Direct naar artikelinhoud

Met z'n vijven op 40 m2: 'Als we de stad maar niet uit hoeven'

Verbouwen of verhuizen is voor veel sociale huurders niet echt een vraag. Deze mensen verbouwden hun huis zo dat er met een gezin uitstekend te leven valt.

Met z'n vijven op 40 m2: 'Als we de stad maar niet uit hoeven'
Beeld Martin Dijkstra

Cavia Kila is zwanger. Ze weegt inmiddels meer dan drie kilo. "Hier, je kunt de baby's voelen schoppen," zegt Ginger Meeter (12), die op de drempel van haar huis zit met een dekentje om.

Het gigantische caviahok staat in de grote binnentuin naast de Oudemanhuispoort, achter de Kloveniersburgwal. Vijf vrouwtjes, één mannetje, Beer, dat net is geholpen. Nu kan hij weer bij de anderen zonder dat er meteen ongelukken gebeuren - bevallen wordt oudere cavia's snel fataal.

Toeristen staan vaak verbaasd te kijken naar het hok: toch opmerkelijk huiselijk, zo midden in het centrum van Amsterdam. Kinderen duwen weleens grassprietjes naar binnen, maar ze krijgen de bange beestjes nooit te pakken. Zo'n hok, zegt Gingers moeder Sunke Puell (45), kan alleen maar doordat het terrein 's avonds wordt afgesloten.

"Anders is het veel te kwetsbaar." Ginger heeft een paar weken geleden zelfs nog buiten geslapen, op een getimmerd platje op twee meter hoog. "Ze kreeg een boomhutbehoefte," zegt Puell. "Ze wilde een plek voor zichzelf."

Theatermensen
Puell woont met Reyer Meeter (53) en hun kinderen Ginger, Katja (9) en IJsbrand (14) op de Kloveniersburgwal. Al zullen weinigen de ingang aan de voorkant nemen - het gezin leeft aan de achterkant, aan de binnentuin op het terrein van de UvA, waar ook een kleine speeltuin is.

Puell kwam hier in 1996 wonen, als laatstejaars student theatertechniek. Op de eerste verdieping was een ruimte vrijgekomen in een woongroep, de oude melkkeuken van het Binnengasthuis. Hier werd de melk gesteriliseerd. Een vrij kale ruimte van veertig vierkante meter, douche en wc waren gemeenschappelijk, maar wel acht meter hoog. Puell kwam binnen en dacht: wauw. Hier ga ik nooit meer weg.

Het duurde niet lang tot Reyer Meeter bij haar introk. "Toen wilden we iets bouwen zodat we niet in de kamer zouden slapen," zegt Puell. Eerst dachten ze aan een vide, maar dat was zonde: zo verloor je het zicht op de constructie, met de lantaarn - een smaller stuk in de nok met ramen rondom - in het dak, en bovendien werden de muren al na een paar meter schuin.

Hangend platform
Haar vader opperde het idee om in het midden iets op te hangen. "Wij zijn theatermensen," zegt Puell, "en heel makkelijk met het ophangen van spullen. Dat voelt veel logischer dan ergens poten onder te zetten." Ze bouwden een platform dat op drie meter hoogte aan het plafond werd gehangen. Low budget: met steigerpijpen en touwen, alles kan zo weer uit elkaar.

Hoe er te komen, was nog een ander verhaal. "Ik wilde geen trap in de kamer," zegt Puell. En inderdaad - die is niet te zien. Ze wijst op een stapel ladekasten naast het aanrecht. Die fungeren als klerenkast, maar ook als trap: her en der verstevigd met hout kun je er goed op staan. "We vonden de eerste op straat, en als je er eenmaal oog hebt, zie je er steeds meer. Dat is het eerste wat mensen eruit gooien als ze ergens intrekken. Ze zijn toch een beetje vies van andermans rommel."

Het platform is drie bij vier. "Best een ruime slaapkamer eigenlijk," zegt Puell tevreden. De kinderen zijn er nooit op geweest. Toen ze nog klein waren, was dat echt te onveilig. Bovendien is dit de enige ruimte die Puell voor zichzelf heeft. "En, hij hangt hè, en aan de onderkant hangen de lampen van de keukentafel. Dus als je erop staat, gaat alles bewegen."

Ik zie vaak van die grote kamers waar kinderen in verdwijnen. Jij eruit, dit is van mij. Helemaal niet leuk
Sunke Puell
Sunke Puell (45), projectleider inrichting van musea, Reyer Meeter (53), 1ste inspiciënt bij Internationaal Theater Amsterdam, IJsbrand Meeter (14), 4 gymnasium, Ginger Meeter (12), 1 gymnasium, Katja Meeter (9), groep 6Beeld Martin Dijkstra

Het duurde jaren voor ze de ruimte beneden erbij kreeg. De buren hadden die eerst in gebruik als atelier. Toen Puell zwanger was van IJsbrand, mocht ze het bij haar huis trekken.

Rondom gaten boren
Alleen moest er nog een verbinding komen. Een aannemer bracht een offerte uit van 11.000 euro. Puell: "Ik zei tegen Reyer: daarvoor ga ik zelf wel een jaar graven met een theelepel. Bovendien, we wilden een gát. De aannemer vraagt: waar? Jij zegt: dáár, en dan kan ie aan de slag." Kortom: dat deden ze liever zelf. Ze besloten vanaf beneden en boven rondom gaten te boren. Na een week of zes was het gepiept - de bevalling ging tussendoor -, de stalen wenteltrap komt van sloopbedrijf Schijf.

Tent of trampoline
Met de komst van de kinderen nam het aantal kamers toe. In de ruimte beneden maakte Puell eerst een kamertje voor alle drie de kinderen, later hing ze er op anderhalve meter hoogte nog een doos in. Dat is het bed van Ginger; IJsbrand heeft binnen de woongroep een kamer aan de andere kant van de gang gekregen.

De grote ruimte beneden blijft leeg. Die is bedoeld om te klussen - "In december maakt iedereen hier zijn sinterklaassurprises" - maar is ook uitermate geschikt voor het opzetten van een tent of trampoline. "Ik zie vaak van die grote kamers waar kinderen in verdwijnen," zegt Puell. "Jij eruit, dit is van mij. Helemaal niet leuk. En dingen als huiswerk maken, dat doen ze het liefste in onze buurt, aan de keukentafel."

Puell heeft de woningcorporatie niet betrokken bij de verbouwingen. "Die heeft geen persoonlijke binding met het pand. Eens in de tien jaar wordt de buitenkant geschilderd, en dat is het. Bovendien: ik kan het zo ongedaan maken. Kom over zes weken maar terug, zeg ik dan."

Oorspronkelijke staat
Maar ze gaan hier nooit meer weg, dus herstellen in de oorspronkelijke staat is niet aan de orde. "Je krijgt nergens anders dit industriële, nooit de hoogte, nooit zulke buitenruimte. Of zo'n centrale ligging: de kinderen gaan al vanaf hun zesde zelf naar de bioscoop." Ze grijnst. "We mogen onze auto in de parkeergarage van de Stopera zetten omdat het zo zielig is dat we in het centrum wonen."

Verbouwen van je sociale huurwoning is toegestaan, al willen corporaties het wel graag van tevoren weten. De vuistregel dat je alles in de oorspronkelijke staat moet kunnen herstellen, is vaak niet nodig.

Als je bijvoorbeeld van één kamer twee maakt, zien verhuurders dat vaak als een verbetering, zegt Coen Springelkamp van woningcorporatie Ymere. "Als je de dragende muur doorbreekt, is dat anders. Daar krijg je geen toestemming voor."

Als huurders van Ymere een grote verbouwing willen doen, wordt ze aangeraden daarvoor technisch advies in te winnen bij de corporatie. Harde cijfers ontbreken, maar Ymere ziet een stijging in het aantal vragen om technisch advies.

Springelkamp: "Als je een sociale huurwoning accepteert, na 14, 15 jaar wachten, gaat je wachttijd weer naar nul. Je krijgt niet snel meer een ander huis. Dus overwegen veel mensen zelf te investeren in hun huurhuis."

De overspannen woningmarkt speelt daarbij ook een rol: wie zelf geen huis te verkopen heeft, en dus geen overwaarde kan meebrengen, heeft met deze huizenprijzen extra veel moeite om een koop­woning te bemachtigen.

Meer dakkapellen en trappen
Ymere signaleert meer aanvragen voor een dakkapel, of een vaste trap naar een opbergzolder. Springelkamp: "Daar zijn we trouwens wel wat huiverig voor; die zolders zijn lang niet altijd geschikt voor bewoning. We vragen daarom ook altijd bouwtekeningen, en de naam van de aannemer. Het is niet de bedoeling dat Beun de Haas aan de slag gaat."

Veel huurders plaatsen een eigen keuken. Daarvoor krijg je, als je weggaat en de keuken nog goed is, een bescheiden vergoeding: een percentage van wat de corporatie er zelf in zou hebben geïnvesteerd.

Goed om te weten: wie zelf investeert in zijn huurhuis, is ook verantwoordelijk voor het onderhoud van die investering. Soms ziet Springelkamp aanvragen voor verbouwingen van wel 20.000, 30.000 euro. "Mensen die een hele etage op hun sociale huurwoning willen zetten. Dan vragen wij ons af: als je dit budget hebt, kun je dan niet beter dat geld in een koophuis investeren? Zulke grote veranderingen wijzen we af."

Voor zo'n gepimpte woning kun je een volgende bewoner nauwelijks nog dezelfde huur rekenen. Al lijkt dat een overzichtelijk bezwaar, want wie gaat er nou nog weg als je je sociale huurwoning zo grondig hebt verbouwd?

Als je een sociale huurwoning accepteert, na 14, 15 jaar wachten, gaat je wachttijd weer naar nul
Coen Springelkamp
Jeanet Dragt (53), zelfstandig schilder/stoffeerder, Jorrit Boerman (43), theatertechnicus bij het Compagnietheater, Matti (9), groep 6Beeld Martin Dijkstra

Dat is nou juist het hele punt: er verschuift veel te weinig in de gereguleerde sector. Bijna de helft van de grotere sociale huurwoningen, 43 procent, wordt bewoond door een- of tweepersoonshuishoudens. Dat zijn over het algemeen mensen van wie de kinderen zijn uitgevlogen - die dus ooit wel recht hadden op zo'n ruime huurwoning, maar nu eigenlijk niet meer. Het gaat om huizen van meer dan 70 vierkante meter, met 4 of meer kamers.

Slechts 15 procent van deze huizen wordt bewoond door gezinnen met drie of meer kinderen. Die grote gezinnen wonen opvallend vaak in kleine huizen: 42 procent van hen heeft een huis dat kleiner is dan 60 vierkante meter.

Aan de voet van de stad
Jeanet Dragt (53) woont in een huurhuis van 51 vierkante meter. Met vriend Jorrit Boerman (43) en hun zoon Matti (9), plus de poezen Poema en Bliksem. Eigenlijk bestaat hun huis uit één vierkante ruimte in het oude administratiekantoor van havenarbeiders op Java-eiland. Maar verhuizen? Dat is nog nooit in ze opgekomen.

Aan het huisje grenst een tuin die ongeveer even groot is als hun huis. Vanuit daar kijk je over het gras van de Bogortuin naar het water van de IJhaven, met in de verte Amsterdam Centraal. "We wonen aan de voet van de stad, met de rust van het platteland," zegt Dragt.

Ze kreeg het huis in 2003 via woningruil. Boerman kwam er niet veel later bij. In 2009 kwam Matti - Dragt was toen 43. "Niet gepland, hij was echt een cadeautje."

Waar laat je een kind in een eenkamerwoning? Eerst hingen ze een geknoopt wiegje aan het plafond in de open zijkamer waar ze sliepen. Na een jaar maakten ze op 1,70 meter hoogte een platje boven hun bed. Na enkele verbouwingen is dat platje nu een volwaardige verdieping, met een stahoogte van 1,30 meter. Drie meter diep, tweeënhalve meter breed.

Avondje uit
De kamer is als het ware horizontaal in tweeën gedeeld. In Matti's ruimte passen een stuk of tien jongens al naar gelang de populariteit van de Playstation, hij heeft er zijn bed, een boekenkast en een televisie. Dat hij in zijn kamer niet kan staan, deert hem niet - hij is toch meestal buiten aan het voetballen. Onder hem slapen zijn ouders. Hun bed is afgeschermd met een stuk vastgeniet kaasdoek. 's Nachts blijft dat open voor de ventilatie - het raam zit boven, bij Matti's deel.

Ze dromen nog weleens van een pipowagen in de tuin, met openslaande deuren naar een veranda. Maar voorlopig gaat het prima zo. Huiswerk maken kan ook aan de eettafel, zo deden zij het vroeger ook. En als Matti een vriendinnetje wil meenemen? "Dan gaan we wel een avondje uit."

Mocht Matti ooit het huis uit gaan, dan laten ze het waarschijnlijk zo. Dragt: "Waar moet hij anders slapen als hij er is? Bovendien: het huis wordt er niet groter van als we het afbreken."

Huis als keuken

Lang niet alle aanvragen voor verbouwingen van sociale huurwoningen worden goedgekeurd. Ymere kreeg laatst een verzoek binnen van huurders die hun huis wilden verbouwen tot een lekkere loft.

"Alle muren eruit, een bad midden in de woonkamer," zegt Coen Springelkamp van Ymere. "Het ontwerp zou niet hebben misstaan in een woontijdschrift. Toch hebben we het afgewezen. Het is niet de bedoeling dat je alle slaapkamers opoffert."

Of de kok die zijn werk letterlijk mee naar huis wilde nemen. "Hij wilde van zijn huis één grote professionele keuken maken - in een hoekje was nog plek voor een bed. Toen we hem vertelden dat hij bij vertrek de oorspronkelijke indeling moest herstellen, zag hij ervan af. Want waar vind je een nieuwe huurder die in een keuken wil wonen?"