Direct naar artikelinhoud
Column

Met het overlijden van Eberhard is er een stuk Femke verdwenen

Femke van der LaanBeeld Oof Verschuren

"Ik ken jou, toch?" De man die voor me staat heeft gelijk: hij kent me. We zijn elkaar verschillende keren tegengekomen de afgelopen jaren, bij recepties en andere festiviteiten. Ik was daar als vrouw-van. Nu ik niet naast Eberhard sta, kan hij me niet plaatsen.

"Ja, we kennen elkaar."

"Waarvan ook alweer?" De man kijkt er vrolijk bij. Blijkbaar zorgt de halve herkenning voor positieve associaties.

"Ik wil het je wel vertellen, maar dat ga je heel erg vinden."

"Nee joh, vertel."

"Ik ben de vrouw van Eberhard."

"Jezus, sorry. O, wat erg."

"Ik zei het toch."

Ik ben wel vaker niet herkend als ik niet naast Eberhard stond. Sterker nog, ik werd soms ook niet herkend als ik wél in zijn buurt was. "Jij werkt voor de burgemeester?" "Ben jij de woordvoerder?" "Kun jij effe een foto maken?" Of ik werd simpelweg aan de kant ­ge-­elleboogd.

Ik kon daar altijd wel om grijnzen. Het was een stoomcursus mensenkennis. Daarom is het raar dat ik een week na het ik-ken-jou-toch-gesprekje vurig hoop dat de man nog steeds ergens met zijn hoofd tegen een muur staat te bonken.

Dat hij me niet herkende, maakt me onzeker. Onzeker omdat ik mijzelf ook niet meer herken nu ik niet langer naast Eberhard sta. Wie ben ik? Natuurlijk was ik altijd al meer dan vrouw-van. Natuurlijk ben ik zelf iemand. Een mens met eigenschappen, ervaringen, voorliefdes, eigenaardigheden en gewoontes.

Maar je wordt ook iemand door de mensen in je leven. Ik ben iemands moeder, iemands vriendin, iemands dochter, iemands collega. Rollen die naast mijn karakter en ervaringen net zo goed definiëren wie ik ben.

Nu ben ik niet langer Eberhards vrouw en daarmee is het soms net alsof ik iets kenmerkends van mezelf ben kwijtgeraakt. Alsof ik opeens geen blauwe ogen meer zou hebben. Alsof ik opeens niet meer eigenwijs zou zijn. Iets wat je altijd was - eigenwijs, blauwogig, iemands vrouw - is weg. Met het overlijden van Eberhard is er een stuk Femke verdwenen.

Er is ook een nieuw stuk bij gekomen. Een nieuw stuk karakter, een nieuwe kleur ogen: ik ben nu de weduwe-van. En de weduwe-van blijft een week lang hopen dat iemand met zijn hoofd tegen een muur bonkt, omdat de weduwe-van naar zichzelf in de spiegel kijkt en op precies dezelfde manier vraagt: "Ik ken jou, toch? Waarvan ook alweer?"

Femke van der Laan (39) schrijft wekelijks over haar leven in de stad na de dood van haar echtgenoot Eberhard, de burgemeester van Amsterdam die op 5 oktober 2017 overleed.

Er is ook een nieuw stuk bij gekomen. Een nieuw stuk karakter