Direct naar artikelinhoud

Liquidatie leidde naar miljoenen van Servische bende

Goran Tasic, die in maart in Amsterdam-West werd geliquideerd, had een hoogopgelopen conflict met een Servische bende met leden in Amsterdam. Bij hen vond de politie ruim 1,7 miljoen euro in contanten.

Goran Tasic (46) werd afgelopen maart doodgeschotenBeeld Opsporing Verzocht

Amsterdam is populair als vestigingsplaats voor buitenlandse criminelen. Zij slaan hun kamp op in de stad vanwege de spilfunctie die Nederland inneemt in de internationale drugshandel: het overgrote deel van de verdovende middelen in Europa komt binnen via de havens van Rotterdam en Antwerpen.

De recherche houdt er al langer rekening mee dat die buitenlandse criminelen ook hun ruzies en vetes importeren. Niet zelden eindigen dergelijke conflicten met geweld.

Dat lijkt ook het geval te zijn geweest bij de moord op de Servische crimineel Goran Tasic (46), die op 15 maart van dit jaar met automatisch geweervuur werd doodgeschoten in de Piet Mondriaanstraat in West.

Tasic, die zelf al meermalen was veroordeeld voor een levensdelict, was pas kort voor zijn dood aangekomen in Amsterdam.

Binnen een dag na zijn dood kreeg de politie van de Servische autoriteiten belangrijke informatie over het slachtoffer, blijkt uit onderzoek. Het is niet duidelijk hoe de Serviërs zo snel beschikten over informatie over Amsterdamse misdaadaangelegenheden.

Vingerafdruk
De Amsterdamse politie kreeg van de Serviërs te horen dat Tasic lid was van een criminele groep die actief is in de internationale drugshandel.

De groep van Tasic was, volgens de informatie uit Servië, in een hoog­oplopend conflict verwikkeld met een andere groep criminelen uit voormalig Joegoslavië, waarvan enkele prominente leden zich in Amsterdam zouden hebben gevestigd.

De informatie was zeer concreet: een week voor de liquidatie van Tasic was een kopstuk uit de rivaliserende groep in Amsterdam-Zuid ­geobserveerd: de Serviër Veljko B. (44).

Wie die observatie deed, is onduidelijk en ook is niet bekend of naar Veljko B. al een politie­onderzoek liep - in Servië of in Nederland. 

Een fortuin
Met de Servische informatie begon de Amsterdamse politie een onderzoek naar Veljko B. 

Daarbij kwam Marco P. in beeld, die eerder op de Balkan forse gevangenisstraffen kreeg voor cocaïne- en heroïnehandel. P. kon worden geïdentificeerd door een vingerafdruk op een blikje cola dat hij op een terras had gedronken.

Ook Ljubivoje V. bleek om te gaan met Veljko B. Uit observaties bleek dat het drietal vermoedelijk gebruikmaakte van een prijzig appartement aan de Fred. Roeskestraat in Zuid. 

B., zoon van een oud-diplomaat, is volgens Kroatische misdaadjournalisten een crimineel kopstuk; hij vervulde vanuit Nederland de rol van 'bankier' van een beruchte groep Servische drugshandelaren. 

Toen de politie de flat aan de Fred. Roeskestraat binnenviel, vonden de agenten een fortuin: in plastic zakjes, een rolkoffer, boodschappentassen en schoenendozen lag bijna twee miljoen euro cash geld. 

In het huis lagen bovendien geldtelmachines, een sealmachine en vier pakketten cocaïne. 

Hoewel tijdens de inval niemand thuis was, houdt justitie Veljko B., Marco P. en Ljubivoje V. verantwoordelijk voor het witwassen van het miljoenenbedrag. Bij zijn aanhouding had ­Marco P. 27.000 euro op zak.

Witwassen
Veljko B. werd in België aangehouden, in een auto met daarin een verborgen ruimte vol contant geld. Het drietal moet vrijdag op een inleidende zitting voor de Amsterdamse rechter ­komen, op verdenking van witwassen en drugsbezit. 

De advocaten van de mannen willen niet reageren.

Opmerkelijk is dat de politie na B.'s aanhouding meldde dat hij was opgepakt vanwege betrokkenheid bij de moord op Tasic, maar dat het Openbaar Ministerie nu zegt dat hij daarvan nooit officieel verdacht is geweest. 

Het onderzoek naar de liquidatie van Tasic loopt nog.

Het is niet duidelijk hoe de Servische autoriteiten zo snel beschikten over info over de dood van Tasic