Direct naar artikelinhoud

Crash Course: geschikt of ongeschikt voor het onderwijs?

Basisscholen staan te springen om leraren. Zijinstromers uit andere beroepen - van circusdirecteur tot slavernijonderzoeker - zijn welkom op de stoomcursus onderwijs.

Ervaren docenten en zijinstromers luisteren naar de belevenissen van deelnemers aan de Crash CourseBeeld Dingena Mol

"Wat doe jij dan hier?" zegt de slavernijonderzoeker als ze hoort dat een medewerker van War Child zich voorstelt. Maar die vraag zou je aan alle negen deelnemers van de Crash Course Basisonderwijs kunnen stellen.

In een lokaaltje op de Timotheusschool in Nieuw-West zitten een voormalig kindercircusdirecteur, een grafisch vormgever, een producer van documentaires, een ex-televisiemaker, een maatschappelijk werker, een begeleider van nieuwkomers en een ambtenaar.

Mensen met goede banen, een hbo- of universitaire opleiding achter de rug.
Ze zijn de schoolbanken al lang ontgroeid. De jongste is 26, de oudste 58. Toch voelen ze zich weer leerling, scholier, student, in het kringetje op de basisschool. Ze zijn ook meteen stil als ex-juf, nu trainer, Marjan Beentjes haar rechterhand opsteekt en haar linkerwijsvinger voor de mond doet. Een bijna universele handeling in het tot stilte manen van een klas.

Met zijn negenen zullen ze elf dagen, waarvan zeven schooldagen, kijken of ze geschikt zijn voor het onderwijs. Allemaal zijn ze al geselecteerd met een intake, maar of ze dit echt willen, en echt kunnen, moet nog blijken. Ze betalen er 450 euro voor, een teken van toewijding.

Lerarentekort
De Crash Course is een van de manieren waarop de gemeente Amsterdam het lerarentekort wil tegengaan, dat op dit moment ruim honderd vacatures op basisscholen in de stad telt, met dus duizenden leerlingen zonder vaste juf of meester als gevolg.

Het Schoolbureau gaf al zij­instroom­cursussen voor het voortgezet onderwijs, maar gezien de gigantische vraag naar juffen en meesters is het bedrijfje dat ook gaan doen voor het basisonderwijs. In een paar maanden tijd worden in Amsterdam nu honderd mensen klaargestoomd voor een zij­instroom als leerkracht.

In een rondje stellen ze zich voor. De ex-kindercircusdirecteur heeft altijd graag met kinderen gewerkt. De War Childmedewerker wil het gevoel hebben dat ze echt nodig is, niet alleen in derdewereldlanden, maar ook om de hoek. De grafisch vormgever had behoefte om over meer na te denken dan of iets cursief of vet moet.

Over geld, werkdruk, status - de veelbesproken euvels van het beroep - hoor je ze niet. Ze zijn op zoek naar zingeving. Dit zijn geen mensen die wanhopig op zoek zijn naar een baan en 'dan maar het onderwijs in gaan'.

De Luizenmoeder
Tijdens de eerste les begint Beentjes al over het beurtenbakje: een bakje met stokjes met namen van leerlingen erop. Zo kun je eerlijker de beurten verdelen en laat je niet steeds dezelfde fanatieke kinderen aan het woord. Er komen nog wel meer wonderlijke woorden voorbij, die niet zelden aan tv-serie De Luizenmoeder doen denken. Instructie, interactie, stilteteken, digibord.

Beentjes weet dat sommige van de marketeers, advocaten of kunstenaars na vijf dagen al een perfecte les kunnen geven. Anderen haken nog tijdens de cursus af. Orde houden, dat onderschatten ze vaak. Hoe leergierig ze ook zijn, een bepaald natuurlijk overwicht heb je wel nodig voor een klas van 25 energieke 7-jarigen.

Ester Eijkmans (43) is de grafisch vormgever. Ze draagt het liefst felgroen of roze. Een kind dat een juf moest tekenen, zou haar schetsen. Toen ze laatst een discussie had met een klant over de ene versie van het rood of de andere variant, dacht ze: ik kan toch wel iets meer voor de ­wereld betekenen dan dit.

Eén introductiedag telt de cursus. En de maandag erop moeten de deelnemers zich al voorstellen aan hun klas. Op donderdag staat hun eerste les al gepland. Dit heet niet voor niets een stoomcursus. Het is een efficiënte manier om erachter te komen of onderwijs iets voor je is. Het is een snel pad naar het opleiden van extra leraren.

Kritiek
Maar zijinstroom stuit ook op kritiek. Ton van Haperen, onderwijscriticus en schrijver van Het bezwaar van de leraar, vindt zij­instroom zelfs gevaarlijk. "Ik vind dat je eerst een diploma moet hebben voordat je op kinderen losgelaten wordt en over hun vorderingen oordeelt." Onbevoegde leraren voor de klas noemt hij een risico.

100

Het Amsterdamse basisonderwijs komt nu 100 docenten tekort, waardoor duizenden scholieren geen vaste meester of juf hebben.

"Ik ben op zich voor zijinstroom," zegt schooldirecteur Stella Meijboom van de Catamaran in West. "Maar het vraagt wel veel begeleiding. Mensen doen niet voor niets drie of vier jaar de pabo. Het is niet zo dat je het even snel leert."

Zes dagen na de eerste kennismaking staat Eijkmans voor een klas. Het is groep 3 op de Timotheusschool, een school waar met het Suikerfeest geen kind op school is te vinden, zoals de directeur beschrijft.

De kinderen in de klas noemen Eijkmans al juffrouw. Zonder haar stem te verheffen wordt het stil. Vier kinderen willen plotseling naar de wc. Een paar meisjes tekenen hartjes in plaats van letters op hun papier. Een jongetje legt zijn hoofd op tafel, hij blijkt koorts te hebben. Wie belt zijn vader?

Spontane knuffel
Eijkmans blijkt een natuurtalent, ze schakelt moeiteloos tussen de urgente behoeften van de 7-jarigen en het uitleggen van de letter 'b'. Petra Toor, die achter in de klas de les beoordeelt, vindt dat elke school die Eijkmans krijgt, in zijn handen mag knijpen. "Zo zijn er niet veel," weet de ervaren oud-docent en basisschooldirecteur.

Als de les voorbij is, rent een meisje naar juf Ester toe en geeft haar spontaan een knuffel.

Moeizame relatie
Een maandag later zit de groep zijinstromers bij elkaar. De meesten stralen, ondanks vermoeidheid. "Ik keek in de spiegel, de wallen gingen niet meer weg," zegt Eijkmans. "Maar ik heb nog nooit zo veel energie van werken gekregen."

Ook de anderen delen hun ervaringen, over de chaos in de klas, hun uitleg die onder niveau bleek te zijn of de moeizame relatie met de begeleidende leraar. De ex-circusdirecteur ontdekte dat hij te antiautoritair is voor het onderwijs.

De tv-editor kwam bij de kleuters en werd door de kleuterjuf met de nek aangekeken. De maatschappelijk werker moest plotseling een klas opvangen van een zieke docent. Ondanks de goede wil krijgen ze een dag later het bericht dat ze voorlopig ongeschikt zijn bevonden.

Eijkmans, de War Childmedewerker, de filmproducer, de ambtenaar, de slavernijonderzoeker en de begeleider van nieuwkomers krijgen wel een verlossend telefoontje. Zij staan over een paar maanden misschien wel bij uw kinderen voor de klas.

Zwaar traject

Zijinstroom wordt als belangrijke oplossing voor het lerarentekort gezien. Zijinstromers brengen ­levenservaring en andere vaardigheden mee (handig, een ex-communicatiemedewerker die de nieuwsbrieven van school kan schrijven), en ze kunnen relatief snel voor de klas. Vivian­ne Spruit, van Het School­bureau: “Aan belangstellenden schort het niet. Maar soms op informatiebijeenkomsten denk ik: heb je wel echt goed nagedacht of je leraar moet zijn? Dit is een zwaar traject.”

Het grootste risico is volgens Spruit dat Amsterdam nu zoveel nieuwe mensen opleidt dat lerarenteams het moeilijk kunnen krijgen. “Er zijn ook ervaren leraren nodig.” 106 deelnemers hebben vorig jaar de Crash Course gedaan.

Ongeveer de helft van de oorspronkelijke deelnemers aan de Crash Course houdt het vol en krijgt een aanstelling als zijinstromer. Maar het aantal zijinstromers dat er na een paar jaar nog is, is onbekend. Een indicatie: van alle beginnende leraren onder de 30 haakt 15 tot 26 procent een jaar na het behalen van hun pabo-diploma al af.

De gemeente investeert 1,6 miljoen euro in zijinstromers. Minister Arie Slob (ChristenUnie, Onderwijs) stelde onlangs landelijk nog eens 20 miljoen euro extra beschikbaar, waarvan 7 miljoen voor zij­instroom en 13 miljoen voor de ­aanpak van het lerarentekort in de Randstad. Per instromer kunnen scholen een subsidie van 20.000 euro aan­vragen.

Zo word je leraar via de Crash Course

- Wie minimaal een hbo- of academisch diploma heeft, kan meedoen.
- Wel moet je minimaal vier dagen per week beschikbaar zijn. Even naast je huidige baan een zijinstroomtraject doen is niet haalbaar.
- Voordat je kunt meedoen aan de Crash Course, doe je een intake waar vooral naar motivatie en zelf­reflectie wordt gevraagd. Zo wordt de eerste schifting gemaakt, om zo weinig mogelijk uitval te hebben.
- De cursus duurt elf dagen, waarbij je wordt gekoppeld aan een leerkracht in een klas en twee lessen zelfstandig geeft. Verder komt lestheorie aan bod. Beoordelaars kijken mee in de klas of ze je als aanstaande leraar geschikt vinden.
- Een dag na het einde van de cursus krijg je een telefoontje van je beoordelaar of ze je geschikt of ongeschikt vinden voor het vak.
- Het Schoolbureau zoekt een school waar je drie maanden lang werk­ervaring kunt opdoen. Je loopt mee met een leerkracht en mag al deels zelfstandig lesgeven.
- Na drie maanden moet je een school vinden die je als zijinstromer in dienst wil nemen. De school en een opleiding doen een geschiktheidsonderzoek, om te kijken of je binnen twee jaar je lesbevoegdheid kunt halen (een harde eis). Dan begint een intensief traject van deels al voor de klas staan en deels studeren.NB. Je kunt ook zonder de Crash Course aan de slag als zijinstromer. Dan moet je direct in dienst bij een school en tegelijkertijd een zij­instroomtraject via de pabo volgen, waar je in twee jaar een lesbevoegdheid haalt. Een opleiding kun je volgen aan de iPabo of de HvA.
Een andere weg is de verkorte deeltijd-pabo-opleiding, waarbij je je
oude baan kunt behouden en in drie of vier jaar je diploma haalt.