Direct naar artikelinhoud

Eric van der Burg gaat op voor een zetel in de senaat

Oud-wethouder Eric van der Burg krijgt de elfde plek op de VVD-lijst voor de Eerste Kamer. Dat betekent dat hij na ruim 30 jaar waarschijnlijk vertrekt uit de Amsterdamse politiek.

Van der Burg, hier op het Waterlandplein in Noord, boegbeeld van de progressieve VVD.Beeld Marc Driessen

Het vertrek van Eric van der Burg (53) uit de lokale politiek is aanstaande. Hij was succesvol door de plaatselijke VVD een progressieve koers te laten varen, die bekend stond als 'de Amsterdamse VVD'. Door zijn vertrek komt die koers onder druk te staan.

Op woensdag 20 maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Op 27 mei 2019 kiezen de nieuw gekozen Statenleden op hun beurt een nieuwe Eerste Kamer. Toegegeven, Van der Burg moet nog wel gekozen worden. De elfde plek is in theorie een verkiesbare plaats, de liberalen hebben nu dertien zetels in de senaat.

Afgaand op de peilingen krijgt de VVD een vergelijkbaar percentage van de stemmen als in 2015. Met plek elf zou Van der Burg zelfs bij een klein verlies toch in de senaat kunnen komen. Maar dan moet de VVD, die al sinds 2010 regeert de komende maanden niet door de hoeven zakken. Als Van der Burg Eerste Kamerlid wordt, zal hij zijn zetel in de Amsterdamse gemeenteraad opgeven, laat hij weten.

Duracell
Van der Burg is de laatste van een generatie Amsterdamse politici die al sinds de jaren tachtig meedraait in de lokale arena. In 1987 begon hij als deelraadslid en later -bestuurder in Zuidoost, het stadsdeel waar hij met zijn gezin woonde.

In 2001 gaat hij de gemeenteraad in, waar hij wegens zijn hoge energieniveau en breedsprakigheid bekend komt te staan als het Duracellkonijn. "De meeste mensen hebben één batterij, Eric heeft er twee," zei medeliberaal Mark van der Horst.

Verschil met 'Den Haag' groot
Hoewel de naam van Eric van der Burg weleens heeft geprijkt op de lijstjes van potentiële bewindspersonen, heeft hij er nooit zijn best voor gedaan. Collega-wethouders van zijn generatie, zoals Mark Harbers (Rotterdam) en Sander Dekker (Den Haag), zijn nu bewindspersonen in het kabinet, Van der Burg was daar te uitgesproken voor.

Hij was tegen het regeringsexperiment van de VVD met de PVV, nam het ruimhartig op voor asielzoekers ('hoe meer hoe beter') en was als wethouder progressief in de bestrijding van obesitas door een ­suikerbelasting voor te stellen.

Die opvattingen gingen ten koste van zijn kansen binnen de partij. Want landelijk is de VVD de afgelopen jaren juist rechtsaf geslagen, waardoor de verschillen tussen Van der Burg en zijn Haagse partijgenoten alleen maar groter werden. Vlak voor de raadsverkiezingen in 2018 zei partijprominent Frits Bolkestein zelfs dat Van der Burg wat hem betreft weg moest, omdat hij hem veel te links vond.

Bolkestein zei in 2018 dat Van der Burg weg moest omdat hij hem veel te links vond

Van der Burgs progressieve overtuigingen kwamen uit de grond van zijn hart, maar dienden ook een politiek doel. Van der Burg had zien gebeuren dat rechtse partijen zoals CDA en VVD veel kleiner werden in de Amsterdamse politiek. Om toch in beeld te blijven als coalitiepartner bij progressieve partijen als de PvdA, D66 en GroenLinks, stuurde hij de plaatselijke VVD naar het midden.

Van der Burg was het boegbeeld van deze progressieve VVD. Het leidde ertoe dat zijn partij tussen 2010 en 2018 mee­bestuurde en daardoor heel wat in de melk te brokkelen had.

Plaatsvervangend burgemeester
Een persoonlijk hoogtepunt was een periode van een paar weken eind 2017, toen Eberhard van der Laan net was overleden en Van der Burg even de plaatsvervangend burgemeester mocht zijn.

Hij vond het de mooiste job die hij ooit mocht vervullen. Zelf zou hij nooit burgemeester kunnen worden in de hoofdstad, gezien de sterkte van de linkse fracties in de huidige raad.

Tijdens de recente raadsverkiezingen hield Van der Burg zijn partij knap gelijk, op zes zetels, een hele prestatie gezien de opkomst van Forum voor Democratie. Toch werd de VVD uiteindelijk buiten het stadsbestuur gehouden, waardoor de wethouder na acht jaar terugkeerde in de oppositiebankjes.

Hij nam meerdere parttimebanen aan, zoals het voorzitterschap van de Atletiekunie en een rol bij de raad van toezicht van de NTR. Functies die goed te combineren zijn met het werk als ­senator.

In de Stopera zullen rechtse raads­leden als Marianne Poot het stokje van hem overnemen. De middenkoers zal dus hoogstwaarschijnlijk worden verlaten. Het is aan de kiezer om de vraag te beantwoorden of Van der Burg zal worden gemist.

Zelf zou hij nooit burgemeester kunnen worden in de hoofdstad, maar hij vond het de mooiste job die hij ooit mocht vervullen.