Direct naar artikelinhoud

Consul kreeg reprimande voor redden duizenden Joden

Jan Zwartendijk, tijdens de Tweede Wereldoorlog de Nederlandse consul in Litouwen, heeft destijds voor het redden van duizenden Joden een reprimande gekregen van het Buitenlandse Zaken.

Jan Zwartendijk in 1940 met links dochter Edith en rechts zoon JanBeeld Archief familie Zwartendijk

Dit staat in het boek De Rechtvaardigen van Jan Brokken.

Brokken vindt dat Buitenlandse ­Zaken de nog levende kinderen van Zwartendijk in een brief excuses moet aanbieden. "Dat je op je donder krijgt voor het redden van Joden, is ongekend.''

D66-Kamerlid en oud-diplomaat Sjoerd Sjoerdsma steunt Brokken. Hij zal minister Blok vragen stellen over de kwestie. "Zwartendijk verdient geen reprimande, maar een standbeeld."

Zwartendijk, die de bijnaam Engel van Curaçao kreeg, schreef aan het begin van de Tweede Wereldoorlog in korte tijd minstens 2139 visa uit met als eindbestemming Curaçao en creëerde zo een vluchtroute voor uit Polen gevluchte ­Joden. Daarmee liep zijn eigen leven groot ­gevaar. Schattingen van het aantal Joden dat hij redde, lopen uiteen van 3000 tot 10.000.

Zwartendijk werd na de oorlog door een topambtenaar van minister Joseph Luns te verstaan gegeven dat hij niet conform de consulaire richtlijnen had gehandeld en daarom niet in aanmerking kwam voor een lintje.

Zijn dochter Edith Zwartendijk (91) zag hem aangeslagen thuiskomen. Ze zegt daarover in het boek: "Die onderscheiding kon hem niks schelen. Maar dat hij een uitbrander kreeg, vond hij vernederend."

Stalin
Zijn hele leven is Zwartendijk gespitst geweest op berichten dat door zijn visa Joden de oorlog hadden overleefd. Tragisch voor hem kwam een week na zijn overlijden, in de zomer van 1976, bij zijn nabestaanden een bericht binnen van het Holocaust Research Center.

In de brief werd gesteld dat 95 procent van de Joodse vluchtelingen aan wie Zwartendijk een visum had gegeven, de oorlog had overleefd.

"Wat vaststaat, is dat er 3080 Joden zijn gered van wie de namen bekend zijn," zegt Jan Brokken. Hij verwijst daarnaast naar het Wiesenthal Centrum, dat berekende dat 6000 Joden zijn gered. Dan weet hij nog van drie andere serieuze schattingen die op 10.000 uitkomen.

De route die Zwartendijk bedacht voor Poolse Joden die aan het begin van de oorlog naar ­Litouwen waren gevlucht, liep via de trans-­Siberische spoorlijn van Vladiwostok naar ­Japan. Zwartendijk schreef visa uit en werkte samen met de Japanse consul. Vanuit het ­Japanse Kobe konden de Joden de oversteek maken naar Curaçao of naar Sjanghai.

De Russen hielden het consulaat van Zwartendijk en ook het Japanse consulaat in de gaten, blijkt uit het KGB-dossier van Zwartendijk, waarop Brokken de hand wist te leggen.

In de ­archieven van het politbureau bevindt zich een persoonlijk briefje van partijleider Stalin over de vraag wat ze moesten met al die Litouwse ­Joden die met de Trans Siberië Express reisden. 'Toestaan,' schreef hij. Brokken: "In april 1940 werd door de Russen al gezegd: hier valt geld aan te verdienen."

Vernietigd
Brokken heeft ook nog onomstotelijk bewijs ­gevonden dat Zwartendijk na sluiting van het consulaat doorging met het uitschrijven van ­visa. "Zelf beweerde hij dat hij gestopt was toen hij op last van de Sovjetautoriteiten het consulaat sloot op 3 augustus. Hij zou toen alles ­hebben vernietigd, ook de stempels."

"Dat blijkt dus niet waar. Hij is doorgegaan en heeft nog honderden visa uitgegeven. Vooral in die laatste weken van zijn verblijf in Litouwen heeft hij ­alles geriskeerd, met inbegrip van zijn leven, om zo veel mogelijk mensen te redden."

Zwartendijk schreef minstens 2139 visa uit naar Curaçao en creëerde zo een vluchtroute voor uit Polen gevluchte ­Joden