Direct naar artikelinhoud

Datacenters willen de stad gratis verwarmen

Datacenters rond de stad bieden de hitte die hun computers uitstralen gratis aan voor de stadsverwarming. Het is genoeg om duizenden woningen te verwarmen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

De restwarmte van het datacenter van Equinix langs de A10 wordt deels gebruikt door de UvA op Science Park. In de toekomst wil Equinix de rest doorleveren aan de stadsverwarmingBeeld Arjan Post

Gratis af te halen: warmte. De datacentrales in en om de stad staan de hitte die ze toch maar lozen in de buitenlucht graag af om woningen mee te verwarmen, helemaal voor niks.

En dat tikt aan: nu al zijn er zo'n 35 datacenters rond Amsterdam en Schiphol, een snel groeiende sector. In al deze datapakhuizen staan tienduizenden, soms meer dan honderdduizend servercomputers dag en nacht te snorren.

Daarbij komt genoeg warmte vrij om de helft van Amsterdam te verwarmen, volgens Stijn Grove van de Dutch Data Center Association.

Een datacenter van 30.000 vierkante meter geeft per jaar net zoveel warmte af als de hele horeca in Amsterdam in 2015 aan gas verbruikte, rekent de DDA voor. En dat zonder de nadelen van aardgas, zoals klimaatverandering en verzakkingen in Groningen.

Restproduct
De datacenters liggen mooi gegroepeerd rond de stad: in Science Park, bij Schiphol, de Zuidas, Zuidoost en Sloterdijk.

Vaak zijn ze niet al te ver verwijderd van de twee grote Amsterdamse warmtenetten rond de elektriciteitscentrale van Nuon in Diemen en de afvalverbranding van AEB op Westpoort. Het lijkt dus niet meer dan logisch om de restwarmte van datacenters af te vangen.

"Het is voor ons echt een restproduct," zegt Grove. Net als de gemeenteraad denkt hij al hardop aan Westpoort, waar datacenters meteen zo gebouwd kunnen worden dat hun warmte bruikbaar is in de nieuwbouwwijken van Haven-Stad.

Mooi meegenomen: als ze hun warmte bij woningen kwijt kunnen, besparen de datacenters op koeling. "We hoeven er niet op te verdienen. Die warmte is er gewoon, we hoeven die alleen maar van A naar B te brengen."

Maar dat klinkt eenvoudiger dan het is. De aanleg van warmtetransportbuizen vergt grote investeringen.

Echt een taak voor de overheid, vindt Grove. Maar dan nog zijn er veel hobbels te overwinnen, zegt Jan van der Meer, die zich als 'warmteregisseur' buigt over de vraag hoe de Amsterdamse regio er warmpjes bij blijft zitten in een toekomst zonder aardgas.

Vijftien procent
Hij is blij met het aanbod van de datacenters. Hun restwarmte is onderdeel van de toekomstscenario's waarmee de stadsverwarming op een dag duurzaam en fossielvrij kan zijn. Maar voorlopig zijn de datacenters niet de eerste warmtebron waar hij aan denkt voor de slordige honderdduizend woningen die Amsterdam tot 2040 nog wil aansluiten op stadsverwarming.

Zoveel warmte is hier ook weer niet te halen. In een onderzoek uit 2016 is dat voor 21 datacenters rond Amsterdam en Schiphol precies op een rij gezet. Toen waren al die datacenters goed voor zo'n vijftien procent van het vermogen van de gasgestookte centrale van Nuon.

De halve stad ermee verwarmen lijkt dus voorlopig te optimistisch. Belangrijker: uit datacentrales komt warmte van hooguit 25 tot 30 graden Celsius, stukken minder warm dan de 120 graden uit elektriciteitscentrales.

We hoeven er niet op te verdienen. Die warmte is er gewoon, die hoeft alleen maar van A naar B

De restwarmte uit de datacenters moet dus eerst nog worden opgekrikt. In goed geïsoleerde nieuwbouw is het met een elektrische warmtepomp goed mogelijk om het binnen behaaglijk te maken, maar dat brengt extra kosten met zich mee.

En dan ben je er nog niet, legt Van der Meer uit. Voor tapwater ­- voor kraan, bad en douche - moet de temperatuur eerst naar zestig graden om legionellabesmetting uit te sluiten.

Kleinere warmtenetten
Nuon is niettemin enthousiast en wil graag kijken naar de mogelijkheden van datacenters. Maar dan niet als nieuwe bron voor de stadsverwarming, waar water van 90 graden doorheen stroomt.

Door het temperatuurverschil treden teveel verliezen op, zegt verkoopdirecteur Arno van Gestel van Nuon Warmte. Eigen warmtenetten van een lagere temperatuur rond de datacenters houdt hij wel voor mogelijk.

Ook warmteregisseur Van der Meer denkt er zo over. In een toekomst zonder fossiele brandstoffen ziet hij die kleinere warmtenetten nog wel eens één geheel worden, een warmtenet met een lage temperatuur voor de hele regio.

Tot die tijd ziet hij mogelijkheden voor zwembaden, winkels, kantoren en tuinbouwkassen. Daarvoor lijken warmwaterleidingen van zo'n dertig graden wel geschikt. Bij Schiphol, waar aan weerskanten van de A4 glastuinbouw en datacenters verrijzen, wordt er driftig aan gerekend.

Restwarmte uit datacenters in AmsterdamBeeld Gemeente Amsterdam/Dutch Data Center