Direct naar artikelinhoud

Bemanning olietanker al 5 weken vast in Amsterdamse haven

Al ruim vijf weken zitten 18 bemanningsleden vast op een olietanker in de Amsterdamse haven. Met beperkte verwarming en warm water, en voorlopig nog zonder salaris.

Er is nog voedsel en brandstof aan boord, maar de situatie is 'eerlijk gezegd onmenselijk', aldus inspecteur Aswin Noordermeer van vakbond ITFBeeld Joris van Gennip

In 27 dagen voer de Sea Pioneer, een 170 meter lange tanker die onder de vlag van de Marshalleilanden vaart, vorig jaar november van de Cubaanse havenstad Cienfuegos naar Amsterdam om een lading nafta te lossen.

Daar eindigde de reis van de Sea Pioneer voorlopig. Sinds 6 december ligt het schip voor anker in de Amerikahaven, nadat een schuldeiser beslag had laten leggen op het schip.

De achttienkoppige bemanning, afkomstig van de Filipijnen en uit Pakistan, zit sindsdien vast aan boord en wacht nog op het decembersalaris. Om brandstof en water uit te sparen kunnen de mannen alleen 's ochtends en 's middags een uur gebruikmaken van warm water.

Aan boord loopt de bemanning in winterjassen, omdat slechts een deel van het schip wordt verwarmd.

"De situatie is eerlijk gezegd onmenselijk," zegt Aswin Noordermeer, een inspecteur van de Internationale Transportarbeiders Federatie (ITF) die gisteren aan boord ging om poolshoogte te nemen. "Dit soort zaken komt wel vaker voor in de internationale scheepvaart, maar niet in de regionen waar wij wonen."

Babyvoeding
Vakbond ITF werd getipt door scheepsdominee Leon Rasser, die dit weekend aan boord ging om met de bemanning te praten en kleding, films en puzzels voor ze mee te nemen.

Rasser: "De situatie is zorgelijk. Voor ons is het al vervelend als je een maand je geld niet krijgt, laat staan voor deze mensen. Zij varen om hun families thuis te kunnen onderhouden. Er zijn mannen aan boord die net een paar maanden geleden ­vader zijn geworden en geld nodig hebben zodat hun vrouwen thuis babyvoeding kunnen ­kopen."

Bemanningsleden van de Sea Pioneer willen niet met Het Parool praten over hun situatie uit angst om op 'een zwarte lijst' te belanden en niet meer aan het werk te komen.

Beperkt warm water en verwarming
Rasser: "Als je gaat klagen is het voor jou een ander. De armoede wordt uitgebuit en er is een systeem dat het faciliteert. We halen arbeiders daarvandaan waar ze geen enkele rechten hebben, omdat ze makkelijk vervangbaar zijn. Dat is een trieste en armetierige manier van zakendoen."

Vorige week heeft de eigenaar van het schip wel voedsel geleverd, waardoor er in elk geval nog genoeg voedsel is tot aan het einde van de maand.

Ook is er nog brandstof aan boord om het tot die tijd uit te houden, met beperkt warm water en verwarming. ITF houdt het schip de komende tijd nauwlettend in de gaten en heeft de eigenaar verzocht de salarissen te betalen en te stoppen met het rantsoeneren van het warme water.

De Havendienst is van de situatie op de hoogte, maar ziet geen rol voor zichzelf weggelegd, omdat het gaat om een conflict tussen de rederij en de bemanning.

Trinity Ships Inc.
Wie beslag heeft laten leggen op het schip is onduidelijk. Net zoals hoe groot de financiële problemen van de eigenaars van de Sea Pioneer precies zijn.

Het management van het schip is in handen van het in Griekenland gevestigde Trinity Ships Inc., dat in een reactie laat weten dat het in opdracht van een 'in de VS gevestigd fonds' werkt en dat het schip, dat 10 jaar oud is maar slecht is onderhouden, inmiddels in de verkoop is gezet.

Hoe lang dat nog gaat duren, is onduidelijk. "Het schip zal in Amsterdam blijven liggen tot het verkocht is," aldus het bedrijf.

Volgens Trinity Ships Inc. worden de betalingen aan de crew voor het einde van de week verwerkt. Het spreekt tegen dat er operationele beperkingen aan het schip zijn opgelegd.

Lees ook: Een havendominee voor elke zeeman die aanlegt in de stad

'Deze mensen krijgen een maand hun geld niet. Het is een armetierige manier van zakendoen'

Niet aan wal

Omdat de Sea Pioneer niet aan een kade ligt, is het moeilijk voor de bemanning om van boord te komen. Daarvoor moeten ze gebruikmaken van vletterlieden, die de bemanning met een boot kunnen overzetten.

Alleen: dat kost 73 euro per enkele tocht. Ook als het salaris over december was betaald, is dat voor een Filipijnse zeeman veel geld, zelfs als de kosten door 10 ­bemanningsleden worden gedeeld.

Daardoor is een bezoek aan bijvoorbeeld het Zeemanshuis, waar ze kunnen internetten en tegen kostprijs simkaarten kunnen kopen om contact te houden met hun familie, bijna onmogelijk.