Direct naar artikelinhoud
Column

Hij maakt naakt een dakronde

Roos SchlikkerBeeld Oof Verschuren

Het is nacht, een uur of vier, en op het dak staat een man. Bungelpiemelnaakt. Hij glibbert over het tin, bevoelt dakpannen, kijkt woest om zich heen.

"Waar ís ie?!" Met een klap struikelt hij over z'n voeten en maakt het huis wakker. Mijn huis. Want die blote man, dat is de mijne. Op zoek naar de druppel.

Mijn Frans-Canadese echtgenoot is soms wat eenzaam in ons gezin. Canadezen zijn - nu generaliseer ik gruwelijk maar mijn man zegt het zelf, dus klopt het vast - bescheiden mensen, dol op praktische zaken en fobisch voor water. Regenwater welteverstaan.

"Het is geen zoutzuur," brom ik geregeld als hij door de miezer ploegt, uitgedost in een enorm plastic pak, zijn paraplu die het volledige westelijk halfrond omspant, bevestigd aan een stang op zijn fietsstuur.

Maar nu regent het bij ons binnen. Al nachten worden we wakker omdat het achter de slaapkamermuur drupt. "Gaat wel over," murmel ik steeds lui, maar voor mijn man klinken de druppels als heipalen.

Hij kan niet vinden waar het water vandaan komt, wat gekmakend is voor een homo practicus. Dus gaat hij ver. Heel ver.

Na zijn naakte dakronde pakt hij een streng ijzerdraad en hangt daaraan een endoscopiecameraatje, waarmee artsen door darmen roeren, in de hoop dat hij de druppel kan betrappen. 

Hij ziet slechts zwart. Gekmakend zwart. 

Hij heeft het al zo moeilijk. Dagelijks wordt hij uitgelachen als hij lego op kleur sorteert en alles wat rondslingert opbergt in plastic bakjes. Voortdurend zoekt hij overzicht. Zijn huisgenoten niet. 

Ik probeer ons inte­rieur soms een soberder uitstraling te geven, maar toon mij een achterlijk kinderachtige woontrend en ik ga voor de bijl. "Schat, wist jij dat alpaca's de nieuwe ananassen zijn?"

"Ik had geen idee."

"We krijgen allemaal behoefte aan zacht. Vorig jaar minder. Toen zag je dus overal ananassen. Ananastafeltjes, ananaslampjes, ananasmagneten. De ananas werd mainstream. Is natuurlijk ook gebeurd met de flamingo."

"Tuurlijk."

Schat, wist jij dat alpaca's de nieuwe ananassen zijn?

"Vinex-wijken stonden vol flamingo-wc-borstels, flamingokinderbestek, flamingobakjes voor de poes, wat best verwarrend was. En je weet wat ik dan denk: tijd voor vernieuwing. Tijd voor een alpacatafeltje!"

De man probeert niet te hoofdbonken en knikt, want alpacatechnisch kan ik een drammer zijn. Net als onze jongste die ziedend wordt als zijn vader zijn zelfgemaakte pinautomaat (manshoge kartonnen doos, viltstiftgekras en tienduizend verknipte blaadjes) per ongeluk heeft weggegooid. 

En die laatst de hele beneden­etage heeft voorzien van een onontwarbaar chaotisch touwenweb, vergezeld van een briefje 'Spionnekamer. Boefe? Nou nee.' Er zou inderdaad geen boef bij gepast hebben. De druppel wel. Die sijpelt overal doorheen. 

Gisteren besloot mijn man tot grof geschut en boorde kloeke gaten in de muur. Dwars door de tv-kabel. "Mon Dieu," wanhoopte hij. Op de achtergrond klonk pesterig pletsgeluid. Nu sjokt hij naar de bouwmarkt. 

Aan zijn fietsstuur heb ik een knuffelalpacaatje gehangen. 

Als troost. 

We hebben allemaal behoefte aan zacht.

Roos Schlikker (1975) is journalist en schrijfster van boeken en toneelstukken. Elke zaterdag schrijft ze een column voor Het Parool.

En je weet wat ik dan denk: tijd voor vernieuwing. Tijd voor een alpacatafeltje!