Direct naar artikelinhoud

Enquête: intimidatie op het werk neemt toe

Verpleegkundigen, docenten, politie en brandweer: wie dagelijks tussen de mensen werkt, loopt grote kans te maken te krijgen met intimidatie, lichamelijk geweld en andere vormen van ongewenst gedrag.

Enquête: intimidatie op het werk neemt toe
Beeld anp

Ongewenste seksuele aandacht, intimidatie, lichame­lijk geweld en pesten: meer dan de helft van alle werknemers in zorg en welzijn heeft te maken met ongewenst gedrag van patiënten en cliënten.

Dat blijkt uit de nieuwe editie van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van het Centraal Bureau voor de Statistiek en onderzoeksbureau TNO.

Ook in andere beroepsgroepen wordt melding gemaakt van ongewenst gedrag tijdens de uit­oefening van het werk. Hoog scoren het openbaar bestuur en de hulpdiensten, met bijna 40 procent van de werknemers die laat weten ermee te maken te hebben.

Het onderwijs zit op bijna 30 procent. Het minste ongewenst gedrag wordt ervaren in de ICT-wereld: 7 procent.

Grote trefkans
De verschillen tussen de beroepsgroepen laten zich eenvoudig verklaren, legt Wendela Hooftman uit, projectleider bij TNO. "Hoe meer contact men in het dagelijks werk heeft met anderen, hoe groter het risico op ongewenst gedrag. Werknemers in de zorg, het onderwijs en het openbaar vervoer hebben de hele dag te maken met patiënten, leerlingen en passagiers. Daar is de trefkans het grootst."

Wel zijn er verschillen in de aard van ongewenst gedrag. Maatschappelijk werkers hebben het meest te maken met intimidatie, gevolgd door verpleegkundigen en artsen.

Werknemers van politie en brandweer hebben weer het meest te maken met lichamelijk geweld. Verpleegkundigen maken het meest melding van ongewenste seksuele aandacht. Pesten komt het meest voor bij politie en brandweer.

Bij alle beroepsgroepen samen is intimidatie de meest voorkomende vorm van ongewenst gedrag. Van alle werknemers krijgt 19 procent hiermee te maken. Ongeveer 6 procent zegt ervaring te hebben met ongewenste seksuele aandacht, lichamelijk geweld of pesten. Dat laatste cijfer schommelde tien jaar geleden nog tussen de 4 en 5 procent.

Projectleider Hooftman spreekt dan ook van een duidelijke toename. "In elk geval van het aantal meldingen. Dat kan te maken hebben met de aandacht in de afgelopen jaren voor ongewenst gedrag op de werkvloer. Het is goed voorstelbaar dat mensen zich er eerder van bewust zijn, en ook eerder aan de bel trekken."

Subtiele grens
Uit Europees onderzoek blijkt dat Nederland al jarenlang een van de koplopers is met on­gewenst gedrag op het werk, zowel in de omgang met collega's als met de buitenwereld. "Er wordt wel een verband gelegd met de Nederlandse eigen­schap om te zeggen waar het op staat," zegt Hooftman. "Er is natuurlijk een subtiele grens tussen directheid en botheid."

Hooftman benadrukt dat de hoge score in zorg en welzijn niet betekent dat mensen niet met plezier naar het werk gaan. Uit dezelfde enquê­te haalt de beroepsgroep juist hoge cijfers op dat punt. "Het gaat doorgaans om betrokken mensen. Des te meer reden om ze beter te beschermen tegen ongewenst gedrag."

Er is natuurlijk een subtiele grens tussen directheid en botheid
Hooftman

Ongewenst gedrag

- Van de vijf beroepsgroepen die het meest melding maken van ongewenst gedrag, vallen er vier onder zorg en welzijn. Ook kelners en barpersoneel staan in de top 5.

- Een derde van de verpleegkundigen zegt te maken te hebben met ­on­gewenste seksuele aandacht, ­gevolgd door verzorgenden, met 27 procent.

- Pesten komt met 25 procent het meest voor bij politie en brandweer, gevolgd door beveiligers met 20 ­procent en docenten in het middelbaar onderwijs met 17 procent.

- Werknemers van politie en brandweer hebben het vaakst te maken met lichamelijk geweld: 47 procent. Verpleegkundigen scoren op dit punt 33 procent.