Direct naar artikelinhoud
Column

Ochtendje filerijden

Massih HutakBeeld Robin de Puy

Ik moet naar Velp voor een workshop over tolerantie op een middelbare school en ­alleen dat gegeven al laat m'n hart sneller kloppen. Sinds ik ben gestopt met lesgeven, eind 2015, grijp ik elke kans aan om weer voor de klas te staan.

Met name voor de doelgroep van middelbare scholieren. Als hoogbejaarden God kunnen zien en pasgeboren kinderen met engelen kunnen praten dan staan tieners ergens daar tussenin te kroelen met hemellichamen, in een zee van hormonen en Instagramfilters.

Mijn rol daarin is die van een sterke wifiverbinding, zeg maar.

Ik bedoel maar te zeggen: zin in.

Velp ligt in Gelderland en je bent vanaf daar nog sneller in Duitsland dan in Amsterdam, heb ik net geleerd in de Kaartenapp. Dus sta ik op het hoogtepunt van de ochtendspits in de file op de A10 te ­beseffen dat alleen mijn auto nog sneeuw op de voorruit heeft.

Dit betekent dat ik weinig rij de laatste tijd en dat gegeven is voor de hypocriet in mij genoeg reden om alle andere bestuurders stilletjes te veroordelen.

Ik doe de wissers aan en realiseer te laat dat ik de ruitenvloeistof nog niet heb bijgevuld. Dus nu moet ik nog honderd kilometer door een grijze filter kijken, op een ochtend die dat van zichzelf nou net niet nodig had.

Ik hoor het Maarten van Roozendaal zingen: je suf gehaast om een beetje op tijd in de file te staan.

Ik mis je, gap.

Workshops, lezingen, columns, muziek, dit soort werk was mijn definitie van een sleur- en vooral ­filevrij leven. Nu sta ik tussen alle mensen die ik aanzag voor zombies authentiek te zijn en mogen er bij groen maximaal twee voertuigen doorrijden. 

De ironie van de situatie doet me besluiten om mijn stoelleuning nog ietsje naar achter te doen en te ­genieten van de rit. Iedereen die wil ritsen, krijgt voorrang. Je hebt gewonnen, ochtendstond. Duw het goud maar door m'n strot.

Terwijl ik luister naar een mooie Kunststof-aflevering met regisseur Will Koopman, moet ik ineens denken aan dat iemand eerder deze week zei dat ik mensen haat.

Nou ja, bepaalde mensen.

Vooruit, nieuwe Noorderlingen.

Ik moet er niet aan denken omdat dit, natuurlijk, een onzinnig verwijt is. Ik moet denken aan mijn reactie daarop. Natuurlijk haat ik geen mensen, vooral geen Noorderlingen, nieuw of oud. Ik kan een bloedhekel hebben aan bepaald gedrag van mensen.

Menselijk gedrag is iets fascinerends. En toch heb ik moeite met dat woord: gedrag. In het Duits ­bestaat er een veel mooier en beter woord voor: ­verhalten. Je verhouden.

Denk aan hoe wij onze kinderen corrigeren: gedraag je! Zou het niet beter zijn om te zeggen: verhoud je! Dat trekt het fenomeen uit het individuele en gaat per definitie over een leefomgeving en mensen waar je rekening mee moet houden.

Ik verhoud me vooralsnog prima in de file die eindelijk door begint te rijden. In gedachten maak ik een notitie dat ik dit voorbeeld moet gebruiken voor de klas straks.

Niet vergeten.

Rapper en schrijver Massih Hutak (26) schrijft elk weekend een column voor Het Parool. 

Reageren? m.hutak@parool.nl

In Duitsland bestaat er een veel mooier woord voor gedrag: verhalten. Je verhouden