Direct naar artikelinhoud

Slachtoffers zinloos geweld: 'Sta op, kijk niet weg'

Twee Amsterdamse vrouwen zijn drie weken geleden door een onbekende man mishandeld in Amsterdam-West. In de hoop dat voorbijgangers bij dergelijke incidenten in actie komen in plaats van wegkijken, doen ze hun verhaal.

Miriam (l) en NoortjeBeeld Marc Driessen

Het is maandag 10 september, klaarlichte dag, als Miriam (41), marketing consultant, rond kwart over zes over de Postjesweg richting Orteliusstraat fietst. Ze ziet twee jongens dreigend op haar aflopen en wordt steeds dichter naar de muur gemanoeuvreerd. Uit het niets geeft een van de mannen haar een schouderduw waardoor ze met haar fiets tegen de muur valt. Het tweetal loopt rustig verder, alsof er niets aan de hand is. Miriam pikt het niet en roept: "Waar slaat dit op, man?"

In een ogenblik draait de dader zich om, rent op haar af, met een been hoog, en trapt haar keihard in haar rug. "Hij zag er zo eng uit. Hij stond in de vechthouding en probeerde duidelijk mijn gezicht te raken. Ik voelde dat het misging. Ik dacht: hij gaat me nu helemaal in elkaar beuken. Tegen omstanders riep ik: 'Maak foto's.'"

Een langslopende man legt dat dringende verzoek liever naast zich neer: "Heb je zelf geen telefoon?"

De 29-jarige Noortje voelt het onrecht. "Ik had een fiets horen vallen en zag een vrouw die voor zichzelf op kwam. Die jongens die aanvankelijk stoïcijns verder liepen, zag ik ineens terugkomen. De trap tegen haar rug was zo heftig. Waar haalde die man het lef vandaan? "Doe 'es gewoon," riep ik tegen de dader," vertelt Noortje, ambulant begeleider op een school.

Met haar telefoon maakt ze vlug drie foto's van het tweetal. "Ik probeerde de dader onopvallend te fotograferen maar hij keek ineens recht in de camera," vertelt Noortje. Op de eerste foto is te zien dat de man met wie hij over straat loopt hem probeert tegen te houden. Op de andere breekt de dader los en op de derde foto is te zien hoe hij met verbeten hoofd op Noortje afstormt.

De man, blind van woede, geeft haar vervolgens een harde vuistslag in het gezicht. Het duizelt Noortje. Ze grijpt naar haar kaak en kan geen woord meer uitbrengen.

Hersenschudding
"Het was totale razernij. Ik heb zes jaar als sociotherapeut in de forensische psychiatrie gewerkt, in een tbs-kliniek, en weet hoe ik moet omgaan met agressie. Ik ken woede en onverwachte reacties vanuit dat werk. Dat hij mij een klap zou geven, had ik niet ingeschat."

Als de mannen zich uit de voeten maken, worden Noortje en Miriam opgevangen door twee vrouwen die de politie bellen. "Ik was in shock, zat te trillen en kon door de breuken niet meer praten. Ik had veel pijn en was enorm aan het huilen."

Noortje wordt met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht waar een CT-scan van haar hoofd wordt genomen. Ze heeft haar gezicht op drie plekken gebroken: haar kaak, jukbeen en oogkas. Ze heeft een hersenschudding opgelopen en kampt met gezichtsproblemen.

De volgende dag wordt ze geopereerd. "De artsen zeiden dat de operatie om esthetische redenen nodig was. Ik schrok. Hoe kwam ik eruit te zien?" Ze wijst naar de bult boven haar wang. "Die gaat niet meer weg."

Aangifte
Nu, drie weken later, kan ze erover vertellen. Tijdens het interview staan verschillende keren de tranen in haar ogen. Bij haar thuis liggen stapels kaarten met lieve woorden. Ze heeft de afgelopen weken 17 boeketten gehad van vrienden, kennissen en collega's.

Uit de stapel pakt ze het kaartje van Mo, het vriendje van een van haar zussen. 'In mijn ogen ben je echt een held,' staat op de kaart. "Die tekst greep me aan. Hij voelde met me mee hoe onrechtvaardig het was."

 Halverwege het gesprek gaat de bel: een bloemist brengt het 18de boeket. "Je gaat je langzaam realiseren wat er gebeurd is," zegt Noortje.

Dat het nog erger had kunnen aflopen, realiseert ze zich al te goed. "Een bevriende arts zei dat ik de dader kan aanklagen voor moord of doodslag. Die klap was vlakbij mijn slaap."

De beide vrouwen hebben direct aangifte gedaan bij de politie, waarna de door Noortje gemaakte foto van de dader op de site van de politie is gezet. Miriam zette het verhaal over de mishandeling op Facebook. "Mensen moeten dit weten. Hoe kan het dat je als vrouw zo'n enorme klap krijgt?"

Een bevriende arts zei dat ik de dader kan aanklagen voor moord of doodslag. De klap was bij mijn slaap

Via Facebook hoorde ze dat de dader vaak op het Mercatorplein rondloopt. Ze liep daar een winkeltje binnen om te vragen of ze de dader herkenden, maar de mensen konden de man niet thuisbrengen.

De man die in gezelschap van de dader was, is inmiddels wel opgespoord en verhoord. Een getuige van de mishandeling verklaarde bij de politie dat hij de mannen, die richting de Hoofdweg liepen, tegen elkaar had horen zeggen: "Kom, laten we een joint gaan roken."

Op de hoede
Met de gevolgen van de mishandeling kampt Noortje intussen nog elke dag. Werken op haar geliefde school kan ze even niet.

"Ik ben snel prikkelbaar. Op straat moeten mensen me niets vragen. Ik ben op mijn hoede. Laatst liep iemand tegen me op in de supermarkt en ik moest me even hernemen en rustig worden."

Alles kost energie. Ze heeft last van licht en harde geluiden en kan niet sporten. "Alle dingen waar ik plezier aan beleef, zijn weg. Door één klap ben ik uit het dagelijkse leven gemept."

Wraak naar de dader voelt ze niet. "Ik vind wel dat hij zo snel mogelijk moet worden opgepakt.  Die woede komt ergens vandaan. Hij moet van straat."

'Sta op'
Nooit speelt de gedachte door haar hoofd: 'Had ik dit maar niet gedaan'. Noortje: "Ik hoop dat ik bij het zien van een incident als drie weken geleden in de toekomst precies hetzelfde zal reageren. Ik hoop dat die man dat stukje van mij niet heeft afgenomen."

De vrouwen geven dit interview met één doel. "We willen laten zien dat je er voor elkaar moet zijn. Sta op, doe iets, laat dergelijke dingen niet gebeuren. Trek de aandacht van andere buitenstaanders, maar kijk niet weg," zegt Miriam. "Vlakbij de plek van de mishandeling zat een man in zijn auto. Waarom is die kerel niet uitgestapt?"

Noortje: "Als er mensen waren geweest die er  tussen waren gesprongen, had ik die enorme klap niet gehad."

Miriam: "Als we met ons verhaal kunnen voorkomen dat mensen in het vervolg wegkijken, is dat een mooie stap."

De achternamen van beide vrouwen zijn bij de redactie bekend.