Direct naar artikelinhoud
Column

Nooit is Remco Campert ouder geworden

Theodor HolmanBeeld Wolff

Toen zijn dichtbundels
mijn leerboeken waren,
ik zijn woorden onder de knie
probeerde te krijgen,
ik zijn zinnen wilde beleven,
ik zijn leven wilde leven,
ik zijn avonturen zocht,
ik zijn 'ik' wilde zijn,
begreep ik dat ik hard moest werken
om zijn stem niet uit mijn mond te laten komen.

Er kwamen andere leerboeken,
maar altijd keerde ik terug naar zijn ogenschijnlijk
eenvoudige muziek.
Ogenschijnlijk.
Zinnen en woorden als de stem van Chet Baker.
Zinnen waartegen je kon tikken.
Zinnen die er zin in hadden.
Zinnen die liepen als jij, schat -
waarom ik verliefd op je werd,
zoals je aan de bar ook een sigaret rookte.
Zijn zinnen dronken rode wijn,
en werden dronken van jou.

Schrijver van de lente.
Verhalen die de laatste oorlogswolken wegbliezen.
Verhalen als vrouwenbenen,
als jouw buik, schat, die ik steeds weer wil kussen,
verhalen van vrienden.
Zijn schrijven was leven.

Waar zijn de vrienden?
De vrienden leefden opeens voort,
maar dronken niet meer mee.
De vrienden spraken,
maar alleen hij hoorde het.

Op hun feesten was iemand gekomen
om te zeggen dat ze naar huis moesten.
De feestzaal, een huiskamer, een zolder, een keuken,
een kelder, een park, raakte leeg.

Dan vult de wereld zich met moe.
Dan vullen de zinnen zich met moe.
Zo worden allen dingen moe.

Maar nooit is hij ouder geworden.
Nooit, nee nooit wordt hij oud.
Zo oud als hij is.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

t.holman@parool.nl

Verhalen die de laatste oorlogswolken wegbliezen. Verhalen als vrouwenbenen