Direct naar artikelinhoud

Gijs van Hall in 1967: 'Ik laat me niet als keukenmeid wegsturen'

"Ik laat mij niet als een oneerlijke keukenmeid wegsturen," foeterde de Amsterdamse burgemeester Gijs van Hall in 1967. Ook sprak hij van 'chantage', toen het kabinet hem onder druk wilde zetten om zijn ambt neer te leggen.

Gijs van Hall (rechts) bij zijn afscheid van de Hoofdstedelijke GemeenteraadBeeld anp

Dat heeft oud-burgemeester Van Hall zich laten ontvallen in gesprekken met professor Christiaan Justus Enschedé, de voorzitter van de onderzoekscommissie die zich boog over het oproer rond het huwelijk van prinses Beatrix met prins Claus in het door de happenings van de provo's toch al onrustige Amsterdam.

De uitspraken van Van Hall duiken op in een gespreksverslag door de secretaris-generaal van het ministerie van Justitie die de citaten met enige gretigheid rapporteert aan zijn baas, de minister.

De gespreksverslagen werden dinsdag openbaar, nadat ze in 1988 door Enschedé verzegeld waren voor dertig jaar. 

Zwaar verontwaardigd
De uitspraken geven vooral inkleuring aan het hoog opgelopen meningsverschil van Van Hall met de regering en de druk die op hem werd uitgeoefend om zelf zijn conclusies te trekken.

Uit zijn vorig jaar verschenen biografie van Dirk Wolthekker bleek al dat het kabinet aanstuurde op zijn ontslag. Van Hall op zijn beurt was zwaar verontwaardigd omdat hij zijn congé al kreeg voordat het hele rapport was gepubliceerd. "Barbertje moet hangen," zei hij bijvoorbeeld tegen journalisten.

Ook pikant: in een telefoongesprek tastte de minister zelf bij Enschedé af of in een nog niet gereedgekomen tweede tussenrapport meer diskwalificaties van Van Hall te vinden zullen zijn.

Over het eerste deel zei justitieminister Carel Polak in dat telefoongesprek, volgens een verslag van Enschedé: "Het is niet zo dat je Van Hall hierop kan ontslaan."

Opmerkelijke passages
En zo waren er meer opmerkelijke passages in de privécorrespondentie die Enschedé in 1988 voor dertig jaar liet verzegelen - op 'Openbaarheidsdag' kwamen de paperassen dinsdag uit de met zijn eigen zegelring afgesloten dossiermap.

In hetzelfde gesprek met de minister belooft Enschede ook 'gegevens over Van Hall's handelen m.b.t. de bepaling van de plaats van het huwelijk.' Enschedé: 'Ik meen dat dit deel van het rapport de positie van Van Hall beslist niet versterkt.'

Trouwen in Amsterdam
Uit de gespreksverslagen blijkt verder dat Van Hall zich heeft beroepen op gesprekken met koningin Juliana over het huwelijk van haar dochter.

Pas in de jaren negentig werd via NRC Handelsblad bekend dat het zelfs voor Beatrix niet zo nodig hoefde, trouwen in het roerige Amsterdam.

De stad liet de eer ook liever aan een andere plek, bleek dus later. Maar de regering drukte door: Amsterdam moest het worden. Maar helaas voor Van Hall: contacten met het paleis vielen buiten de onderzoeksopdracht van Enschedé. 'Soestdijk blijft geheel buiten onze besprekingen.'

Lees terug: Gijs van Hall, de burgemeester die in ongenade viel

Op 'Openbaarheidsdag' kwamen de paperassen uit de met zijn eigen zegelring afgesloten dossiermap