Direct naar artikelinhoud

'Bijzonder zoals de mens in de volle stad kan leven'

Wie de inwoners van een stad als Amsterdam wil verbinden, moet ervoor zorgen dat ze elkaar nodig hebben, zegt bioloog Frans de Waal. Hoe moet dat in deze tijd vol technologie? 'Het gevaar is dat mensen elkaar niet meer echt zien, terwijl dat wel waardevol is.'

Een groep bonobo's. 'Dat zijn een soort hippies: veel seks, geen oorlog.'Beeld Getty Images

Frans de Waal doet een gedachte-experiment. Terwijl hij op een taxi wacht, zegt hij: "Ik kan ook een auto stelen en daarin zelf naar Utrecht rijden." Hij weet al dat hij dat niet doet. "Omdat ik bang ben voor mijn reputatie," zegt hij. "Hoewel ik bijna niemand in Amsterdam ken, ben ik bang dat anderen me negatief zullen beoordelen. Mensen met een slechte reputatie komen er vaker alleen voor te staan en ik heb andere mensen nodig om te overleven."

De Waal staat hier op het Rokin, omdat hij net heeft gesproken op een bijeenkomst voor psychotherapeuten in de Beurs van Berlage. De bioloog trok er parallellen tussen apen en mensen en kreeg de lachers op zijn hand toen hij parende bonobo's liet zien. "Een soort hippies: apen zonder oorlog en met veel seks." Maar je moet het seksleven van de bonobo ook niet overdrijven, zegt hij. "Het duurt soms maar tien seconden, het is meer een genitale vorm van handen schudden."

Hij heeft onderzoek gedaan bij verschillende apensoorten naar bijvoorbeeld empathie, verzoening en moraliteit. Zijn werk levert boeiende inzichten op voor menselijke samenlevingen.

Zijn mensen wel gemaakt om in een stad als Amsterdam te leven?
"Onze samenleving is niet de natuurlijke habitat van de mens. Te groot. Onze psyche is geevolueerd in kleine samenlevingen waarin je iedereen persoonlijk kende. In grote steden is dat niet meer zo."

"In kleinere samenlevingsvormen moesten mensen direct samenwerken om voedsel te verzamelen of zich te beschermen tegen roofdieren. In een grootstedelijke samenleving hoeft dat niet en is het samenleven anoniemer."

Is dat een probleem?
"Uit apenonderzoek is bekend dat individuen die elkaar nodig hebben, zich vaker verzoenen. Dat geldt ook voor mensen. Hoe anoniemer de onderlinge relaties, hoe minder we gericht zijn op vrede. Dat zie je terug in steden, waar buren elkaar soms niet kennen. Je ziet het ook op sociale media, waar meningsverschillen vaak uit de hand lopen door de anonimiteit."

Wat kan een overheid doen om anonimiteit te verminderen?
"De gemeente plaatst bordjes dat we met z'n allen verantwoordelijk zijn voor een schone omgeving, en bureaucratische instanties als politie en justitie letten erop dat mensen niet op een oneerlijke manier aan hun geld komen. Maar dat zijn toch artificiële constructies vergeleken met face-to-facesamenlevingen, die op reputatie zijn gebaseerd."

"Dat wil niet zeggen dat die kunstmatige alternatieven niet werken. Sinds de oprichting van de Europese Unie, bijvoorbeeld, hebben Europese landen onderling geen oorlog meer gevoerd. Waardevolle relaties tussen landen werken als bescherming tegen geweld."

Ondanks de anonimiteit zijn er in westerse grote steden relatief weinig excessen. Het aantal moorden in Amsterdam daalt. Een wonder?
"Het is best opmerkelijk wat we aankunnen. Als je 200 chimpansees in een vliegtuig zet, wordt het een bloedbad, zeker als ze elkaar niet kennen. Dat mensen zo dicht op elkaar kunnen leven, geeft aan hoe lenig de menselijke aard is."

Waar komt die lenigheid vandaan?
"We zijn erop gericht ons aan te passen aan de omstandigheden, en die aanpassing werkt op een heel interessante manier."

Kunt u dat uitleggen?
"Empathie, bijvoorbeeld, is belangrijk om groepscohesie in stand te houden. Het is een heel oude eigenschap, die is ontstaan in familieverband. Een moeder moet weten hoe het met haar zuigeling gaat, ze moet reageren op signalen van honger, pijn en paniek. Zo kan ze doen wat nodig is om te overleven. Dat principe van je verplaatsen in de ander heeft zich uitgebreid naar naaste verwanten, die je bijvoorbeeld nodig hebt om samen te jagen. Wie empathie heeft, wordt er zelf ook beter van."

Onze samenleving is niet de natuurlijke habitat van de mens. De psyche is ontstaan in kleine groepen

"In moderne samenlevingen passen we de aloude empathie op andere manieren toe. We projecteren onze empathie bijvoorbeeld op een gestrande walvis die we terug in zee willen duwen. Als we honger hadden, zouden we die walvis vast minder aardig behandelen."

"We projecteren onze empathie op beelden van de ellende na een tsunami en maken dan geld over. Ook bewoners van vrij anonieme steden beschikken over empathie. Dat verklaart waarom er relatief weinig problemen zijn."

Kunnen we empathie ook afleren?
"Nee, dat zit er heel diep in. Alle zoogdieren hebben in zekere zin empathie, het gaat zo'n 200 miljoen jaar terug. Een paar duizend jaar civilisatie verandert dat niet."

Vormen technologische ontwikkelingen een bedreiging voor de samenleving?
"Mensen beschrijven Facebook wel als vijand, maar ik zie dat niet zo. Facebook heeft succes, omdat het over menselijke relaties gaat. Je wilt weten hoe het met je vrienden gaat. Empathie dus, je bent blij als ze hun examen halen. Bovendien kun je mensen ontvrienden, dus er is straf mogelijk. Dat werkt goed."

"Een nadeel van Facebook is dat mensen de hele dag naar zo'n stom schermpje staren en elkaar nauwelijks echt zien. Waarnemingen in het echt leveren de meeste informatie op."

Wat gebeurt er als verschillende apensoorten elkaar tegenkomen en moeten samenleven? 
"Dat verschilt. Chimpansees en bonobo's leven in verschillende gebieden; maar goed ook, want het zou slecht met de bonobo's aflopen."

"Chimpansees en gorilla's komen elkaar soms tegen. Ze lusten de zelfde vruchten, maar chimpansees weten dat gorilla's sterker zijn en gaan de strijd niet aan. Bovendien leven gorilla's vooral op de grond en chimps in bomen. De biologie spreekt dan van sympathische soorten. Dat marcheert prima zolang er genoeg voedsel is. Bij schaarste wint de sterkste."

Bij ongelijkheid tussen soorten geeft kracht de doorslag. Wat gebeurt er bij ongelijkheid binnen apensoorten?
"Dat heb ik onderzocht bij kapucijnapen. Twee apen die elkaar kenden, werden in aparte hokjes geplaatst. Ze konden elkaar zien. Ze moesten een eenvoudig taakje uitvoeren en werden aanvankelijk allebei beloond met stukjes komkommer. Dat vonden ze allebei prima."

"Daarna kreeg één kapucijnaap voor dezelfde taak druiven in plaats van komkommers. Kapucijnapen vinden druiven lekkerder dan komkommer. De aap die komkommer kreeg en zag dat een andere aap druiven kreeg voor dezelfde taak, ging zwaar in protest. Hij gooide de komkommer weg en probeerde het hok af te breken. De notie van gelijke beloning voor gelijk werk kun je een vorm van moraliteit noemen. Apen kunnen samenwerken, empathie tonen, regels volgen en ze hebben een gevoel voor rechtvaardigheid: mechanismen die wij ook gebruiken."

Sluit zo'n onderzoek met komkommers en druiven aan op menselijke samenlevingen?
"Er is interessant onderzoek van Richard Wilkinson naar ongelijkheid bij mensen. Ongelijkheid is slecht voor ons, omdat er simpelweg meer ziekten voorkomen. En ongelijkheid, bijvoorbeeld tussen arm en rijk, geeft stressm en dat heeft negatief effect op het immuunsysteem."

Denkt u dat de mens ooit uitsterft?
"Als we zo doorgaan wel. Door eigen toedoen, we zijn onze grootste vijand. Overbevolking is een groot probleem, maar de bevolkingsgroei zal afvlakken, denk ik. Steeds meer mensen gebruiken anticonceptie. Mensen krijgen een hogere levensstandaard en meer educatie. We moeten ervoor zorgen dat we de uitwassen van de bevolkingsgroei overleven."

De middelen om conflicten te beslechten zijn ingrijpender. Hadden we vroeger vuisten en misschien een speer, nu zijn er kernwapens.
"Dat klopt. Je zou er pessimistisch van worden, maar dat ben ik niet. Met een druk op de knop is een heel continent weg te vagen, maar mensen doen ook mooie dingen met die creativiteit. Zo zijn er technologische oplossingen bedacht om plastic uit zee te vissen. Ook voor optimisme is dus iets te zeggen."

Frans de WaalBeeld Merlijn Doomernik

Frans de Waal

De wereldberoemde bioloog (Den Bosch, 1948) is gespecialiseerd in primatengedrag. Hij studeerde in Nijmegen en Groningen en promoveerde in 1977 aan de Universiteit Utrecht. In 1981 verhuisde hij naar de VS, waar hij nog altijd woont.
De Waal is hoogleraar aan de Emory Universiteit in Atlanta en universiteitshoogleraar in Utrecht. Dit jaar gaf de Radboud Universiteit hem een eredoctoraat. In 2007 noemde Time hem een van de honderd invloedrijkste mensen.