Direct naar artikelinhoud
Ingezonden brief

'Ik vraag u, verniel mijn kunstwerk aan het Stedelijk!'

"Waar ik meer dan twintig jaar keihard voor gewerkt heb", schrijft Ralph Posset, "is in een klap ongedaan gemaakt. Ik ben salonfähig geworden..." Daarom vraagt hij u: "Vandaliseer mijn kunstwerk aan het Stedelijk Museum! Verniel of verwijder het."

Ralph Posset en zijn afvoerputjeBeeld Jan Pieter Ekker

Sinds 22 december siert een schitterend werk het Stedelijk Museum in Amsterdam. De badkuip is eindelijk volwassen geworden; de ontwerpfout is hersteld. Niet door de architect maar door een kunstenaar. En niet zomaar een kunstenaar, maar een Volkskunstenaar, die een afvoerputje plaatste.

Ondanks het eclatante succes knaagt er echter iets. De gretigheid waarmee ik, de Volkskunstenaar, wordt toegejuicht door het kunstwereldje geeft te denken. Tot nu toe mocht ik mij altijd verheugen op vernietigende kritieken. Ik werd vermalen en uitgespuugd door de gevestigde orde.

Een overzichtelijk geheel. Ik bedacht iets, voerde het uit en werd vervolgens door de journalistiek en kunstwereld met de grond gelijk gemaakt. Mijn plekje in de undergroundhemel was verzekerd. Dat die hemel vaak een hel was nam ik op de koop toe. Liever ongrijpbaar en een buitenstaander dan een in hokjes te plaatsen kunschtenaar. Onsuccesvol zijn was mijn levensdoel.

Deze positie zorgde ervoor dat ik nooit hoefde na te denken over mijn kunst en acties. Ik kon niet dieper zinken in de ogen van mijn medekunstenaars. Ik was de antikunstenaaar. Het kwaad in levenden lijve.

Ik deed niet mee aan de kunst-horlepiep en hoefde mezelf nooit de vraag te stellen of ik wel lid wilde worden van clubjes die mij accepteerden. En nu is die status van outsider met één kunstactie onderuitgehaald.

Of beter gezegd, die status is onderuitgehaald door de reacties op mijn kunstactie. Het Parool reageerde helemaal niet zuinigjes en humorloos op mijn afvoerputje. En het Stedelijk Museum liet het putje niet alleen hangen maar deelde mijn actie zelfs met zijn 200.000 volgers.

En de 'bloody fucking limit' is toch wel dat allerlei kunstenaars in den lande mij feliciteerden met mijn actie. Waar ik meer dan twintig jaar keihard voor gewerkt heb, is in een klap ongedaan gemaakt. Ik ben salonfähig geworden...

Onsuccesvol zijn was mijn levensdoel.

En dus beste lezer, vraag ik u: vandaliseer mijn kunstwerk aan het Stedelijk Museum! Verniel of verwijder het. Als het putje er namelijk nog langer blijft hangen krijgt het verdomd snel een officiële status. Dan zal ik bekendstaan als een museaal kunstenaar. Toeristen zullen zich vergapen aan een fotootje dat allesbehalve kunst is.

Het putje is volks, banaal en goedkoop. Een bloedeloos, bijdehand en vilein statement dat niet de Nederlandse kunstgeschiedenis in mag gaan. Eén pindakaasvloer is al meer dan genoeg.
Ralph Posset, min of meer kunstenaar

'Ik vraag u, verniel mijn kunstwerk aan het Stedelijk!'
Beeld Jan Pieter Ekker