Direct naar artikelinhoud
Uit het archief

Dit schreef Het Parool na de moord op Theo van Gogh

Het is donderdag 19 jaar geleden dat Theo van Gogh op 47-jarige leeftijd op straat werd vermoord. Een terugblik aan de hand van artikelen uit Het Parool van die week. ‘In de buurt was hij de mildheid zelve.’

Van Gogh in 1995Beeld anp

Op dinsdag 2 november 2004 schreef verslaggever Bart Middelburg een necrologie over 'enfant terrible' Theo:

De term demonisering zal de komende dagen, weken, maanden weer vallen en inderdaad: filmer, schrijver, columnist Theo van Gogh is in zijn carrière aan de lopende band gedemoniseerd, niet in de laatste plaats doordat extreme provocatie altijd zijn tweede natuur is geweest.

Zijn films, zijn boeken, zijn columns, losse uitspraken in de media - ze leidden onvermijdelijk tot woedende reacties, hooglopende conflicten, en soms juridische procedures.

Het is wel eens zo geformuleerd: Theo van Gogh kwam vingers en tenen tekort om al zijn vijanden te tellen. Een nationaal enfant terrible, zo is hij ook wel omschreven, maar dan wel - dat moest zelfs een aantal van zijn vijanden toegeven - een enfant terrible met het hart op de juiste plaats.

De laatste keer dat de gemoederen weer torenhoog opliepen, was eind augustus, begin september, nadat VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali in het VPRO-programma Zomergasten het filmpje Submission had laten zien, dat zij samen met Van Gogh had gemaakt.

In het filmpje werden vier mishandelde moslimvrouwen getoond. Op hun lichamen waren met messen Arabische teksten gekalligrafeerd. Van Gogh en Hirsi Ali wilden met hun film stelling nemen tegen fundamentalistische teksten in de koran over de positie van de vrouw.

'De hele moslimwereld zal over me heen vallen,’ wist Hirsi Ali van tevoren. ‘Wij leggen de wreedheid van de islam letterlijk bloot.' Hirsi Ali dook daags na de vertoning van het filmpje onder, nadat op een islamitische internetsite haar geheime privé-adres was gepubliceerd en nadat op die site ook onverholen dreigementen aan het adres van Hirsi Ali en ook Van Gogh waren gepubliceerd.

Initialen
Het ging daarbij om de site groups.com/MuwahhidinDeWareMoslims. Muwahhidin staat voor 'zij die Gods eenheid erkennen'. Op de site verscheen op 30 augustus het bericht: 'Muwahhidin Brigade op weg naar H.A. en T.V.G.' Die initialen stonden vrijwel zeker voor Hirsi Ali en Theo van Gogh.

Hirsi Ali werd op de site voorts een 'ongelovige duivelse mortadda' (afvallige) genoemd en Theo van Gogh een 'ongelovige duivelse spotter'. Uit de teksten op de site kon worden afgeleid dat in elk geval Hirsi Ali enige tijd was geschaduwd.

Nadat de Dienst Koninklijke en Diplomatieke beveiliging (DKDB) de zaak had bestudeerd, inclusief de teksten op de Muwahhidin-site, werd direct besloten Hirsi Ali te laten onderduiken en permanent te beveiligen.

Bundel
Ook Theo van Gogh kreeg korte tijd politiebescherming, maar hij weigerde de zaak al te serieus te nemen. Het was niet de eerste keer dat Van Gogh woedende reacties uit moslimhoek kreeg. Dat gebeurde eind 2003 ook, toen Van Gogh Allah Weet het Beter publiceerde, een bundel met columns, correspondentie en beschouwingen.

In dat boek portretteerde van Gogh het Amsterdamse PvdA-raadslid Fatima Elatik maar weer eens als een 'hoofddoekdragend gansje'. Elatik had ooit gepleit voor een verbod op uitvoering van een toneelstuk over Aisja, de eerste vrouw van de profeet Mohammed. Dat zou 'kwetsend' zijn voor de gevoelens van islamieten, vond Elatik, en zij riep daarmee de voortdurende toorn van Van Gogh over zich af.

'Juffrouw Elatik, hebt u ook maar iets begrepen van de notie dat het socialisme en daarmee de sociaal-democratie, voortkomt uit de Verlichting van zo'n tweehonderd jaar geleden, tijdens welke het recht werd bevochten ongelovig te mogen zijn', schreef Van Gogh in Allah Weet het Beter. 'Dat wil zeggen: niet te knielen voor God, Jaweh, Allah of wie er nog meer aan het menselijk bijgeloof is ontsproten.'

Recentelijk sprak Vrij Nederland Van Goghs ouders. Zij omschreven hem als 'lief en zorgzaam', en ook als 'totaal familieziek'.
(Bart Middelburg, 02-11-2004)

Van Gogh kwam vingers en tenen te kort om al zijn vijanden te tellenBeeld anp

Redacteur Mark Moorman schreef een portret over de filmmaker die Van Gogh was:

In 1981 stormde de autodidactische filmmaker Theo van Gogh het nogal ingeslapen Nederlandse filmwereldje binnen met Luger, een van spaarcenten aan elkaar hangende film die volgens de kritieken getuigde van 'een heftig filminstinct'.

De film betekende bovendien het debuut van boezemvriend Thom Hoffman, en zonder overdrijving kan worden gezegd dat de Nederlandse filmwereld nadien nooit meer hetzelfde is geweest.

Compromisloze houding
Tegenover elke klacht over het gebrek aan geld voor Nederlandse films stelde Van Gogh vanaf 1981 zijn ' heftige filminstinct', dat hem, geld of geen geld, tot een aanzienlijke productie bracht. In zijn onstuimige beginjaren werd hij wel eens ' de Fassbinder van de lage landen' genoemd, eveneens vermaard door zijn intense levensstijl en compromisloze houding.

Het eerste relletje rond zijn persoon was met Luger trouwens ook geboren. Dierenliefhebbers maakten bezwaar tegen een scène waarin een stel jonge katjes in een wasmachine werd gesmeten. Van Gogh was ook in zijn films vaak een provocateur of op zijn minst een pestkop.

Later had hij zijn website De Gezonde Roker als uitlaatklep om zijn strijd te voeren, maar in zijn vroege films kwamen verbijsterde filmcritici nog wel eens hun naam tegen, gegeven aan bijzonder onplezierige personages.

Zijn doorbraak kwam met het ontroerende Een Dagje Naar het Strand uit 1984, een verfilming van de novelle van Heere Heeresma. Het maakte duidelijk dat hij een bijzonder begenadigde acteursregisseur was.

Tomaten uitdelen
Hij maakte zijn hele carrière verrassende keuzes. Hij ontdekte Tara Elders, die hij een hoofdrol gaf in de prijswinnende tv-serie Najib en Julia. En hij gaf Katja Schuurman de hoofdrol in Interview (2003), tegenover acteerkanon Pierre Bokma.

(Tekst loopt door onder foto)

De voorpagina van Het Parool op dinsdag 2 novemberBeeld Het Parool
Van Gogh werd in zijn beginjaren wel eens 'de Fassbinder van de lage landen' genoemdBeeld anp

Even leek hij de traditionele kant op te gaan met een echte romanverfilming. Terug naar Oegstgeest (1987) was een mooie verfilming van de autobiografische roman van Jan Wolkers, maar Van Gogh had kennelijk behoefte aan de vrije hand en maakte in die tijd ook Loos en Charley.

Bij de persvoorstelling van Loos hielp de regisseur de filmrecensenten een handje door tomaten uit te delen. De tomaten bleven op zak, de kritieken waren matig en het publiek bleef ook weg.

Groot scherm
Even leek zijn filmcarrière plaats te maken voor een fulltime carrière als columnist en onruststoker. Maar de film bleef lokken: "Ik wil heus het columnistenschap verdedigen, maar filmmaken is toch het leukste wat er is. Een close-up op een groot scherm is verpletterend."

Zijn honger naar het filmdoek leidde in 1993 zelf tot een kortstondige flirt met ' old school' producent Matthijs van Heijningen. Samen maakten ze Vals Licht, naar de roman van Joost Zwagerman.

De film liep matig, Van Gogh voelde misschien dat hij te veel aan de leiband van de producent had gelopen en maakte een jaar later het kleinschalige, snel gedraaide 06, verfilming van een toneelstuk over twee mensen die een relatie via de telefoon hebben.

Getergde figuren
Het menselijke tekort, de wanhopige zoektocht naar liefde, de door de noodlot gedreven personages, dat werd steeds meer het terrein waarop Van Gogh zich bewoog. "Het is niet mijn bedoeling dat iedereen er met tranen in de ogen naar zit te kijken. Ik zoek kilte. Geen violen voor mij, " zei hij over de getergde figuren uit Vals Licht.

Met Gijs van de Westelaken als vaste producent en Theodor Holman als vaste scenarioschrijver had hij de laatste jaren een solide achtergrond. Na allerlei omzwervingen leek hij zich helemaal over te geven aan ' het ' heftig filminstinct' dat zijn debuut markeerde. Over een maand zou de nieuwste Van Gogh in première gaan: 06-05, over de moord op Pim Fortuyn.
(Mark Moorman, 02-11-2004)

Tien uitspraken van Van Gogh uit zijn aanstootgevende oeuvre:

- Over Job Cohen: 'Van alle oplichters die ons de vijfde kolonne van de geitenneukers proberen te verkopen als een verrijking van onze toch al zo geweldige multiculturele samenleving, is Job Cohen de meest doortrapte... Hij is inderdaad bezig een begrip te worden onder Allah's slagers; als een jood die je om een boodschap kunt sturen. " "Cohen is eigenlijk vooral een NSB'er van nature."

- Over Thom de Graaff (D66), nadat die Pim Fortuyn hadbeschudigd van 'vergroving' van het politieke debat: "Hij danst op het graf van Anne Frank."

- Over tijdschrift Moviola, beboet in 1988: "Een animatiefilmpje over twee copulerende gele sterren in de gaskamer," en: "Toegegeven, een vleugje Zyklon B in een land dat zijn joodse ingezetenen bijna zonder een vinger uit te steken liet vermoorden, is altijd interessant."

- Over Evelien Gans en haar boekje Gojse nijd en joods narcisme: "Ik vermoed dat mevrouw in vochtige dromen vaak een beurt krijgt van dokter Mengele."

- Over het hoofddoekje: "Uitgevonden door achterlijke middeleeuwse geitenneukers die onze vrijheden beperken."

- In De Weldoener: "Wat ruikt het hier naar caramel... vandaag verbranden ze alleen suikerzieke joden.. "

- Over AEL-leider Abou Jahjah: "Hij is de pooier van de profeet."

- Over Boris Dittrich: "Het zalvende glijmiddel van D66."

- Over Ed van Thijn: "De zelfbenoemde Feldwebel van de Gedachtenpolitie, die zo doortastend was om de schrijver W.F. Hermans de toegang tot de stad te ontzeggen."

- Algemeen favoriete termen: 'Likkende deurmatten', 'kwijlende chocoladeridder' (een homo), 'dozen' dan wel ' sneetjes' (vrouwen), en, in zijn vete over antisemitisme: 'Feldwebels en besneden politie'.

Een discussie onder leiding van Theo van Gogh met Ajaan Hirsi Ali en Marijke Vos.Beeld anp

Columnist Frenk der Nederlanden nam een dag na de moord afscheid van zijn buurtbewoner

We stonden achter elkaar in de rij voor de toonbank, op die oudejaarsmiddag, bijna twee jaar geleden. Hij met een fles wodka, ik met een fles tequila. "Je moet wat, hè, " meesmuilde hij met zachte stem. "Het is de enige manier om de avond door te komen. "

Hij betaalde de rekening en draaide zich bij de uitgang van de slijterij nog een keer om. "Sterkte, " zei hij, en aan de droefgeestige blik in zijn ogen kon ik zien dat hij het meende.

Buiten haalde hij zijn fiets van het slot en met onverwachte souplesse reed onze roemruchte buurtbewoner het Christiaan Huygensplein af, vrolijk op weg naar het einde.

Theo van Gogh hield van de Watergraafsmeer en de buurt hield van hem, het monster van de Pythagorasstraat. Hoe vaak zagen we hem niet fietsen, de boodschappen in een zwarte krat die boven het voorwiel was gemonteerd. Lopen deed hij alleen als hij in park Frankendael zijn hond Igor uitliet, een vuilnisbakkie van een onbestemd merk.

Soms samen met zoon Lieuwe - met wie je hem ook geregeld bij Chinees restaurant Wong Koen kon aantreffen - meestal alleen. En dan ging hij op een bankje, altijd hetzelfde bankje, als een bezetene zitten bellen.

"We hadden de grootste lol, " zegt Marc Bijmoer, die hem een paar keer per week in het park tegenkwam. "Wat kon die man kankeren. Hij maakte zich overal boos over, maar moest daar dan vaak zelf weer om lachen. Na de renovatie van Frankendael verschenen er bordjes ' verboden voor honden' of ' honden aan de lijn'. Die spoot hij uit protest rood."

De laatste tijd sprak Van Gogh vaak over zijn gezondheid. Hij had een maagballon laten plaatsen en was dertig kilo afgevallen. Drinken deed hij nauwelijks meer, laat staan snuiven. Bijmoer: "Hij zei tegen mij dat hij zijn zoon zo graag wilde zien opgroeien. Daar moest ik onmiddellijk aan denken toen ik hoorde dat hij was vermoord."

(Tekst loopt door onder foto)

Voor de deur van het huis van Van Gogh in de Pythagorasstraat ontstond daags na de moord een bloemenzeeBeeld anp

Van Gogh maakte ruzie met Jan en alleman, maar in de buurt was hij de mildheid zelve. Toen ik hem in een artikel over de multiculturele samenleving 'Grootinquisiteur Van Gogh' had genoemd, hing hij direct woedend aan de lijn.

Hoe ik het in mijn botte hersens haalde hem zo in de hoek te zetten. Maar toen ik hem op straat tegenkwam, groette hij alsof er nooit iets was gebeurd. Theo de buurtbewoner leek meer op Theo de cineast dan op Theo de columnist.

En nu is hij dus dood. Een handjevol buurtbewoners haalt voor de deur van zijn woning herinneringen aan hem op. "Ik heb hem gisteren nog in Diemen bij het waterpolo van zijn zoon gezien... "

De buren hebben waxinelichtjes in de vensterbank geplaatst en ook op de stoep verschijnen kaarsjes. In de loop van de middag worden steeds meer bloemen voor de deur neergelegd. Twee cactussen verwijzen naar zijn tv-interviews in Een Prettig Gesprek.

Op zijn voordeur, met het naamplaatje ' T. van Gogh', hangt een kopie van de cover van zijn boek Allah Weet het Beter en een briefje waarop ' Zinloos' staat geschreven.

Veel bloemen gaan vergezeld van kaartjes met teksten. 'Alweer een zwarte bladzijde. Wat verschrikkelijk'. 'En jij fietste altijd zo rustig door onze straat. Als 'eigenzinnigheid' hiertoe leidt dan weet ik het niet meer'. 'Al was jouw mening niet altijd de onze... Leven in een democratie is beter dan gedwongen je mond te houden'. 'Theo, rust in vrede, de wereld is uit de hand gelopen. Wij zijn hier niets meer'. 'Theo we love you'.

Evenals in de Linnaeusstraat gaan buurtbewoners met elkaar in debat over de achtergronden van de moord. De soms heftige woordenwisselingen worden gretig vastgelegd door tv- en radioverslaggevers, maar als die na korte tijd verdwijnen, keert ook de rust weer terug.

Men zoekt troost bij elkaar. Tranen. Stilte. Een wijk in shock. Als ik de Pythagorasstraat verlaat en de hoek omsla, loopt aan de overkant van het Galileïplantsoen een Arabische man in een bruine djellaba.

Ik merk dat ik anders naar hem kijk dan vroeger en dat stemt somber, nog somberder dan ik al was. Ik ga maar weer roken.
(Frenk der Nederlanden, 03-11-2004)