Direct naar artikelinhoud

Boek met gegevens van door nazi's vermoorde Nederlanders

Hans Cohen werkte mee aan het boek De 102.000 namen met gegevens van alle Joden, Sinti en Roma uit Nederland die door de nazi's zijn vermoord.

Hans Cohen: 'Als je gaat nadenken of je gaat verdiepen in een persoon, wordt het heel heftig.'Beeld Marc Driessen

Herinneringscentrum Kamp Westerbork in Drenthe besloot jaren geleden nieuw onderzoek te laten verrichten naar de gegevens die in het eerste namenboek In memoriam (1995) staan vermeld.

Sommige gegevens waren onjuist: namen waren verkeerd gespeld, overlijdensdata klopten niet of iemand stond erin terwijl hij of zij de oorlog juist had overleefd.

Amsterdammer Hans Cohen (70), die al jaren familieonderzoek in archieven doet, is een van de twaalf vrijwilligers die hebben geholpen de foute of onduidelijke gegevens te vinden en te corrigeren. Hij kreeg een lijst met 600 'moeilijke' gevallen. Drie jaar was hij ermee bezig, één à twee dagen in de week.

"Als je gaat nadenken of je je gaat verdiepen in een persoon, wordt het heel heftig. Dat proces moet je proberen te stoppen, anders kun je beter afhaken. Ik heb kennissen die ermee zijn gestopt omdat het te emotioneel voor ze werd. Ik probeer het als dossiers te zien en het abstract te houden en verder niet na te denken over het transport en de eindbestemming," zegt Cohen, van wie zelf vele (verre) familieleden in de oorlog zijn vermoord in de kampen.

Gemengd huwelijk
De voormalig accountmanager bij een kantoormeubelenzaak dook vijftien jaar geleden in zijn eigen familiegeschiedenis. In zijn boekenkast staan twintig ordners; links die met de gegevens van zijn Joodse voorouders van vaderskant en rechts die met zijn niet-Joodse familie van moederskant.

"Mijn grootouders, die acht kinderen hadden, hebben de oorlog overleefd omdat ze gemengd gehuwd waren. Eén zoon is bij een bombardement op een werkkamp in Tsjechië omgekomen."

Vanwege zijn affiniteit met het onderwerp bood hij zijn diensten aan bij deze omvangrijke klus. "Als bijvoorbeeld een hele familie vermoord is, is er niemand meer die hun eer kan bewijzen. Je bent pas dood als je niet meer genoemd wordt."

Hij haalde de gegevens zoals geboorte- of overlijdensaktes van de 600 mensen die hij moest uitzoeken meestal uit digitale archieven. Voor hem op tafel ligt een lijst met een deel van die zeshonderd namen. Bovenaan staat de naam Henriette Waas, geboren op 15 juli 1933 te Amsterdam. "Er was bij Westerbork onzekerheid over deze vrouw. Had zij de oorlog overleefd? Ze stond niet in In memoriam."

Bij het Stadsarchief achterhaalde Cohen dat ze nog leefde. Ze was in 1954 in Amsterdam getrouwd. "Die gegevens speel ik dan door naar Westerbork."

Soms heeft Cohen er wel een slapeloze nacht van. 'Je krijgt er toch meer van mee dan goed voor je is. Maar ik vind het nodig dat dit gebeurt, de slachtoffers mogen niet vergeten worden'

Getuigenis
Vaak gaat Cohen ook naar archieven in andere plaatsen. "Er bestond onduidelijkheid over het lot van de Joodse Sara Krzywanowski-Frandlich. Via de arrondissementsrechtbank vond ik bij het Noord-Hollands Archief in Haarlem informatie over haar overlijden."

"In het dossier zat namelijk een getuigenis uit 1947 van een medekampbewoner die haar samen met haar twee kinderen, Jacob (12) en Riwka (10), op 26 augustus 1942 in Auschwitz naar de gaskamers had zien gaan. De getuigenis stonden erin vermeld omdat haar weduwnaar na de oorlog opnieuw wilde trouwen."

Woonwagenkamp in Nuenen
Een enkele keer belt hij familieleden van slachtoffers op. "Er kwam een vraag vanuit Westerbork over een man uit een zigeunerfamilie. Ik kwam de naam van zijn 103-jarige echtgenote in een publicatie tegen. Zij bleek op een woonwagenkamp in Nuenen te wonen."

"Via via kwam ik in contact met een van haar kleinkinderen. Het bleek de contrabassist, Nonnie Rosenberg, van het Rosenberg Trio te zijn. Hij stond net op het punt een concert te geven bij de ambassade in Praag en bevestigde het verhaal dat zijn grootvader in het kamp was vermoord."

Cohen voelt zich bevoorrecht dat hij aan het boek mocht meewerken. "Je moet een beetje een detective zijn en kunnen doordouwen en volhouden. Vaak kom je er door allerlei puzzelstukjes achter wat er met iemand is gebeurd."

Het lukt hem 'redelijk' om na jaren spitten de verhalen niet te dichtbij te laten komen. Soms heeft hij er wel een slapeloze nacht van. "Je krijgt er toch meer van mee dan goed voor je is. Maar ik vind het nodig dat dit gebeurt, de slachtoffers mogen niet vergeten worden."

De 102.000 namen, Boom Uitgevers, €75.

Boek met gegevens van door nazi's vermoorde Nederlanders
Beeld .

Fouten hersteld

Vrijwilligers van joodsmonument.nl en de database van Westerbork - Een naam en een gezicht - hebben samen ongeveer 15.000 gegevens van de 102.000 gedeporteerde en vermoorde Joden, Sinti en Roma gecorrigeerd. De instellingen beheren nu een gemeenschappelijke database die de basis vormt voor het boek De 102.000 Namen.

"We muteren nog elke dag. We ontdekken fouten door eigen onderzoek of horen het via nabestaanden," zegt vrijwilliger Jeff Overste (64) van joodsmonument.nl, waarop meer namen - 104.000- van Holocaustslachtoffers staan dan in het boek. "Wij nemen ook mensen op die in de oorlog zelfmoord pleegden of door een natuurlijke dood zijn gestorven."

Een mevrouw die na de oorlog naar Amerika was geëmigreerd, zag jaren geleden in het Joods Historisch Museum zichzelf als vermist tussen de slachtoffers staan. "Ze was heel verbaasd. We hebben haar naam er natuurlijk meteen uitgehaald," vertelt conservator Lonnie Stegink.

De vrijwilligers krijgen aanwijzingen hoe zij mensen moeten begeleiden. "Er kwam een advocaat binnen die op zakelijke toon om de gegevens van zijn grootvader vroeg. Hij las op de kaart uit de Joodse Raad Cartotheek een positief stukje over de capaci­teiten van zijn grootvader. Dat kwam binnen. Wij leren hoe je moet handelen. Negeer het gevoel niet, maar erken het en vraag als het heftig is of iemand liever een nieuwe afspraak wil maken."