Direct naar artikelinhoud
Column

We hebben er weer een gladpiemel bij: Rob Jetten

Theodor HolmanBeeld Wolff

We hebben er weer een gladpiemel bij: Rob Jetten. Een gladpiemel is een in donkerblauw gestoken tot piemel gepromoveerde politieke glad­janus van rond de dertig.

Jesse is zo'n gladpiemel, Thierry Baudet is er ook één, Klaas Dijkhoff eveneens, Tunahan Kuzu zéker, ze zitten op het ogenblik in alle partijen, behalve 50Plus. (Dat zijn meer de slapzakken, ik geloof dat ik daar zelf inmiddels ook toe behoor.)

Mark Rutte was er ook één maar die heeft al oudemannengroeven in zijn gelaat waarin hij zijn kleine leugens bewaart.

Waarom de fractie van D-zes-zes Jetten heeft gekozen, is mij persoonlijk een raadsel, behalve dan dat het erg in de mode is om dit soort gladpiemels te kiezen.

Het is heel mooi dat men sportieve Vater Jahn-wanderers wil kiezen, maar waarom van die jeugd die je graag aan een kleren­hanger in de kast wil stoppen? Er zit eigenlijk geen sjeuïgheid aan.

Wat bij Jetten opvalt, is zijn totale gebrek aan een je ne sais quoi, een greintje van een rafelige persoonlijkheid. Zelfs op zinsniveau zie je zijn glad­piemeligheid. Het zijn zinnen waaromheen een condoom met zaaddodende pasta lijkt te zitten.

Er gaat niks van uit. Men heeft hem wel Robot Jetten genoemd, en daar zit een grote kern van waarheid in.

Waarom wil de fractie deze jongen?

Ik wil niet elke dag D66 ironiseren, maar je ziet dat een club die vroeger een vorm van tegendraadse weldenkendheid uitstraalde, de ontwikkeling doormaakt die je ook aantreft bij sommige badplaatsen. 

Vroeger waren ze chic, tegenwoordig ordinair. Met ordinair bedoel ik dat al die badplaatsen op elkaar zijn gaan lijken.

Zo vraag ik me elke keer af waar D66 nog voor staat; ze doen tegenwoordig erg hun best juist niet zichzelf te zijn. 

En die Jetten heeft ogen en een mond, maar waar die ogen nu eigenlijk naar kijken en wat die mond wil zeggen, komt allemaal uit de koekjestrommel met zoete clichés.

Maar het is duidelijk een nieuwe generatie die de spijkerbroek definitief heeft verruild voor een krapzittend C&A'tje. Jongens zijn het. Keurige jongens. Knap zijn ze, wijs zullen ze nooit worden. 

Daarvoor zit hun ambitie ze in de weg. Je hoopt dat ze zich in het weekend eens insmeren met stront en dan elkaar op een rondje hoer trakteren. 
Je wilt echte mensen.

Maar de D66-mensenwereld bevindt zich tegenwoordig op een andere planeet.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl

Waarom van die jeugd die je graag aan een hanger in de kast wil stoppen?