Direct naar artikelinhoud
Column

In de tijd van Mies bestonden geen homo's, geen provo's

Theodor HolmanBeeld Wolff

Mies was een schat, begrijp ik. Een tv-­legende. 88 geworden. Een mooi en rijk leven. De herinneringen van velen zijn ook de mijne. Televisie­kijken in pyjama met chips en kaaskoekjes. De geur van bier voor vader, een glas sherry voor moeder.

Het was de tijd dat je Nederland nog in een luciferdoosje kon stoppen. En nul-nul-twee belde om te horen hoe laat het was.

Er bestonden geen homo's, geen provo's, geen de pil slikkende meisjes, geen moordenaars, geen napalmbommen, geen corrupte presidenten; het Journaal zond uit dat er twee dagen geleden een boerderij was afgebrand en er was nog een koe zoek.

En er was een excellentie die tegen de journalist zei: "Ik heb nu geen tijd voor deze vraag, heur, ik moet verder."

"Zeker excellentie."

Door de straten liepen pastoors en dominees die niet doorhadden dat ze een doodlopende weg waren ingeslagen. Oorlogswonden verborg men uit schaamte; je werd geacht blij te zijn dat we waren bevrijd en hoorde niet te betreuren wat verloren was gegaan.

Open het Dorp was in 1962. Een dorp voor lichamelijk gehandicapten; de overheid liet zich niet zo veel gelegen liggen aan die groep. Die opening was een symbolische daad. Er werd meer dan een dorp geopend.

Een jaar later, in 1963, kwam in Nederland de Algemene Bijstandswet, en om de hoek renden The Beatles en The Stones, de Cubacrisis - Bob Dylan zong Blowin' in the wind.

En het was het jaar van het satirische programma Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, het breekijzer van die tijd.

Met de sketch Beeldreligie, waarin een nieuwe god werd aan­beden, die van de televisie.

"Geef ons heden ons dagelijks programma."

Dat vonden de pastoors en de dominees niet fijn.

Mies deed aan dat programma mee.

Dus kreeg ze hectoliters antisemitische drek over zich heen. "Lelijke vuile Jodin... de Duitsers hebben er toch nog een vergeten."

En dus kwamen er bedreigingen. En Mies stopte met het programma.

Mies deed daarna talkshows en spelletjes. De god die in Beeldreligie werd aanbeden, had haar gebed verhoord.

De televisie is op de weg terug, naar waar het museum staat met oude, invloedrijke communicatiemiddelen. Daar staat het naast onder andere het pamflet, het vlugschrift, de telegraaf, het stencilapparaat, het Polygoonjournaal en de drukpers.

Mies heeft de opkomst en ­ondergang van het publieke blauwe oog meegemaakt. Ook dat oog wil dicht.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

t.holman@parool.nl

Lees ook: Geen achternaam, Mies was genoeg

De god die in Beeldreligie werd aanbeden, had haar gebed verhoord