Direct naar artikelinhoud
Column

Ik ben nietszeggend, maar allesvoelend

James WorthyBeeld Agata Nowicka

Mijn zoon zit op de schommel en mijn vader duwt hem zo hard als hij kan. Of zo hard als mijn zoon denkt dat mijn vader kan duwen. Ik weet dat mijn vader harder kan duwen, maar ik ben blij dat ie het niet doet. Als ­vader duwde hij mij soms net iets te hard, maar als opa duwt hij zijn kleinzoon precies goed. Dertig jaar geleden zat ik op dezelfde schommel en duwde mijn vader mij. Toen had hij nog bruin haar.

Ik kijk van een afstandje naar ze. Als ik mijn vader en mijn zoon samen zie, ben ik op mijn allergelukkigst. Ik zie een man van 69 en een jongetje van 5. Ik zie een hele Engelsman en een halve Surinamer. Ik zie alles wat ik ooit was en alles wat ik ben geworden.

Ik loop op ze af en ga naast ze staan. Samen zijn we 112 jaar oud. Drie mannen, één naam. James. Mijn ­vader is de vijfde, ik ben de zesde en mijn zoon is de ­zevende. De eerst vier liggen onder de grond. Zij vochten in oorlogen, zodat wij vandaag met z'n drieën in het Vondelpark kunnen zijn.

Mijn zoon zit op de rug van mijn vader een roze koek te eten. Tientallen koekkruimels wonen tussen de grijze haren. Mijn vader doet alsof hij een paard is en mijn zoon doet alsof hij niet weet dat zijn grootvader geen paard is. Ik weet dat mijn vader geen paard is. Ik weet dat hij een zon is.

Ja, mijn vader is de zon die ondergaat, mijn zoon is de zon die opkomt en ik ben de zon die er precies tussenin zit. Ik hang gewoon in de lucht. Ik ben nietszeggend, maar allesvoelend.

Als ze samen zijn, schijnen ze zo fel dat ik begin te twijfelen of ik wel een zon ben. Of ik wel bij ze hoor.

"Opa, je bent mijn beste vriend," fluistert mijn zoon in het oor van mijn vader. Hij is nog niet zo heel goed in fluisteren. Heel eventjes ben ik jaloers, maar dit duurt niet lang. Ik heb ze per slot van rekening aan elkaar voorgesteld. Ik stond aan de wieg van hun vriendschap.

Mijn vader krijgt last van zijn rug, ze lopen hand in hand verder. Mij hebben ze niet nodig. Eventjes niet. Vaderlief en zoonlief nemen mij voor lief. En ik begrijp het. Mijn vader is Sean Connery, mijn zoon is Daniel Craig en ik ben niets meer dan Timothy Dalton. 

Ik denk aan de schommel. Dertig jaar geleden duwde hij mij, vandaag duwde hij hem en over een paar jaar ben ik het die mijn vader door het Vondelpark duwt. Op een koude winterdag. De koudste. De wangen van mijn vader zullen op roze koeken lijken. Hij zal ziek zijn of gewoon oud. Ik hoop gewoon oud. Hij zal in een rolstoel zitten met mijn zoon op zijn schoot. En ik zal duwen. Zo hard als ik kan.

"Harder! Harder! Veel harder!" Ik hoor het ze in koor schreeuwen.

Maar hoe hard ik ook duw, we zullen nooit zo hard gaan als het leven zelf.

'Opa, je bent mijn beste vriend', fluistert mijn zoon in het oor van mijn vader.

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (1980) probeert in zijn columns iets van het leven te begrijpen. Lees al zijn columns hier terug. 

james@parool.nl