Direct naar artikelinhoud
PS

Werken bij het GVB, het zit in de familie

Op verjaardagen gaat het over trams en metro's, en mensen vonden er de liefde. Hoeveel families bij het GVB werken wordt niet bijgehouden, maar de vervoerstic slaat vaak over. 'Mijn broer wist niet hoe gauw hij ja moest zeggen om ook bij de bus te komen werken.'

Willeke Helmers (51) en haar zoon Tom Teijsse (21)Beeld Friso Keuris

'Mijn vader zat op de bus, ik op de tram en mijn zoon is stagiair'

Willeke Helmers (51) en haar zoon Tom Teijsse (21)

Haar vader Jan heeft het nog geweten, zegt Willeke Helmers. "Hij heeft veertig jaar op de bus gezeten. Twee maanden voordat hij overleed, vertelde ik hem dat ik trambestuurder zou worden. Hij was zó blij. Uiteindelijk is hij gecremeerd op de dag dat ik mijn GVB-uniform moest passen."

Dat haar zoon Tom Teijsse nu ook op de drempel staat van het vervoerbedrijf, hij loopt stage bij het facilitair bedrijf, juicht ze hartstochtelijk toe. "Hij mag het natuurlijk helemaal zelf weten. Maar ik zou het fantastisch vinden als hij ook bij ons komt werken."

Openbaar vervoer loopt als een rode draad door Helmers' leven. Ze was pas net 21 toen ze voor het eerst zelfstandig een tram door de stad stuurde. Daarna werkte ze als wagenbegeleider, maar ook in de jaren dat de onregelmatige dienstroosters haar dwongen tijdelijk afscheid te nemen van het GVB, bleef het vervoerbedrijf een belangrijke rol spelen in haar gezin.

De jaren dat zij ertussenuit was, toen de kinderen klein waren, werkte zij bij een bakker. "Dat was óók leuk werk hoor. Maar de tram, daar ben ik thuis. Als ik in de bestuurdersstoel ga zitten, komt er een totale rust over me."

Zoon Tom zit in de laatste fase van de hbo-opleiding facilitair management en zou dus zomaar bij een ander bedrijf terecht kunnen komen. "Maar juist vanuit mijn studie ben ik me bijzonder gaan interesseren voor het GVB. Dit bedrijf is niet een gebouw, het GVB zit door de hele stad."

In de wij-vorm natuurlijk: "We hebben bijvoorbeeld veertig eindpunthuisjes in de stad. Voor een facilitair manager is dat superinteressant."

Tweelingbroers Ron (rechts) en Mark Jong (44)Beeld Friso Keuris

'Mensen nemen ons hier zoals we zijn'

Tweelingbroers Ron (rechts) en Mark Jong (44)

Hij moest nog worden aangenomen, maar al bij zijn sollicitatiegesprek vroeg Mark Jong of bij het GVB niet toevallig ook een vacature was voor zijn vijf minuten oudere broer Ron. "Een jaar later was er een plekje, dus toen heb ik gelijk mijn broer gebeld dat hij ook bij de bus moest komen werken. Hij wist niet hoe gauw hij ja moest zeggen."

De werkvreugde spat ervanaf bij de tweelingbroers. De een werkt in de garage Noord, de ander bij de garage West. Ze hebben het érg naar hun zin bij het vervoerbedrijf. "Je kunt hier jezelf zijn, mensen nemen ons zoals we zijn."

Ze sleutelen aan bussen. Of beter: ze lappen de bussen op als er iets is misgegaan. Ron: "Als bij botsingen de voorkant in puin ligt, plaatsen wij nieuwe panelen. Maar het meest houden we ons op de afdeling carrosserie bezig met het vervangen van kapotte zittingen en we doen de bestickering van de bussen."

Dat er bij het GVB veel mensen werken die ook familie hebben binnengehaald, begrijpt Ron wel. "Dit is een interessant bedrijf met veel verschillende afdelingen die allemaal totaal ander werk doen. Je ziet het ook als collega's hun kinderen meenemen naar de garage: dat vinden ze leuk. Die denken dan: dáár zou ik ook wel willen werken."

Ron en Mark werken niet in dezelfde garage dus. Bewust? Ron: "Ik heb mijn opleiding gehad in West, maar toen ben ik geplaatst in Noord." Mark: "Dat vind ik ook prima hoor. We wonen samen in een huis, ik zie mijn broer al meer dan genoeg."

Jermaine Ravenberg, zijn vrouw Mariska Ravenberg, haar zus Burnice Keizerweerd en zijn broer Xavier Ravenberg (vlnr).Beeld Friso Keuris

'Ons hummeltje van 2 jaar komt al met treinen aan'

Jermaine Ravenberg (35), zijn vrouw Mariska Ravenberg (43), haar zus Burnice Keizerweerd (30) en zijn broer Xavier Ravenberg (24)

Het is onvermijdelijk: op verjaardagen bij de familie Ravenberg wordt er veel gesproken over het GVB, over trams en metro's en wat er verder bij het vervoerbedrijf allemaal speelt. Mariska Ravenberg: "Je hebt het erover, natuurlijk, maar niet de hele tijd hoor. Er is meer in het leven."

Jermaine Ravenberg was de eerste: elf jaar geleden begon hij als conducteur op de tram ('een bijbaantje'), later werd hij achtereenvolgens bestuurder, instructeur en nu houdt hij vanaf de centrale als verkeersleider in de gaten of de metro's rijden zoals ze zouden moeten rijden.

Hij is getrouwd met Mariska Ravenberg, die hoofdzakelijk trambestuurder is, en soms ook nog weleens een dienst draait als conducteur. Ze kennen elkaar van het werk. Lachend: "Jermaine zit achter allemaal schermen, maar ik houd al het materieel écht rijdend."

En dan zijn er nog zíjn broertje Xavier, die verkeersleider metro in opleiding is, en háár zusje Burnice Keizerweerd, die twee jaar geleden begon als conducteur. Zij werkte bij een reisorganisatie, maar besloot, 'na lang aandringen van mijn zus en mijn zwager', ook bij het GVB te solliciteren. "Ik dacht uiteindelijk: laat ik dan maar proberen of het iets voor mij is. En dat was het dus."

Xavier hoefde niet te worden opgepord: hij reed als jonge tiener al mee met toen zijn oudere broer nog trambestuurder was. "Ik vond het fantastisch. Soms mocht ik dan van Jermaine op de bel drukken."

Vier dus, maar kijk niet gek op als daar in de toekomst een vijfde bij komt, zegt Mariska. "We hebben een hummeltje van 2 jaar thuis, die ook steeds met treinen en auto's aankomt."

Paul en Tim Jansen.Beeld Friso Keuris

'Mijn opa stopte de bus soms bij de febo, om een ijsje te kopen'

Paul (60) en zoon Tim Jansen (33)

Dat hij nu trambestuurder is, komt niet doordat zijn vader daarop zou hebben aangedrongen, zegt Tim Jansen: het komt vooral door zijn opa. "Die zat op de bus en als ik dan als kleine jongen was wezen logeren, mocht ik soms de volgende dag met hem mee. De hele dag in de bus. Soms stopten we even bij de Febo, dan kochten we een ijsje. Dat vond zo'n bus vol mensen helemaal niet erg."

Vader Paul Jansen: "Dat waren nog eens andere tijden!"

Gepusht om naar het vervoerbedrijf te komen, heeft hij zijn zoon niet, zegt Paul Jansen. "Maar toen hij er afgelopen jaar zelf mee kwam, zei ik wel gelijk: dat moet je zeker doen!"

Het heeft dus even geduurd, maar uiteindelijk is zoon Tim beland op de plek waar hij voorbestemd was te belanden: het GVB. Toen de huur van zijn banketbakkerszaak ineens werd verdubbeld, besloot hij dat het tijd was om in zijn vaders voetsporen te treden. En in die van zijn opa en met een beetje fantasie zelfs in die van zijn overgrootvader.

Paul Jansen: "Ik ben al veertig jaar rijtuigschilder, waarvan ik de laatste tien jaar hoofdzakelijk bezig ben in de ondernemingsraad. Mijn vader was buschauffeur en mijn opa werkte 'aan de baan', die was bezig met de infrastructuur. Mijn dochter heeft net haar tweede kindje gekregen, het zou mooi zijn als die ook bij dit bedrijf terechtkomt."

Het is een schitterende baan, zegt Tim Jansen. "Je werkt niet onder een baas. Ik heb wel een leidinggevende natuurlijk, maar die zit me niet de hele dag op mijn vingers te kijken. Ik had dit tien jaar eerder moeten doen."