Direct naar artikelinhoud

'Help nieuwe studenten beter op weg'

De studiedruk voor studenten is te hoog en studeren is niet zo toegankelijk als het zou moeten zijn, vindt minister Van Engelshoven. Bij de Hogeschool van Amsterdam weten ze hoe het anders moet.

'Help nieuwe studenten beter op weg'
Beeld ANP

Het is zonde, net een studie gekozen en dan alweer afhaken. Het komt veel voor: 35 procent van de hbo-studenten stopt na een jaar, ongeveer de helft daarvan laat het hbo helemaal voor gezien. Op de universiteit gaat het ongeveer om een kwart van de studenten.

Donderdag schreef minister Ingrid van Engelshoven (Hoger Onderwijs, D66) een brief aan de Tweede Kamer waarin ze de toegankelijkheid van het onderwijs aankaart.

Ze constateert een te hoge studiedruk door een bindend studie­advies na het eerste jaar (waarbij een minimaal aantal punten moet worden gehaald om door te mogen studeren), snel de studie moeten afronden, studenten met een migratieachtergrond die eerder afhaken en obstakels als een numerus fixus waardoor opleidingen een maximum aan studenten mogen aannemen.

Wat ze eraan wil doen, laat ze een beetje in het midden - ze laat weten het bindend studieadvies tot 40 punten te willen beperken. Verder wil ze onderzoek naar 'gelijke kansen' en toegankelijkheid.

Niet niveau verlagen
"Zodra die woorden vallen, gaan mensen heel hard knikken," zegt Louise Elffers, lector beroepsonderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam. "Maar wat betekent het eigenlijk?" Zo duidelijk is dat niet.

Volgende week komt een onderzoek naar de toegankelijkheid van het hbo uit, onder leiding van Elffers. Daarin merkt Elffers onder meer op dat hogescholen ervaren dat ze voor een 'trilemma' staan: je kunt niet én toegankelijk zijn én de kwaliteit hoog houden én studiesucces hebben. 

Ergens moet worden ingeboet. "Ik vind dat nogal een boude stelling en volgens mij klopt het ook niet. Je hoeft niet meteen het niveau en de snelheid van afstuderen te verlagen om het hoger onderwijs toegankelijk te houden." 

Wat Elffers en haar collega Fiona Veraa, onderzoeker bij de afdeling Urban Education aan de HvA, namelijk zien is dat studenten die als eerste in hun familie gaan studeren, een migratieachtergrond hebben of uit het mbo komen, niet per se het niveau niet aankunnen, maar bepaalde voorkennis en studievaardigheden missen die bij het hbo horen en minder bekend zijn met de verwachtingen op het hbo. 

Terwijl ze in principe de juiste diploma's hebben om te worden aangenomen. 

Basale obstakels
Veraa interviewde studenten van de HvA om erachter te komen waar zij tegen aanlopen tijdens hun studie, en dat kwam vaak neer op hele basale dingen.

'Help nieuwe studenten beter op weg'
Beeld Barbara Lateur

"Ze hebben bijvoorbeeld geen studieplek thuis omdat ze nog thuis wonen en niet veel ruimte hebben. Er is thuis niemand die ze kan uitleggen hoe dingen werken."

"Ze werken veel uren omdat ze niet willen ­lenen, hebben soms mantelzorgtaken. Ze durven niet de docent om hulp te vragen omdat ze hebben gehoord op de open dag dat je op het hbo 'vooral heel zelfstandig moet werken'. 

Of ze melden zich niet aan voor studies met een selectie omdat ze denken dat ze het toch niet ­halen.

En daar kijkt het bindend studieadvies om de hoek. "Het hbo biedt weinig ruimte om even te wennen. Als je het eerste blok verknalt, heb je meteen een negatief advies," zegt Elffers.

De oplossingen is vrij simpel. De Vrije Universiteit Amsterdam doet het al: een introductietijd voor eerstegeneratiestudenten om ze handvatten te geven voor hun studie. De HvA overweegt het ook, net zoals inzetten op meer studentmentoren, zegt Veraa. 

"Het is geen betutteling of weggegooid geld. Het is praktisch, want als je stopt met je studie kost dat nog veel meer."

Oplossing is simpel: een introductietijd voor eerstegeneratiestudenten om ze handvatten te geven