Direct naar artikelinhoud

Q-Factory wil kloppend hart van de muziekscene worden

Muziekcentrum Q-Factory wil het kloppend hart van de Amsterdamse muziekscene worden. De plek om te repeteren, drinken en optreden. 'Er moeten meer grote namen komen.'

Een les Japans drummen in een van de repetitie­ruimtes. 'Die ruimtes geven het gebouw schwung'Beeld Renate Beense

Het is dinsdagavond, bijna negen uur. De bandleden van Two and a Half Girl, een metal- en hardrockband bestaande uit vijf leerlingen van de Herman Brood Academie, stappen Q-Factory binnen.

Ze weten de weg, slaan direct rechtsaf en nemen de trap omlaag richting de repetitieruimtes, in de riante kelder onder het pand. In tegengestelde richting drommen muzikanten die net klaar zijn met repeteren naar het Q-Café voor een biertje.

"Dit is voor ons wel the place to be als net beginnende band," zegt gitarist Daan Lutgerink (21). "We willen doorbreken, en hier dompelen we ons onder in de Amsterdamse muziekscene. Sta je in het café, komt er weer een band langslopen die je kent. Gaaf, toch?"

De bandleden betreden hun gereserveerde repetitieruimte. "Plug and play, mooi," zegt Lutgerink. "Stekkertje erin en gaan." Een paar tellen later beuken gitaarriffs en harde drums door de ruimte. De bandleden weten wat ze aan decibel kunnen produceren en zijn voorbereid, ze dragen allemaal oordopjes. De zangeres van de band is ­vandaag afwezig, maar dat weerhoudt de gitaristen niet van het slaken van luidruchtige zangkreten.

Q-Factory zit aan het Atlantisplein in Oost, ze zijn geopend in 2014. Voor die tijd werd het pand verhuurd aan MuzyQ, ook een muziekcentrum. Dat ging failliet, de ­gemeente verloor er 17 miljoen euro op. Een nieuw team nam het pand over en zette Q-Factory op.

Manager Alan Luring (27): "We zijn met een commerciëlere bril naar het pand gaan kijken. Al snel wisten we: het is te groot voor alleen repetitieruimtes, zoals onze voorganger had. Het concept moest sterker en breder worden. Nu vormen meerdere takken één muziekcentrum. Zo voegden we poppodia, muziekbedrijven, horeca en een hotel toe aan de repetitieruimtes."

Sparoodgeneratie
Het Q-Café is inmiddels aardig volgestroomd. Er staan rockachtige types met lang haar en zwarte, leren jacks, mannen op leeftijd met grijze baarden en jonge vrouwen met blaasinstrumenten in hun koffers. Barpersoneel loopt rond met dienbladen vol bier, wijn en burgers. De sfeer is gemoedelijk. Handen worden op schouders gelegd, hoofden knikken mee met de muziek en er wordt druk geouwehoerd over, hoe kan het ook anders, muziek.

"Dinsdagavond is een goede avond voor ons," zegt ­Luring met een knipoog. "Muzikanten zijn maandag vaak nog brak, dinsdag krabbelen ze weer op."

Een van die muzikanten is Charmaine Yard (29). Ze heeft net zangles gehad en repeteert hier vaak met haar band Freakout. Ze vindt het lekker om na een repetitie het café te bezoeken. "Even bijkomen of napraten over de sessie. Er hangt een fijne, bijzondere sfeer. Je merkt hier dat je ­onder muzikanten bent, die stralen toch een bepaalde ­creativiteit uit."

Aan de bar staan Bart de Ruiter (52), Pieter Tiddens (60) en Ronald Schmitz (56). Ze repeteren voor een eindejaarsconcert dat ze geven in Theater de Meervaart. Ze hebben een pauze ingelast en gaan zo weer verder. De Ruiter: "Ik sta hier niet voor mijn lol. Het is dat ik graag een biertje drink tijdens het repeteren, maar ik zou niet tegen mijn vrienden zeggen: we gaan vanavond naar het Q-Café."

Sparoodgeneratie
De Ruiter weet wel waar dat aan ligt. "Ze proberen hier dat authentieke rock-'n-rollsfeertje te creëren. Maar dat zet je niet in één klap neer. Het is zoals een nieuwe wijk in een stad. Je kunt huizen, winkels en straten bouwen, maar dat betekent niet dat er sfeer is. Dat moet groeien."

Schmitz: "Ach, rock-'n-roll is ook niet alles. Natuurlijk, dat sfeertje mis je hier, inclusief alle mooie verhalen die daar aan kleven. Maar muzikanten van nu zijn daar he­lemaal niet mee bezig. Het is de sparoodgeneratie. Wij leefden er op los, zij presteren veel meer omdat ze niet elke avond laveloos in de goot liggen."

Er hangt een fijne sfeer. Je voelt dat je onder muzikanten bent
De band Two and a Half Girl. Vlnr: Daan Lutgerink, Anne Heijmeriks, Chris Walthaus, Pim CruimingBeeld Renate Beense

De Ruiter wordt nu melancholisch. Hij praat over oefenruimtes van vroeger waar je de sigarettenwalm al van ­mijlenver rook en de anekdotes en mooie verhalen je om de oren vlogen.

"Maar die zijn allemaal gesloten. Daarom ­oefenen we nu hier. Alles is hier wel van goede kwaliteit, overigens. Fijn materiaal, geluidsdichte ruimtes, goede luchtbehandeling. Je valt niet meer dood neer na een uur spelen. Kan ook komen doordat we niet meer roken. Kom jongens, we gaan weer spelen."

Kwaliteit
In Q-Factory zijn veertig repetitieruimtes. Kleine en grote studio's voor bandjes, maar bijvoorbeeld ook solisten­kamers en een zaal voor een symfonieorkest, of theater- of dansgroep. De repetitieruimtes blijven het belangrijkste voor Q-Factory, zegt Luring. "Die geven het pand schwung en gevoel."

Het is ook de plek waar alles begint. Luring: "Er komen studenten, ambitieuze bands die willen doorbreken, semi professionele bands en professionele muzikanten als Douwe Bob, Anouk en Iggy Pop. We investeren veel in de repetitieruimtes, want de kwaliteit moet goed zijn. Bands vinden het belangrijk om meteen te kunnen spelen, zonder gedoe, zonder apparatuur te moeten meesjouwen."

Maar Q-Factory wil niet alleen muzikanten voorzien van repetitieruimtes, de hele muzieksector moet naar het ­Atlantisplein komen. Daarom verhuren ze kantoorpanden aan bedrijven uit de muziek- en entertainmentsector.

Er zitten marketingorganisaties, meerdere opname­studio's, zoals Red Bull Studios, maar ook de redactie van muziekblad Gitarist, het Abbey Road Institute en de popafdeling van het Conservatorium van Amsterdam.

Ook gaan ze als poppodium de concurrentie aan met ­Paradiso en de Melkweg. Vorige maand trad Nelly op, eerder deze week gitarist Jan Akkerman. Er wordt veel geïnvesteerd in de programmering, er moeten meer grote ­namen komen. Sinds 2017 is er ook een hotel, waar zowel muzikanten als bezoekers kunnen overnachten.

Drumschool en bigband
Het zijn niet alleen bandjes die in de kelder van Q-Factory oefenen. In een van de repetitieruimtes geeft Melanie Koppert van Yamato Taiko School les in Japans drummen. In de zaal zijn ongeveer twintig leerlingen, jong en oud en man en vrouw.

Ze staan achter grote drums, sommigen zijn net als hun trainer gekleed in traditioneel Japanse stijl. Dan beginnen ze hard op de trommels te slaan. Het zweet gutst van hun voorhoofden, sommigen slaan rit­mische oerkreten uit. Koppert: "Het is niet zomaar op een drum slaan. Het is een fullbody workout. Het geeft energie, uiteindelijk."

Een paar deuren verderop repeteert het Amsterdam Funk Orchestra. Een bigband van negentien man. De trombones, trompetten en saxofoons staan opgesteld in een cirkel, iedereen staat dicht op elkaar. In het midden de dirigent, die de boel aanzwengelt. Bandlid Matthijs Klinkert (46): "We repeteren hier al sinds de oprichting in 2014. De akoestiek is hier heel goed, op een andere plek oefenen is voor ons ondenkbaar."

Vleugje rock-'n-roll
Een verdieping hoger in het café - het loopt inmiddels ­tegen tienen - staat een luidruchtige groep mannen en vrouwen van middelbare leeftijd bier en wijn te drinken. Het blijken geen muzikanten, maar collega's die in de buurt hebben vergaderd. Ze zijn naar het café gekomen voor de afsluitende borrel.

Of ze merken dat het hier niet om een normaal café maar om een muzikantencafé gaat? "Nee, niet echt, het is gewoon een café," zegt een van de vrouwen. Ze wijst naar een bak met ijs en zes lege flessen witte wijn. "Hebben wij allemaal op."

Ze heeft moeite om helder te articuleren, verliest bijna haar evenwicht. ­"Morgen om tien uur vergadering. Ga ik afzeggen." Toch nog een vleugje authentieke rock-'n-roll in het Q-Café.

Q-Factory wil kloppend hart van de muziekscene worden
Beeld Renate Beense