Direct naar artikelinhoud

Hierom draait de rechtszaak tegen minister Grapperhaus

Maandag buigt de Amsterdamse Raad van Discipline, tuchtorgaan voor de advocatuur, zich over een bijzondere zaak: heeft minister Grapperhaus zich als advocaat vergaloppeerd jegens een 'topfiscalist'?

en
Ferdinand Grapperhaus, advocaat van belastingadvieskantoor KMPG Meijburg in de ontslagzaak van fiscalist Karim AachbounBeeld anp

"Ik ben tegengewerkt door Grapperhaus. Ik was uitgekozen voor een commerciële topfunctie bij KPMG Meijburg. Die optie is van de baan. En hij werkte mee aan een doofpot."

Of Karim Aachboun (31) een punt heeft, moet blijken. Zijn zaak is hoe dan ook bijzonder. Nooit eerder moest een minister van Justitie zich in een tuchtzaak verantwoorden voor zijn opereren als advocaat. Maandag behandelt de Amsterdamse Raad van Discipline Aachbouns klacht tegen Ferdinand Grapperhaus (58), minister van Justitie en Veiligheid.

Aachboun, die zichzelf afficheert als topfiscalist, heeft flink wat noten op zijn zang: CDA-fractieleider Sybrand Buma moet excuses maken voor het voordragen van Grapperhaus als minister. Grapperhaus zelf moet aftreden. En de rechter in de Raad van Discipline moet gewraakt, omdat Grapperhaus als minister eindverantwoordelijk is voor diens benoeming.

Johan Cruijff
De tuchtklacht is te herleiden tot een ruzie in 2015 binnen belastingadvieskantoor KPMG Meijburg, die uitmondde in Aachbouns ontslag (zie kader). Het was een droombaan voor Aachboun. Hij maakte volgens verscheidene media vooral indruk met het binnenhalen van miljonairs uit de Quote-500 en - via Johan Cruijff - van Barcelonaspelers.

Of daadwerkelijk een glanzende carrière in het verschiet lag bij KPMG Meijburg, achtte de kantonrechter niet bewezen. Zo zijn ook kanttekeningen te plaatsen bij Aachbouns gekoketteer met Cruijff, die hij in 2010 zou hebben leren kennen.

Oud-bankier Rutger Koopmans, destijds diens financieel adviseur, kan zich geen enkel contact met KMPG Meijburg herinneren. Dat Cruijff zou hebben bemiddeld voor Barcelonaspelers, noemt hij 'zéér onwaarschijnlijk'.

Karim AachbounBeeld Marc Driessen

In Aachbouns ontslagprocedure bij de kantonrechter was Grapperhaus advocaat voor KMPG Meijburg. Hier wordt het ingewikkeld: hij diende stukken in die de kantonrechter ervan moesten overtuigen dat Aachbouns belangrijkste getuige níet door KPMG Meijburg onder druk was gezet. Dat kon volgens Grapperhaus worden afgeleid uit een andere zaak rond KPMG Meijburg. Daarin veegde de president van het gerechtshof in Den Haag aantijgingen over misstanden bij het bedrijf van tafel.

Begeleidend briefje
In de ontslagzaak tegen Aachboun bracht Grapperhaus dat besluit in bij de kantonrechter. In een begeleidend briefje aan die rechter schreef Grapperhaus dat de president zijn oordeel had geveld 'aan de hand van de stukken'.

Voor die formulering sleept Aachboun hem voor de tuchtraad. Want de president van het hof hád niet alle stukken: elf voor KPMG Meijburg als belastend bedoelde bijlagen ontbraken. Door te suggereren dat die wel voorhanden waren geweest, misleidde Grapperhaus de kantonrechter, meent Aachboun.

Daar staat tegenover dat Grapperhaus bij zijn begeleidende briefje aan de kantonrechter het besluit voegde van de president van het hof zelf. Daarin erkent de president onomwonden dat hij niet alle stukken had. Met andere woorden: de kantonrechter kon dat zelf lezen.

Toch vindt Aachboun niet dat hij Grapperhaus lastigvalt met een futiliteit: "Het gaat om het beeld dat Grapperhaus creëerde. Hij had in zijn begeleidende briefje bij het besluit van de president kunnen schrijven: ik verwijs naar diens oordeel. Dat deed hij niet. Hij suggereerde dat de president álle stukken had, inclusief die van mijn belangrijkste getuige."

Beroepsregels
Er ging bijna 1,5 jaar overheen voordat Aachboun een klacht indiende, in september 2017. Aachboun ontkent dat hij pas in actie kwam toen media Grapperhaus tipten als minister. "Najaar 2016 ontdekte ik Grapperhaus' dubieuze rol en heb ik hem gewezen op door hem geschonden beroepsregels. Daarna overleed zijn vrouw en uit piëteit heb ik de zaak een tijd laten rusten."

Aachboun zegt dat Grapperhaus hem nog voor zijn benoeming tot minister heeft benaderd voor een gesprek. "Dat heb ik geweigerd. Ik vond dat het te lang had geduurd voordat dat aanbod er lag."

In een begeleidend briefje aan die rechter schreef Grapperhaus dat de president zijn oordeel had geveld 'aan de hand van de stukken'