Direct naar artikelinhoud
Opinie

'Waarom we nog steeds geen goede definitie van populisme hebben'

Het woord populisme is snel gebruikt, maar let op de juiste kenmerken van deze stroming, stellen André Krouwel, Ronald Kroeze en Floris van Berckel Smit in dit opiniestuk.

Populisten benadrukken hun band met het volk, zoals Geert Wilders die hier naar de publieke tribune zwaait van het gerechtshof in Den HaagBeeld ANP

Te pas en te onpas worden politici en partijen 'populist' genoemd. Vorige week nog stelde D66-fractievoorzitter Jetten dat landen die het pact van Marrakesh niet ondertekenen, 'buigen voor het populisme'.

Landen en regeringen van diverse politieke pluimage worden door deze politicus op een hoop gegooid. Dat draagt niets bij aan het begrijpen van wat nu wordt verstaan onder populisme. Zelden noemen politici zichzelf immers populist. Waarom zijn alle tegenstanders van het pact van Marrakesh populisten?

Dergelijke ongefundeerde verwijten zien we ook in de media. Wat echter onduidelijk blijft is wat de kern van populisme is en wie wel of niet een populist kan worden genoemd.

Waarom zien we Geert Wilders als een populist, maar Mark Rutte niet? En hoe kunnen we verklaren dat er in heden en verleden zowel linkse als rechtse populisten zijn geweest?

Er zijn vele wetenschappelijke definities, maar blijkbaar zijn we nog steeds niet in staat populisten te herkennen. Politicologen en historici van de Vrije Universiteit hebben onderzoek gedaan naar de kernelementen van het populisme en een model ontwikkeld waarmee populisten van niet-populisten kunnen worden onderscheiden, maar eveneens kunnen met het model verschillende typen populisten worden onderscheiden. 

Zes claims
Als we de uitkomsten combineren, dan blijkt populisme te reduceren tot een model met zes duidelijke componenten. Dit is gebaseerd op een model dat oorspronkelijk is ontwikkeld door Koen Abts (Universiteit Tilburg), maar daarna zelden is gebruikt voor diepgravend onderzoek.

Populisten claimen dat zij - en zij alleen - het volk representeren

Ten onrechte, want het model helpt om scherp te onderscheiden welke politici en partijen wel en niet tot het populistische kamp behoren door te kijken naar zes claims die populisten maken.

Populisten claimen allereerst dat zij - en zij alleen - het volk representeren, terwijl zij eveneens menen dat de 'corrupte' zittende elite alleen oog heeft voor zichzelf. 

Vanuit deze unieke claim van kennis over wat het volk echt wil, formuleert de populist scherpe kritiek op de rechtstaat en de democratische spelregels. Die zijn er in de populistische visie slechts om de zittende elite te helpen en staan in de weg van daadwerkelijke vertegenwoordiging. 

Populisten bundelen als tweede kenmerk hun claim van unieke representatie van het volk met een aanval op de rechtstaat en democratische spelregels: de 'rule of man' in plaats van de 'rule of law'. De populistische logica leidt dan tot het derde kenmerk: een sterke houding tegen het establishment, hoewel veel populisten voortkomen uit gevestigde partijen. 

Zand in de ogen
Populisten achten de zittende elite totaal corrupt, samenzweerderig of zelfs landverraders. Politieke opponenten worden vijanden van het volk. Dat leidt tot het vierde kenmerk: de ontkenning van politieke pluriformiteit. In de ogen van de populist veinst de zittende elite slechts dat er verschillende belangen zijn. Ook het verschil tussen oppositie en regering bestaat alleen maar om ons zand in de ogen te strooien.

André Krouwel

Associate professor politicologie, VU

André Krouwel
Beeld -

Een vijfde belangrijk kenmerk is dat een groep buitenstaanders de eenheid van het volk poogt te ondermijnen. Deze outsiders zijn vaak etnische en religieuze minderheden die 'het niet verdienen' om hier te zijn en al helemaal geen gelijke rechten horen te hebben. 

Die 'ander' moet dus - en dat is het zesde kenmerk - zoveel mogelijk worden buitengesloten en afgezonderd. Anderen zijn parasitair en ondermijnen de cultuur en welvaart die toebehoort aan de oorspronkelijke bewoners. 

Er is dus een sterk wij-zij-denken, zowel wat betreft de elite (populist versus establishment) als wat betreft de bevolking (het echte volk versus de buitenstaanders).

Uitdunning
In de ogen van de populist heulen het establishment en de buitenstaanders samen in de ondermijning van de nationale cultuur en economische welvaart. Met een claim op rechtsstatelijk gelijkheid en sociale rechtvaardigheid wordt alles afgenomen van de oorspronkelijke bevolking en gegeven aan mensen die daar helemaal geen recht op hebben.

Ronald Kroeze

Assistent professor geschiedenis, VU

Ronald Kroeze
Beeld -

De zittende elite is voor open grenzen, internationalisering en vrijhandel omdat daardoor de oorspronkelijke bevolking wordt 'uitgedund' met de komst van immigranten, expats en andere kosmopolieten. Banen en huizen worden onbereikbaar voor het 'echte' volk. 

Populistische politici eisen dat de 'rechten' voor die buitenstaanders worden ingeperkt, waardoor ze vaak het verwijt krijgen ondemocratisch te zijn. Populisten zelf stellen echter dat zij pure democraten zijn die de wensen van het echte volk honoreren, in plaats van dit te verraden.

Om te begrijpen hoe verschillende populisten kunnen bestaan en opereren binnen een democratische context, analyseert ons model hoe populisten gebruik maken van democratische middelen en taal, maar tegelijkertijd de rechtstaat en democratische spelregels aanvallen. 

Populisten verschillen in de mate waarin ze de zes componenten van het populisme prioriteit geven: sommigen leggen sterker de nadruk op de buitenstaanders (Wilders' 'minder Marokkanen'), terwijl anderen sterker de nadruk leggen op het anti-elitaire element (Baudets 'het kartel'). Dat zien we ook in het verleden en in andere landen. 

Politici zijn pas populistisch als alle zes elementen in hun politieke discours en strategie voorkomen. Juist in die variatie schuilt de kracht en ook het gevaar van populisten.

Floris van Berckel Smit

Onderzoeks­assistent, VU

Floris van Berckel Smit
Beeld -