Direct naar artikelinhoud

Sybrand Niessen: 'Ik ben nu 57, ik hoef niet meer zo nodig'

Sybrand Niessen is een van de grote meneren van televisieland, maar dat zal hij zelf nooit zo zeggen. 'Alles is ijdelheid', citeert hij dan het Oude Testament. Bij Omroep Max voelt hij zich thuis. 'Het is hier net een familie.'

Sybrand Niessen: 'Ik maak elke ochtend een wandeling. Ik zit de hele dag in een studio met kunstlicht, dit is het enige moment om buiten te zijn'Beeld Marc Driessen

Gasten die de studio van Tijd voor Max binnenstappen, zien in de keuken de studiochef ­gehaktballetjes draaien. Voor bij de borrel na afloop. Er branden kaarsjes, iedereen is vriendelijk, de sfeer is ontspannen. Precies wat het programma wil uitstralen: huiselijke gezelligheid. Tijd voor Max moet een warm bad zijn, voor de gasten en voor de kijkers.

Het programma past presentator Sybrand Niessen (57) als een handschoen. "We stellen best kritische vragen, maar gaan er nooit met gestrekt been in," zegt Niessen, die de dagelijkse talkshow al meer dan tien jaar samen met Martine van Os presenteert.

"De kijker zit daar ook niet op te wachten. Die komt thuis van werk of staat aan het aanrecht met een kind aan het been aardappelen te schillen. Zo'n hakketak­interview zou ook niet bij mij passen. Ik heb het liever gezellig."

Nooit behoefte om een '101-tje' op Teletekst te scoren, of een politicus onderuit te halen?
"Nee, daar ben ik totaal niet mee bezig. Sowieso moet je jezelf nooit belangrijker vinden dan je gasten."

Uw baas Jan Slagter vindt u even goed als ­Matthijs van Nieuwkerk en Jeroen Pauw.
"Ja, dat is typisch Jan."

Aardig toch?
"Zeker."

Heeft hij gelijk?
"Nee. En ik word hier ongemakkelijk van."

U begint zelfs te blozen.
"Ik kan er niks mee. Alsof het een wedstrijd is."

Maar uw carrière zit ontegenzeggelijk in de lift.
"Ach, liften gaan omhoog en ook weer naar beneden. Maar begrijp me niet verkeerd: ik ben onvoorstelbaar gelukkig met hoe het nu gaat. Ik haal veel plezier uit mijn werk, en de programma's die ik mag presenteren worden gewaardeerd. Ik zit lekker in m'n vel."

AD-tv-recensent Angela de Jong schreef laatst dat u de Zilveren Televizier-Ster verdient.
"En ze schreef ook dat ik flauwe grapjes en geforceerde bruggetjes maak. Misschien heb ik dat aan mijn gereformeerde jeugd overgehouden: dat het altijd beter kan en dat ik de focus niet graag op mezelf leg. 'Alles is ijdelheid', zegt Prediker."

Zo bedeesd als Niessen is als het over hemzelf gaat, zo enthousiast klinkt hij over Omroep Max. Niet zonder reden: de omroep heeft de wind in de zeilen. Programma's van Max hebben een duidelijke signatuur: het is opgewekte televisie, zonder cynisme en altijd positief. Een beetje truttig soms, maar nooit belegen of oubollig. Misschien dat 'slow television' de lading nog het beste dekt. 

Hoe dan ook: het scoort. Heel Holland Bakt, Dokter Deen, We zijn er bijna en Bed & Breakfast zijn al jaren kijkcijferhits. De drie shows die Niessen sinds 2008 presenteert, behoren tot de best scorende programma's van de senioren­omroep. 

Groeten van Max, een consumentenprogramma over vakanties, en Droomhuis ­Gezocht, waarin Niessen met stellen op zoek gaat naar een huis in het buitenland, trekken geregeld meer dan anderhalf miljoen kijkers. En ­dagelijks kijken zo'n 700.000 mensen naar Tijd voor Max.

Hoe verklaart u het succes van Max?
"In de eerste plaats komt dat door Jan Slagter. Hij heeft een feilloos gevoel voor wat wel en niet werkt. Ik vergelijk hem weleens met wat Bart de Graaff was voor BNN: hij is het uithangbord, hij enthousiasmeert, heeft een straatvechtersmentaliteit en zet dingen in werking. Jan beschikt over een tomeloze energie, die hij ook weet over te brengen op mensen. Hij heeft van Omroep Max een hechte en bruisende club gemaakt." 

"Dat merk je ook bij Tijd voor Max: de sfeer is goed. We vormen samen een soort familie, zowel de redactie als de mensen van de techniek, de productie, de gastvrouwen. Je doet het samen, zo'n talkshow maken. Ik zorg dat ik elke dag op tijd op de redactie ben: even een praatje maken, na afloop een borrel drinken."

Matthijs van Nieuwkerk noemt het maken van een dagelijkse talkshow topsport. Ervaart u dat ook zo?
"Het is hard werken, maar de bakker werkt ook hard en de stratenmaker ook. In het zweet des aanschijns zult gij uw brood verdienen."

Dat Niessen, een tikje ironisch, Bijbelteksten proclameert, is niet zonder reden. Hij groeide met vier zussen en een broer op in een streng gereformeerd nest. Op zondag moest hij, soms meerdere keren, naar de kerk. Die dag werd er niet gefietst, niet gesport en, het ergste, geen televisie gekeken. 

"Mijn broers en zussen zeggen dat ik, als nakomertje, heb gemazzeld. Zij hadden hun vrijheid moeten bevechten, daar profiteerde ik van. Met name in mijn puberteit was ik vaak uit huis. Dan logeerde ik bij vriendjes."

Gelovig is Niessen al lang niet meer. "Ik heb het nooit echt gevoeld. Dat er een man op een wolk zit die straffen uitdeelt, dat verhaal over hemel en hel. Als ik in de natuur ben, dan voel ik af en toe wel het hogere, maar verder... nee."

Op zijn zeventiende ging Niessen het huis uit. Eerst ging hij de psychiatrische verpleging in.

Ik zorg dat ik elke dag op tijd op de redactie ben: even een praatje maken, na afloop een borrel

"Ik was jong en idealistisch, maar kwam al snel op de gesloten inrichting te werken. Dat kon ik helemaal niet aan. Na een jaar vertrok ik naar de sociale academie en zo kwam ik als stagiair bij de VPRO terecht, bij het programma Jonge Helden van Jan Eilander en Mijke de Jong. Daar raakte ik definitief besmet met het televisie­virus." 

"Via een lange omweg mocht ik als redacteur voor Sonja Barend werken. Dat was natuurlijk het summum. Sonja's kracht was dat ze met alle lagen van de bevolking een gesprek kon voeren. Ze was innemend en amicaal, maar kon ook afstand bewaren." 

"En, heel belangrijk: ze bereidde zich goed voor op de gesprekken. Dat heb ik van haar geleerd: onderhoud een goede band met je redactie en zorg dat je tot in de puntjes bent voorbereid."

Hoe brengt u die lessen in praktijk?
"Vanochtend was ik om half zes al aan het werk. Dat is vroeger dan normaal, maar de tijd die ik nu aan dit interview kwijt ben, moet ik ergens inhalen. Ik begin altijd met de ochtendkranten, dan lees ik mij in over de gasten die we die middag in de uitzending hebben en geef ik mijn eerste reactie aan de redactie." 

"Om stipt 07.28 uur komen de kijkcijfers van de dag ervoor binnen, die app ik door aan de redactie. Daarna zet ik koffie voor mijn lief en maken we een wandeling."

Elke dag een wandeling?
"Sterker nog: elke dag dezelfde wandeling, in weer en wind. Ik ben nogal van routine en regelmaat. We wonen aan een trekvaart aan de Loosdrechtse Plassen en vanuit daar kun je een mooi rondje lopen door het bos bij kasteel Gunterstein bij Breukelen."

En dan praten jullie over het werk?
"Soms, mijn vrouw werkt ook in de televisie­wereld. Meestal zwijgen we. Dat doen de meeste wandelaars, hoor. We kijken of we herten zien, of fazanten, of een ijsvogel of bonte specht. Ik zit de hele dag in een studio met kunstlicht, dit is het enige moment om buiten te zijn."

U vliegt ook heel Europa door voor de opnames van Droomhuis Gezocht.
"Terwijl ik niet dol ben op vliegen. Geen vliegangst, maar ik vind het gewoon niet zo prettig om opgesloten te zitten in zo'n smalle pijp. Maar ik klaag niet hoor, ik kom op prachtige plekken."

Droomhuis Gezocht is een soort Ik Vertrek, maar dan zonder de ellende. Denkt u niet vaak: waar beginnen deze mensen aan, als ze een huisje in Lapland kopen?
"Zeker. Dat zeg ik ook vaak genoeg, zowel voor als achter de camera. Maar de mensen weten waar ze aan beginnen. Ongeveer een op de drie deelnemende stellen koopt ook daadwerkelijk een huis."

CV

Geboren 26 juli 1961, Vianen

Opleiding
- Rehobothschool, Utrecht (eerst mavo, daarna havo)
- B-verpleegkunde, Zon en Schild, Amersfoort
- Sociale academie De Horst, Driebergen

Loopbaan
- Vara: redacteur bij Sonja Barend, Ook dat Nog
- KRO: presentator Backstage, Waku Waku, Lieverdjes, de ASO-show, ZigZag
- RTL: presentator Koffietijd, TV-Makelaar, Woonbrigade
- Omroep Max: presentator Groeten van Max, Droomhuis Gezocht, Tijd voor Max

"Die vrouw met wie we naar Lapland gingen, is al anderhalf jaar dolblij met haar blokhut in the middle of nowhere."

U bent in het programma nogal aanrakerig.
"Dat ik mensen soms vastpak, is niet zonder ­reden: we werken met één camera, dus moet je bij elkaar blijven. Dat spreken we van tevoren af en ze beloven het altijd plechtig, maar als ze dan een kamer binnenstappen, loopt Harry de ene kant op en Betty de andere kant. Ik moet ­ervoor zorgen dat ze in één camerashot staan. Op Twitter klaagt men dan dat ik aan mensen zit. Al die mensen die hun mening maar geven op sociale media: ik heb daar niet zoveel mee."

U wordt gezien als een cultfiguur. Snapt u dat?
"Nee."

Vindt u het vervelend?
"Nogmaals: ik leg de focus nooit zo op mezelf."

Afgelopen zomer nam Tijd voor Max een paar weken de plek van DWDD over. Jan Slagter zei dat u daar niet om stond te springen.
"Ik had inderdaad mijn bedenkingen. Martine ook trouwens. We hadden de ambitie niet om het gat van DWDD te vullen en al helemaal niet om eenzelfde soort programma te maken. Het afbreukrisico was groot: we hadden weinig te winnen en veel te verliezen. Ik heb Jeroen Pauw, met wie ik goed bevriend ben, gebeld en hij raadde het mij ook af."

Wat heeft u over de streep getrokken?
"De overredingskracht van Jan en NPO-directeur Frans Klein. Bovendien spraken we af dat er duidelijk gecommuniceerd werd dat wij de NPO uit de brand hielpen, omdat het programma van Margriet van der Linden meer voor­bereidingstijd nodig had."

Bij Droomhuis Gezocht pak ik mensen vaak vast. Ik moet zorgen dat ze in één camerashot staan
CV
Beeld Marc Driessen

"We hebben een paar kleine aanpassingen aan het programma gedaan, zodat het meer bij het tijdstip van uitzending zou passen, zoals het schrappen van het kookitem. Godzijdank werd het goed ontvangen door de kijkers."

Kwam uw aanvankelijke twijfel voort uit ­faalangst of bescheidenheid?
"Geen van beiden. Misschien heeft het wel met mijn leeftijd te maken: het hoeft nu niet meer. Ik ben nu 57 en ben blij met hoe het nu gaat. "

Ik hoopte te stuiten op diepe zielenroerselen: een minderwaardigheidscomplex misschien, of diepe onzekerheid. U lijkt perfect in balans.
"Onzeker ben je altijd, dat is inherent aan het vak. Maar het helpt dat de drie programma's die ik presenteer het al elf jaar goed doen. Daar word je zekerder van."

"Eigenlijk ben ik een zondagskind. Ik ben altijd van het ene leuke programma in het andere gerold, zonder er veel moeite voor te doen."

Opgebiecht

Leermeester "Sonja Barend. Ze was innemend en amicaal, maar bewaarde ook afstand. En ze koesterde haar ­redactie, het hart van iedere talkshow."

De beste uit het vak "Eva Jinek en Jeroen Pauw. Ze zijn beiden heel alert en kunnen alle onderwerpen aan: ­politiek, wetenschap, cultuur. Heel knap."

De slechtste uit het vak "Jezelf ­belangrijker vinden dan je gasten, dat maakt een presentator slecht."

Het beste advies "Aad van den Heuvel leerde mij: je moet stil zitten als je geschoren wordt."

Het slechtste advies "Slechte ­adviezen vergeet ik."