proefdienst in de kleine kapel
De Nicolaaskerk is niet de enige in de binnenstad die nu Engelse diensten aanbiedt; ook De Krijtberg op het Singel, De Papegaai in de Kalverstraat en de Onze Lieve Vrouwekerk op de Keizersgracht doen dat. Dankzij de Engelstalige websites, posters en hotelinformatie weten toeristen en expats de missen steeds beter te vinden.

"Het succes van de diensten heeft mij totaal verrast," zegt Rafael Ojeda (60) van de Onze Lieve Vrouwekerk. Op verzoek van een aantal internationale gezinnen begon hij enkele jaren geleden met een Engelse proefdienst. "We dachten: we proberen het eens in de kleine kapel. Na drie maanden moesten we uitwijken naar de grote kerk, die is nu soms zelfs te klein."

De Engelstalige missen worden doorgaans beter bezocht dan de Nederlandse. Zo zitten er tijdens een Nederlandstalige dienst van de Onze Lieve Vrouwekerk 150 gelovigen in de zaal, bij een Engelse zijn dat er zo'n 300.

Jonger publiek
Door de doelgroep - toeristen, expats en soms buitenlandse studenten - trekken de internationale diensten bovendien een jonger publiek. Ze komen van over de hele wereld: van de Filipijnen tot Mexico en van Italië tot Amerika.

"Op andere plekken op de wereld wil men nog wel een uurtje voor God apart zetten, Nederland is een stuk verder geseculariseerd," verklaart pater Aad van Ruiten (62) van De Papegaai de populariteit van de kerkdiensten onder niet-Nederlanders.

Volgens de laatste meting van de dienst Onderzoek, Informatie en Statistiek (IOS) is nog maar 34 procent van de Amsterdammers gelovig, van wie het merendeel moslim, gevolgd door rooms-katholiek. Wereldwijd is dat 84 procent.

Volgens Ojeda leeft na de dwangmatige verzuiling van de vorige eeuw het idee dat 'nu de kerk niet meer moet, het ook niet meer hoeft'. "Als je in den vreemde bent, heb je misschien wel meer behoefte aan een vertrouwd plekje," voegt Van Ruiten daar aan toe.

Religieuze check-in
Overigens ontkennen alle kerken dat de Engelse diensten een strategie zijn om de kerkbanken weer vol te krijgen. "Ik wil geen kerken vullen, ik wil gewoon dienstbaar zijn aan ons internationalere publiek," zegt Ben Frie (69) van De Krijtberg.

Geloof in de stad

- 34 procent van de Amsterdammers rekent zichzelf tot een godsdienst.
- De islam is met 12,1 procent de grootste religie in de stad, ­gevolgd door de rooms-katholiek (11,2) en protestants (2,7).
- 12 procent van de Amsterdammers gaat eens per maand naar de kerk.
- 70 Amsterdamse kerken hebben sinds 1970 hun functie verloren, 12 werden door een andere christelijke gemeenschap overgenomen, 7 werden een moskee.

Opzet of niet: zelfs op een doordeweekse dinsdagmiddag trekt een mis in de Nicolaaskerk nu tientallen gelovigen. De Amerikaanse Ellie Sullivan (45) liet een bezoek aan het Rijksmuseum schieten toen ze op internet las over de ­Engelse dienst.

"Ik reis veel en dan mis ik mijn religieuze check-in, terwijl de kerk juist zo'n fijne plek is om even tot rust te komen." Engelsman Hugh McCown (81) is hier voor zijn vrouw.

"Ze is Filipijns en een stoïcijns katholiek, dus moeten we elke vakantie weer naar de kerk," verzucht hij. Vandaag kon hij de dienst in elk geval volgen. "Dat is op veel plekken op de wereld niet het geval."

De mis voelt voor beiden bijna als thuis, op wat kleine cultuurverschillen na. "Ik ging soms staan waar anderen bleven zitten. Een ander stel zag ik hetzelfde doen, dat ­waren vast ook Amerikanen," zegt Sullivan lachend.

Een probleem vindt ze het niet. "Die verschillen zijn juist leuk, het geloof is eigenlijk overal hetzelfde en toch een beetje anders."

De protestantse kerken in Amsterdam zagen ook het aantal toeristen en expats toenemen, maar hebben nog geen Engelstalige missen. De Noorderkerk biedt wel koptelefoons met vertaalde samenvattingen van de dienst aan.

"We hebben er simpelweg nooit aan gedacht, maar het klinkt als een heel goed idee," laat woordvoerder Wilfred Scholten desgevraagd weten.

Als je in den vreemde bent, heb je misschien wel meer behoefte aan een vertrouwd plekje

Migranten in de kerk

Vreemde talen zijn niet nieuw in de Amsterdamse kerken. Dankzij de relatieve godsdienstvrijheid trok de stad tijdens de Gouden Eeuw veel christelijke migranten, zoals de protestanten uit de Zuidelijke Nederlanden en de hugenoten uit Frankrijk.

Volgens historicus Geert Janssen van de UvA werden deze ­migranten door het stadsbestuur aangemoedigd een eigen kerk te stichten in hun eigen taal. Dat had vooral een praktisch nut: zo zouden de arme migranten aankloppen bij hun eigen kerk.

Janssen: "Later werd het ook het trotse symbool van de kosmopolitische stad. In de 17de-eeuwse Lonely Planet stonden zelfs wandeltochten langs de 'expatkerken'." De Lutherse Kerk op het Spui en de Waalse Kerk op de Oudezijds Achterburgwal herinneren aan die tijd.

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen migranten vaker uit niet-westerse landen, maar een groot deel van hen is nog steeds christen. Naar schatting zijn er tussen de 800.000 en 1,2 miljoen christelijke migranten in Nederland, ­afkomstig uit onder meer Ghana, de ­Filipijnen en Zuid-Amerika.

De Engelse kerkdiensten ten spijt, als migrantengroepen groter zijn en langer in Nederland verblijven, zoeken ze vaak een geloofsgemeenschap uit hun land van herkomst.

Als die nog niet bestaat, kunnen ze er een oprichten. Soms ­gebeurt dat binnen een bestaande kerk, zoals de Spaanstalige parochie voor ­latino's in de Sint-Nicolaaskerk, maar vaker ontstaan er migrantenkerken buiten bestaande kerken om.
Zo kent Zuidoost naar schatting 150 ­geloofsgemeenschappen.

De migrantengemeenten komen samen in geïmproviseerde zaaltjes, buurthuizen of huren ruimte van een traditionele kerk. ­Volgens pater Aad van Ruiten van
De ­Papegaai is dat voor een kerk met 'bloedarmoede' zelfs de manier om te overleven.