Direct naar artikelinhoud

Masteropleiding gebruikt Amsterdam als laboratorium

Amsterdam heeft sinds enige tijd een master­opleiding die zich toespitst op specifieke grotestadsproblemen. Kernpunt van de opleiding is dat de oplossingen meteen aan de praktijk worden getoetst.

Stadslandbouw, zoals op dit dak in Parijs, kan bijdragen aan het klimaat in de stad en bovendien de gezondheid van de inwoners van de stad bevorderen.Beeld AFP

"Amsterdam is een goed georganiseerde, aantrekkelijke stad," zegt Erik Heijmans. "En de stad is een mooi voorbeeld voor andere grote internationale steden met vergelijkbare problemen, zoals mobiliteit, luchtvervuiling, toerisme en afvalstromen."

Heijmans is studiecoördinator van de nieuwe masteropleiding metropolitan analysis, design and engineering. Deze studie van de Technische Universiteit Delft en Wageningen University & Research richt zich op de ontwikkeling van leefbare steden met Amsterdam als casestudy.

De opleiding valt binnen het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions, dat in 2014 van start is gegaan in de oude bibliotheek van het voormalige Koninklijk Instituut voor de Tropen.

Centraal in de opleiding staat het living lab, vertelt Heijmans. "Normaal krijgt een student theorie op de universiteit, loopt ergens stage en schrijft een scriptie. Bij ons draaien we het om en verbinden we direct wetenschap met de praktijk."

"Zo zijn er bijdragen aan het lesprogramma vanuit de wetenschap, maar er komen ook mensen aan het woord uit overheid en bedrijfsleven en er worden gesprekken gevoerd met burgers. Vanuit die arena worden gezamenlijk duurzame oplossingen bedacht die wenselijk, haalbaar en toepasbaar zijn in de praktijk."

De thema's waar de master zich op richt, zijn energie, water, klimaat, voedsel, afval en mobiliteit en de verbanden tussen deze thema's. De studenten, dit jaar 18, hebben een bachelor in bijvoorbeeld civiele techniek, bouwkunde, landschapsarchitectuur en ruimtelijke planning of voeding en gezondheid.

Fietsers door een tunnel
"Neem mobiliteit, de stad slibt dicht met auto's," zegt Heijmans. "In het centrum fietsen al veel mensen, maar het autobezit in Amsterdam-Noord is groter dan in de binnenstad. Hoe kun je de inwoners van dat stadsdeel bewegen de auto meer te laten staan?"

Om het voor de inwoners van Noord aantrekkelijker te maken de auto te laten staan, hebben de masterstudenten ook gekeken naar mogelijke oeververbindingen over het IJ.

Een daarvan is een kabelbaan waarmee mensen inclusief hun fiets over het IJ kunnen worden gezet. "Dan vermijd je de fijnstofuitstoot van de pontjes met hun dieselmotoren. Je kunt ook overwegen de voetveren elektrisch te maken of het fietsverkeer door een tunnel te leiden."

"Maar altijd moet eerst onderzocht worden of de mensen het wel willen, of het technisch en financieel haalbaar is en of het past in de wetgeving. In de living-labbenadering worden creatieve ideeën direct getoetst aan de praktijk."

Een ander typisch grotestadsprobleem is de ongebreidelde groei van het aantal Airbnb-verhuurders. Dat probleem had volgens Heijmans voorkomen kunnen worden door vanaf het begin alle partijen erbij te betrekken.

"Het is een particulier initiatief, waar de overheid en de commerciële toeristensector, zoals hotels en B&B's, nu mee in hun maag zitten. Initiatieven van onderaf, door de burgers, zijn mooi, maar je ontkomt er niet aan dat op een hoger niveau, via het beleid, te regelen."

Ook stadslandbouw en groen in de stad behoren tot het aandachtsveld van de nieuwe masteropleiding. Zo heeft een student in kaart gebracht welke gebouwen in Amsterdam een geschikt dak hebben om kassen op te zetten die verwarmd kunnen worden met restwarmte uit de buurt.

Stadslandbouw heeft naast voedselproductie, zoals verse kruiden, ook een andere betekenis voor de stad, benadrukt Heijmans. Het verbetert het stadsklimaat, omdat het de temperatuur in hete zomers omlaag brengt. En groene parken, zoals in Bos en Lommer, kunnen dienen voor waterberging.

Daarnaast laat onderzoek zien dat tuinieren goed is voor de gezondheid. Je beweegt meer, hebt minder stress en meer sociale contacten. "Wageningse sociologen en studenten hebben dat getoetst bij een groep kankerpatiënten bij het Parkhuys in Almere, een inloophuis voor kankerpatiënten en hun familieleden."

Uiterste verkoopdatum
Tijdens een project over obesitas ontdekten de studenten dat goedkoop, vet gemaksvoedsel op steeds meer punten verkrijgbaar is en dat de porties steeds groter worden terwijl de mensen steeds minder bewegen. De vraag was hoe je de liefhebbers van dit goedkope voedsel gezonder aan het eten krijgt en meer in beweging.

In de living-lab­benadering worden creatieve ideeën direct getoetst aan de praktijk
Erik Heijmans

Een van de mogelijke oplossingen voor een deel van dit probleem was voedsel uit de supermarkt dat over zijn uiterste verkoopdatum is, op te kopen en daar een maaltijd van te maken. "Dat vind ik een mooi initiatief. Het is een combinatie van voeding, gezondheid en afvalreductie."

Andere studenten richtten zich op recycling. De hoeveelheid afval die wordt gescheiden hangt af van hoe ver mensen moeten lopen om glas, kleding of plastic weg te brengen. Hoe korter die looplijnen, hoe meer afval er wordt gescheiden, is het idee. Idealiter is natuurlijk niet te hoeven slepen en ter plekke al het afval te hergebruiken, zegt Heijmans.

"Zo is er een project over sloop van gebouwen en recycling van de vrijgekomen grondstoffen. Dat gaat van koper in de gas- en waterleidingen, tot steen en hout. Bij de nieuwbouw van studentenflats op de plek van de Bijlmerbajes wordt nu zo veel mogelijk van materialen gebruikgemaakt die uit de gesloopte gevangenisgebouwen komen."